2021
Minor Neurorevalidatie
,Inhoudsopgave
Week 1 ............................................................................................................................................................. 2
Hoorcollege CVA en herstelmechanismen .......................................................................................................... 2
Week 2 ........................................................................................................................................................... 11
Hoorcollege Posttraumatisch hersenletsel ....................................................................................................... 11
Functieprofiel verpleegkundige en neuroverpleegkundige .............................................................................. 17
Week 3 ........................................................................................................................................................... 23
MDO-casuïstiek BOB......................................................................................................................................... 23
Hoorcollege coping en verwerking bij NAH ...................................................................................................... 25
Week 4 ........................................................................................................................................................... 36
Hoorcollege Parkinson en parkinsonismen ....................................................................................................... 36
Hoorcollege Neuropsychologie ......................................................................................................................... 40
Werkcollege communicatie neuropsychologie ................................................................................................. 48
Week 5 ........................................................................................................................................................... 49
Hoorcollege Neuropsychologie (2) ................................................................................................................... 49
Hoorcollege beoordelen en beïnvloeden van gedrag (NPO in de ziekenhuisfase) ............................................ 52
Week 6 ........................................................................................................................................................... 63
Hoorcollege MS ................................................................................................................................................ 63
Hoorcollege neuropsychologie deel 3 ............................................................................................................... 67
1
,Week 1
Hoorcollege CVA en herstelmechanismen
Gestelde doelen:
• De student kent de belangrijkste verschillen tussen ischemische en hemorragische
CVA’s, alsmede de karakteristieken van laesies in het verzorgingsgebied van de
arteria cerebri anterior, cerebri media, cerebri posterior en basilaris;
• De student heeft kennis van oorzaken, ontstaanswijze, symptomalogie, therapie,
verloop en prognose van het CVA;
• De student is in staat verbanden te leggen tussen de lokalisatie van de laesie en de
(sensomotorische en gedrag neurologische) symptomen.
Hersenanatomie: corticaal (met betrekking tot de schors)
Van buiten naar binnen, van boven naar beneden:
• Lobus Frontalis
• Lobus Pariëtalis
• Lobus Temporalis
• Lobus Occipitalis
• Cerebellum
• Trancus cerebri
(hersenstam)
Functies van de kwabben:
1. Lobus frontalis: executieve functies, gedrag, deel van de motorische schors en
decorum;
2. Lobus pariëtalis: taal (links), ruimtelijke oriëntatie en sensoriek;
3. Lobus temporalis: gehoor, taalbegrip en concentratie;
4. Lobus occipitalis: organisatie van het zicht
Van de cortex verder naar binnen gaat kom je subcorticaal terecht. Je
hebt dan te maken met de basale kernen en het limbisch systeem.
De basale kernen liggen als een soort ring rondom de thalamus,
centrum waar eigenlijk alles gebeurt.
De basale kernen bestaan uit het volgende:
• Nucleus caudatus;
• Putamen;
• Globus pallidu;
• Substantia nigra;
• Nucleus subthalamicus
De nucleus caudatus en putamen vormen samen het striatum.
Het limbisch systeem ligt ook als een cirkel om de thalamus heen.
Functies van het subcorticaal:
2
, 1. Het limbisch systeem:
- Episodisch geheugen (de herinneringen die iemand heeft)
- Emotie
2. Basale kernen:
- Procedurele activiteiten bij automatische en onbewuste
bewegingen (onrustige bewegingen, bewegingen waarbij
we niet stil staan en het gedrag zoals de cognitieve
functies en vooral het motorisch leren)
- Houdingsregulatie
- Bewust en onbewuste aangeleerde motoriek
Verder naar beneden van de cortex, subcorticaal naar het cerebellum en truncus cerebri.
1. Cerebellum: bewegingscontrole- en planning, balans, invloed op emotionele en
mentale processen.
2. Truncus cerebri: hersenstam, verbinding tussen cerebrum, cerebellum en
ruggenmerg. Bewustzijn, reguleert vitale functies zoals ademhaling, bloeddruk,
hartslag en lichaamstemperatuur.
Informatieverwerking:
Baansystemen
De informatie komt binnen op de sensorische cortex. Als je kijkt vanuit perifeer, iemand raakt
je aan, je voelt pijn dat zijn allemaal gewaarwordingen die via de baansystemen binnen
komen.
• Afferente, stijgende banen, sensoriek
- Gnostische banen (achterstrengen): gaat vooral over je houdingsregulatie en gevoel
- Vitale banen (tractus spinothalamicus, anterior en lateralis): over pijn en
temperatuur.
• Efferente, dalende banen, veelal motoriek
- Piramidaal (rechtstreekse corticospinale baan, regelrecht naar het ruggenmerg en
motorunit)
- Corticospinale banen (mediaal en lateraal)
- Extrapiramidaal (over de houdingsregulatie)
- Bulbospinale banen
Informatieverwerking:
Cortex cerebri
Als je het hebt over de sensoriek (gevoel, hoe je staat
in de ruimte – je gewrichtsgevoel - procosepsis en pijn)
komt binnen op sensorische schors, pariëtale gedeelte.
Daarnaast kun je auditieve prikkels krijgen, dat ligt
meer temporaal en je kan ook visuele prikkels krijgen
dat komt occipitalis binnen. Je auditieve en visuele
prikkels gaan meer via de hersenzenuwen, is een
afferent systeem. Komt niet via het ruggenmerg binnen.
• Motorische schors
3