Culturele
diversiteit in de
klas
, Hoofdstuk 1 ~ Verkenning
1.2 De migratiegeschiedenis van Nederland in vogelvlucht
De hele menselijke geschiedenis wordt beïnvloed door migratieprocessen.
Al sinds de tijd van de VOC kent Nederland gastarbeiders. Ook kende Nederland
als één van de weinige landen in de zestiende en zeventiende eeuw een redelijk
grote mate van geloofsvrijheid. Om die reden kende Nederland in die tijd veel
migratiestromen; bijvoorbeeld joden uit Spanje en Portugal. Maar ook de
hugenoten, Franse protestanten. In de late achttiende eeuw trokken er jaarlijks
duizenden arme Duitse landarbeiders naar Nederland.
Aan het einde van de negentiende eeuw industrialiseerde Nederland, hierop
volgde het proces van urbanisatie. Hier gaat het echter niet om een
migratieproces, mensen verhuizen immers alleen van de ene plaats in Nederland
naar een grote stad. Deze grote verhuizing betekende wel dat steden een
mengeling van bevolkingsgroepen werden, met uiteenlopende herkomsten,
dialecten en gebruiken.
Het einde van de negentiende eeuw staat alweer erg dicht bij de multiculturele
samenleving die we nu kennen. Mensen die ooit in Nederland zijn gestart als
‘vreemdelingen’ zullen uiteindelijk geen vreemdelingen blijven. Dat zal binnen
enkele generaties zo gaan, nakomelingen zullen zichzelf als Nederlander
identificeren, en nog belangrijker is dat hun omgeving dat ook zo doet.
1.3 De twintigste eeuw
Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) bood Nederland onderdak aan
duizenden gevluchte Belgen.
Toen in 1933 de nazi’s in Duitsland aan de macht kwamen, vluchtten veel
Duitsers naar Nederland; met antisemitisme of mogelijke politieke vervolging als
motief.
Na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) eindigde de Nederlandse kolonisatie
van Indonesië, in 1949 werd Indonesië zelfstandig.
> Veel Indiërs die zich verbonden hadden aan het koloniale gezag of getrouwd
waren met vrouwen of mannen met Nederlandse wortels vertrokken gedwongen
naar Nederland. In totaal kwamen er ongeveer 300.000 ‘Indo’s’ naar Nederland.
Indo’s werden niet met open armen ontvangen, de Nederlandse overheid was
streng; ze eiste aanpassing en trok de bevolking door een streng vestigingsbeleid
uit elkaar. Zo zouden ze niet lang vasthouden aan hun Indische identiteit. Van
protesteren tegen de overheid was toen nog geen sprake, in de jaren vijftig en
zestig luisterde iedereen naar het gezag. Pas rond de jaren tachtig lieten ze van
zich horen in de vorm van pasar malams, grote bijeenkomsten waar oude
tradities worden getoond.
>> Achteraf kan worden vastgesteld dat al de tweede generatie Indo’s vrijwel
geheel geassimileerd was. Dat wil zeggen dat ze zich nauwelijks nog
onderscheidde van het overgrote merendeel van de Nederlandse bevolking.
> Binnen de groep van immigranten uit voormalig Nederlands-Indië nemen
Molukkers een bijzondere positie in. Het KNIL (Koninklijk Nederlands-Indisch
,Leger) rekruteerde veel manschappen uit de bevolking van de eilandengroep de
Molukken. Nederland had ze een zelfstandige status binnen de Indonesische
federatie belooft; terwijl Nederland het gezag kwijt was/zou raken. Molukkers
kregen een slechte behandeling in de Nederlandse samenleving. Ze werden eerst
een tijd ondergebracht in barrakkenkampen die daar neer waren gezet door de
Duitsers in WO2.
>> Latere pogingen om Molukkers te laten integreren in Nederland ging gepaard
met hevig protest. De Molukkers wilden niet integreren, ze wilden weer terug
naar de Molukken, naar een Vrije Molukse Republiek (Republik Meluku Selatan,
RMS). Wanneer de Nederland de militaire banden met Indonesië aantrekt, leidt
dat tot radicalisering, vooral onder Molukse jongeren.
Tussen 1945 en het begin van de jaren zestig was Nederland erg sober ingericht,
de wederopbouw vroeg veel middelen. De overheid gaf weinig geld uit om zicht
te kunnen concentreren op het scheppen van werkgelegenheid en de
tegenstelling tussen werknemer en gever te verkleinen.
> De bevolking groeide snel, en met die reden werd de overheid bang voor grote
werkloosheid. Om dat tegen te gaan begon de Nederlandse overheid mensen
door middel van reclame over te halen om te emigreren naar vooral de VS,
Canada, Nieuw-Zeeland en Australië. Er emigreerden toen ongeveer 500.000
mensen naar het buitenland, waar er welvaart lonkte
>> Deze massale emigratie kwam snel tot een einde wanneer de Nederlandse
aan het einde van de jaren 60 de Nederlandse economie weer gaat groeien. De
welvaart en de inkomens namen toe, maar ook de vraag naar arbeidskrachten. Er
kwam zelfs een tekort aan arbeidskrachten in vooral de industrie.
