Running head: DETERMINANTEN VAN SLAAPGEDRAG
1
Een kwalitatieve studie naar determinanten van slaapgedrag in Nederlandse volwassenen
Naam Achternaam
Open Universiteit
Author note
Naam student: Robine Slootmans
Studentnummer: 852367710
Cursusnaam: Onderzoekspracticum Kwalitatief Onderzoek (PB1602)
Examinator: Dr. I. Noback
Tweede examinator: Dr. G-J. Y. Peters
Inleverdatum: 28-01-2021
,DETERMINANTEN VAN SLAAPGEDRAG 2
Samenvatting
(geen abstract)
(geen keywords)
(De opmaak van deze rapportage volgt de template voor papers volgens de 6de editie van de
APA handleiding, die in de Methodologie en Statistiek community in yOUlearn staat)
,DETERMINANTEN VAN SLAAPGEDRAG 3
Een kwalitatieve studie naar determinanten van slaapgedrag in Nederlandse
volwassenen
Goed slapen is belangrijk omdat er tijdens de slaap herstel optreedt en energie wordt
aangevuld (Piper, 2016). Te kort of te lang slapen worden geassocieerd met diverse
gezondheidsproblemen als hart- en vaatziekten, diabetes type 2, ademhalingsproblemen,
overgewicht en een slechtere zelf-gerapporteerde gezondheid en welzijn (Cappuccio, D’Elia,
Strazzullo & Miller, 2010; Piper, 2016).
Er blijkt veel variatie te zijn in slaapgedrag, waarbij de slaapduur onder meer wordt
beïnvloed door leeftijd, sociaaleconomische status, gezondheidsproblemen, depressie,
gewicht, roken, alcoholconsumptie en fysieke activiteit (Steptoe, Peacy & Wardle, 2008).
Verder blijken mannen iets korter te slapen dan vrouwen, mensen met een baan minder te
slapen dan gepensioneerden en werkzoekenden, en ouders korter te slapen dan mensen zonder
kinderen, zeker als de kinderen nog jong zijn (Piper, 2016). Behalve deze individuele
verschillen heeft er ook een ontwikkeling plaatsgevonden over tijd. Als gevolg van meer uren
werk, meer ploegendiensten en de 24-uurs economie, zijn mensen over het algemeen steeds
minder gaan slapen (Åkerstedt & Nilsson, 2003).
Slaap lijkt dus belangrijk te zijn voor gezondheid en welzijn, maar het lukt veel
mensen niet om stabiele gezonde slaappatronen te handhaven.
Gedragsveranderingsinterventies kunnen hierbij helpen. Gedragsveranderingsinterventies zijn
doelgerichte pogingen om mensen te ondersteunen bij gedragsverandering om zo uiteindelijk
de gezondheid of het welzijn van de doelgroep te vergroten (Peters, 2014). Omdat al het
menselijk gedrag wordt aangestuurd vanuit de motorcortex, en de motorcortex wordt
aangestuurd door neuronale activatiepatronen in andere hersengebieden, vereist
gedragsverandering onvermijdelijk aanpassing van die neurale netwerken. Op psychologisch
niveau betekent dit dat mensen moeten leren (Crutzen & Peters, 2018). Wat ze moeten leren
kan worden beschreven in termen van psychologische constructen zoals gedefinieerd in
, DETERMINANTEN VAN SLAAPGEDRAG 4
psychologische theorieën. Psychologische constructen die gedrag voorspellen heten
determinanten van gedrag, en succesvolle gedragsverandering vereist daarom altijd eerst het
in kaart brengen van deze determinanten, zodat doelgericht geïntervenieerd kan worden
(Peters & Crutzen, 2018). Omdat slaapgedrag grotendeels gezien kan worden als het gevolg
van overwogen keuzes, zijn slaappatronen te kwalificeren als beredeneerd gedrag, en de
ontwikkeling van een succesvolle interventie voor slaapgedrag vereist dus een theorie die
beredeneerd gedrag kan verklaren.
De Reasoned Action Approach
De RAA of ‘beredeneerd gedrag aanpak’ is een theorie die beredeneerd gedrag kan
verklaren (Fishbein & Ajzen, 2010), en dat bovendien succesvol heeft gedaan voor
verschillende gedragingen (Godin & Kok, 1996). Het is belangrijk om te beseffen dat
beredeneerd niet hetzelfde is als rationeel; de RAA kan ook goed werken om irrationele
overwegingen in kaart te brengen, maar gaat altijd er vanuit dat er een affectieve en/of
cognitieve overweging (‘beredenering’) ten grondslag ligt aan het gedrag. De RAA stelt dat
de voornaamste determinant van gedrag de intentie om het gedrag uit te voeren is. Deze
intentie heeft meer voorspellende waarde naarmate een individu meer daadwerkelijke controle
over het gedrag heeft, en naarmate het individu de perceptie heeft meer controle over het
gedrag te hebben. Intentie wordt voorspeld door drie determinanten, waarvan de eerste twee
elk uit twee onderdelen bestaan (Fishbein & Ajzen, 2010). Zie figuur 1 voor een schematische
weergave van de RAA.