Waarom bestaan er organisatie? In organisatieverband kunnen mensen meer waarde creëren dan
daarbuiten. Dat heeft vijf redenen.
1. Samenwerking maakt specialisatie mogelijk: Binnen een organisatie zijn mensen vaak
productiever dan wanneer ze alleen werken. Samenwerken stelt mensen in staat om te doen
waar zij goed in zijn en daardoor meer waarde toe te voegen aan producten en diensten.
2. Samenwerking geeft toegang tot hulpbronnen en technologie: maakt het mogelijk om beter
toegang te krijgen tot hulpbronnen (grondstoffen, kapitaal en arbeid) en technologie dan
wanneer iemand dat alleen probeert. Schaalvergroting levert organisaties bovendien de
mogelijkheid om sneller of beter gebruik te maken van technologie.
3. Samenwerking vormt een middel om te kunnen anticiperen op de omgeving: Door in een
organisatie samen te werken kunnen mensen zich beter beschermen tegen ontwikkelingen in
de omgeving. Veranderingen in de omgeving kunnen grote invloed hebben. Een organisatie is
dan een middel om te anticiperen op ontwikkelingen en deze te beïnvloeden.
4. Samenwerking leidt tot lagere transactiekosten: Wanneer mensen samenwerken moeten ze
afspraken maken, bijvoorbeeld over wie welke taak uitvoert, hoe wordt bepaald of die taak
goed is uitgevoerd. Afspraken maken kost geld, evenals het nazien of iedereen zich aan de
afspraken houdt. Deze kosten noemen we transactiekosten. Binnen een organisatie kan een
hogere productiviteit worden behaald door werkprocessen op elkaar af te stemmen en
transactiekosten te verlagen.
5. Hiërarchie en controle mogelijk maken: Organisatie kennen een hiërarchie, waarbij
sommigen de leiding nemen en de anderen uitvoeren wat de eersten hebben bedacht,
daarbij hun gezag accepterende.
Organisatie zonder hiërarchie: liefdadigheidsorganisatie
Hoe ontstaan organisaties nu eigenlijk? Ooit worden ze een keer opgericht door een individu of een
groep personen. Ze hebben dan als doel om een dienst of een product aan te bieden. Meestal zien
de oprichters een mogelijkheid om met een product of dienst in een bepaalde behoefte kunnen
voorzien. Die behoefte kan aan een commercieel product of dienst zijn, maar ook een religieus of
politiek karakter hebben.
Een organisatie creëert waarde door gebruik te maken van beschikbare grondstoffen, kapitaal en
arbeid (input) en daar via conversie een product van te maken (output).
Waarde wordt toegevoegd in conversiefase. In die fase worden skills ingezet om output te leveren.
Dat geldt ook voor diensten: de dokter zet zijn skills in om zieke mensen weer beter te maken.
Organisaties hebben drie dingen met elkaar gemeen, ze beschikken altijd over:
- Doelstellingen
- Mensen
- Middelen
In een organisatie is sprake van zes fundamenten:
1. Participanten: zijn de mensen waaruit een organisatie bestaat.
2. Doelen: we spreken vaak over organisatiedoelen als overkoepelend doel maar in de praktijk
streven niet alle leden van een organisatie dezelfde doelen na. Het motiveren van
medewerkers om organisatiedoelstellingen te behalen is één van de belangrijke thema’s
binnen de organisatiekunde.
3. Technologie: mensen binnen organisaties werken met technologie (methoden, machines,
hardware, software, computers) om producten te produceren of een dienst te verlenen.
, Deze technologie kan variëren van zeer eenvoudig tot zeer geavanceerd. De binnen een
organisatie gebruikte technologie heeft vergaande invloed op het arbeidsproces en de
formele structuur van de organisatie.
4. Formele structuur: de formele structuur bestaat uit de hiërarchische relaties en
taakverdeling tussen managers en werknemers. Deze relaties zijn vaak vastgelegd in
functieomschrijvingen. Daarnaast worden veelvuldig herhaalde activiteiten (bijvoorbeeld: het
produceren van een product of het verlenen van een dienst) meestal gestandaardiseerd en
vastgelegd in formele procesbeschrijvingen.
Deze processen en functieomschrijvingen noemen we formeel omdat ze een directe
relatie hebben met de doelen die de organisatie wil bereiken.
5. Informele structuur: de informele structuur bestaat uit de interacties tussen mensen en de
relaties die op een natuurlijke wijze ontstaan binnen een organisatie.
Deze structuren zijn niet formeel vastgelegd en hebben dan ook lang niet altijd een
directe relatie met de doelen van de organisatie.
6. De omgeving: omgeving refereert aan alle zaken buiten de organisatie die de organisatie
beïnvloeden of die door de organisatie worden beïnvloed. Ze worden beïnvloed door
economische ontwikkelingen, overheidsbeleid, klanten, de publieke opinie, et cetera.
Tegelijkertijd hebben zij ook invloed op klanten, omwonenden en soms zelfs op het
overheidsbeleid (via lobby’s).
Drie manieren waarop organisaties zich van elkaar onderscheiden:
1. Winst als primair doel of juist niet
2. De grootte van de organisatie
3. De rechtsvorm van de organisatie
Winst als primair doel of juist niet
Het eenvoudigste onderscheid tussen organisaties is die tussen organisaties zonder winstoogmerk
(non-profit of not-for-profit) en organisaties met winstoogmerk (for profit). Deze laatste groep
duiden we ook wel aan met de term onderneming.
Organisaties zonder winstoogmerk streven naar levering van goederen en diensten voor het
algemeen nut.
- Voorbeelden hiervan zijn organisaties als de nationale overheid, gemeenten, scholen,
verenigingen en goede doelen zoals het Wereld Natuurfonds of Greenpeace.
Non-profitorganisaties mogen een boekjaar niet afsluiten met winst. Not-for-profitorganisaties
daarentegen mogen wel winst maken maar dat is niet hun voornaamste doel.
Veel sociale ondernemingen vallen in de categorie not-for-profit.
- Zij zoeken manieren om maatschappelijke vraagstukken op te
lossen vanuit een bedrijfseconomisch perspectief, bijvoorbeeld
voedselverspilling, de beperkte toegang tot de arbeidsmarkt van
sommige categorieën werkzoekenden of de klimaatverandering.
De grootte van de organisatie:
- Micro: Een micro-onderneming telt minder dan 10
medewerkers en een jaaromzet en/of balanstotaal van
maximaal € 2 miljoen
- Klein: Het kleinbedrijf telt minder dan 50 medewerkers en een
jaaromzet en/of balanstotaal van maximaal € 10 miljoen.
- Midden: Het middenbedrijf telt minder dan 250 medewerkers
en een jaaromzet van maximaal € 50 miljoen en/of een
balanstotaal van € 43 miljoen.
- Groot: Het grootbedrijf omvat alle andere bedrijven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nanneschilders. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,79. Je zit daarna nergens aan vast.