Door een tekort aan arbeidskrachten eisten grote industriële ondernemingen de
import van arbeidskracht, om tekorten te compenseren. Eerst kwamen er
gastarbeiders uit Italië en Spanje, later Joegoslavië, en nog later Marokko en
Turkije. In de eerste jaren was de Nederlandse bevolking onverschillig tegen deze
gastarbeiders, in plaats van handen, kregen ze er ook mensen bij.
> Het grootste deel van de Italiaanse en Spaanse gastarbeiders keerden terug
naar hun land van herkomst nadat daar de economie ook weer aantrok. Turkse
en Marokkaanse gastarbeiders bleven echter vaker, omdat de perspectieven in
hun land van herkomst veel minder goed bleven. Om hun kinderen een betere
toekomst te bieden, besloten veel gastarbeiders hun familie ook over te laten
komen.
Door de mondiale oliecrisis en de daarmee dalende economie kwam in 1975 een
einde aan de komst van gastarbeiders.
In 1975 wordt Suriname een zelfstandige staat. Surinamers hadden daarna nog
enkele jaren om zich vrijelijk te kunnen vestigen in Nederland.
>> Gedurende haar koloniale geschiedenis is Suriname een plek geworden met
een grote veelheid aan bevolkingsgroepen Marrons (gevluchte slaven), creolen
(afstammelingen van slaven), Hindoestanen en Javanen vormden rond 1975 de
grootste bevolkingsgroepen van Suriname.
> Ruim de helft van de toenmalige Surinaamse bevolking (150.000) is in die
enkele jaren geëmigreerd naar Nederland. Met motieven als; een economie met
, weinig perspectief en de spanningen tussen de verschillende Surinaamse
bevolkingsgroepen op zowel kleine als grote schaal.
1.4 Vluchtelingen en asielzoekers
Nederland heeft het vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties (VN)
ondertekend, dit betekent dat Nederland zich garant stelt voor hulp aan en de zo
nodige opvang van vluchtelingen uit gebieden waar ze worden vervolgd of die
door oorlog worden geteisterd. Niet alle landen, zoals Nederland, komen deze
> Een vluchteling is iemand die zo aangemerkt is door het UNHCR. Zij zijn hun
eigen land ontvlucht, met een reden die de VN, en het agentschap UNHCR
erkennen.
>> Een asielzoeker is ook een vluchteling, maar heeft geen UNHCR-keurmerk, zij
kunnen worden geweigerd aan de grens en ook weer worden uitgezet wanneer
ze de grens toch hebben kunnen passeren. In Nederland krijgt een asielzoeker
verblijf wanneer er omstandigheden of redenen van humanitaire aard voor zijn. –
Wanneer iemand bijvoorbeeld moet vrezen voor zijn leven, of zijn of haar
rechten.
>>> Een ‘illegale’ is iemand die bij geweigerde toelating, dus zonder
verblijfsvergunning toch een verblijf in het land in kwestie probeert.
Het asielbeleid is in Nederland de laatste jaren verhard; er worden minder
asielzoekers toegelaten en mensen worden sneller uitgezet.
1.5 Begrippen en aanduidingen
Onder het begrip migratie, valt zowel immigratie als emigratie – beide komen
voor in Nederland.
Allochtonen en autochtonen zijn begrippen ingevoerd door de Wetenschappelijke
Raad Regeringsbeleid, nadat ‘culturele minderheden’ niet meer door de beugel
kon. Ze hoopten dat deze nieuwe termen de negatieve vibe van multiculturaliteit
zouden weghalen.
Toch bleken er nog weer meer begrippen aan allochtoon en autochtoon
gekoppeld te zijn. Zo bestaan er niet-westerse en westerse allochtonen. Ook
ontstond er discussie over wanneer dat allochtoon zijn stopt, bij welke generatie
ben je autochtoon? – Je bent nog tot de tweede generatie allochtoon, of tot de
derde, wanneer je je erg verbonden voelt met de daadwerkelijke cultuur van het
land van herkomst.
Eerste generatie: Migranten zelf.
Tweede generatie: De in Nederland geboren kinderen van de migranten.
Derde generatie: De kinderen van de in Nederland geboren kinderen van
migranten.
Er bestaat nog steeds veel discussie over de begrippen allochtoon en autochtoon,
autochtonen doen er alles aan om redenen te zoeken om ‘autochtonen’
allochtoon te kunnen noemen. Ook baseren we ons oordeel (vaak incorrect) over
iemands zijn allochtoon-zijn op uiterlijk of achternaam. Vaak zeggen deze