Kunstgeschiedenis samenvatting (examen)
RENAISSANCE
- portretten, mythologie, bijbel
- kloppende anatomie, perspectief, verhoudingen
rust/harmonie, gulden snede
- marmer/brons, fresco
- michelangelo en da vinci (mens is onderzoekend)
MANIERISME
- bijbel
- felle schreeuwende kleuren, rare anatomie
- arcimboldo, grecco
NEOCLASSICISME/ACADEMISME
- franse revolutie (1789)
- contraposthouding, perfectie, modern verhaal in
klassiek jasje
- evenwichtig aan het beeldvlak, koele en heldere
kleuren
- olieverf, marmer
- David, Canova, Rude
ROMANTIEK
- gevoel, dromen, natuur, exotische culturen
- EMOTIE!
- mens klein t.o.v natuur, oosterse culturen en gruwelijke doden
- olieverf
- Friedrich, Turner, Delacroix, Goya
, REALISME
- werkelijkheid, armoede
- realistisch naar grove toets
- olieverf (groot doek)
- Courbet, Millet, Degas
IMPRESSIONISME
- landschappen, buiten schilderen
- vlugge toets, licht en kleur
- verf in tubes
- Monet, Renoir
JAPONISME
- japanse kunst, natuur aspecten
- effen achtergrond, veel versieringen, geen
achtergrond, eenvoudige kleuren
- Gauguin, Bonnard
POINTILLISME
- landschappen
- stippen, mengen op afstand
- Seurat
EXPRESSIONISME
- gevoel
- zwarte contouren, felle kleuren
- Kirchner