Forensic Psychopathology
Problem 1: Free Will
04-09-2014
Several well-known brain scientists claim that consciousness does not play a role in people’s behaviour. They
argue that our decisions are the product of unconscious processes that originate from brain activity. Because
these processes operate outside our conscious control, free will is just an illusion. Some of these brain experts
reason that, since people do not have free will, criminals can not be held responsible for their crimes. They also
opine that our legal system needs to be changed. Criminals should be send to prison when they are a threat to
other people, not because of retribution.
1. What do you think: do we have free will?
2. And should our legal system be changed?
Control, free will and other humbug (Lamme, 2008)
Zaak waarin iemand zijn schoonouders mishandeld/dood terwijl hij slaapwandelde. Hij was tijdens deze
gebeurtenis bewusteloos. Hij is voor deze daad vrijgesproken omdat hij onvrijwillige, automatische handelingen
zouden zijn geweest zonder bewuste aansturing van de persoon zelf. Ons idee over vrije wil en controle is voor
een groot deel cultureel bepaald.
De kikker en de krekel
Wanneer een kikker een krekel wilt eten strekt hij zijn tong uit. Wanneer hij nog iets naar rechts moet om bij de
krekel te komen dan zal hij dit eerst doen. Voor ons lijkt het alsof de kikker weet waar hij mee bezig is. Volgens
biologen zijn het aangeleerde of aangeboren reflexen.
Kikker ziet krekel Vlekje netvlies Signaal tectum Signaal spieren
Deze simpele reflexen zorgen ervoor dat de kikker vanzelf krekels vangt.
Wanneer er een steen voor de krekel ligt dient de kikker er eerst omheen te moeten lopen. Hij dient dus eerst
verder weg te lopen van de krekel om er vervolgens juist bij te kunnen. Hier zorgt het pre-tectum voor. Deze
reageert alleen als er een grote vlek op het netvlies valt. Het pre-tectum zet dan vermijdingsgedrag in gang (een
paar stapjes terug).
Het tectum zorgt er dus voor dat de kikker krekels vangt, het pre-tectum zorgt ervoor dat de kikker om obstakels
heen loopt. Om problemen te voorkomen kan enkel een systeem tegelijk in gang worden gezet (een alles of
nietsbeslissing). De systemen zelf kiezen wie de winnaar wordt, deels op basis van activatie van de buitenwereld.
Omdat beide systemen niet samen kunnen werken en elkaar dus tegenwerken, lijkt het alsof de kikker een
beslissing maakt. Vanuit de buitenkant zie je dus cognitie die er niet is.
Een prins blijft een kikker
Het stimulusresponsrepertoire van een mens is rijker dan dat van de kikker, maar niet essentieel anders. En een
groot deel van dit repertoire wordt gestuurd vanuit de omgeving.
Apen links-rechts leren bewegen als er iets links-rechts wordt aangeboden werkt. Wanneer er een soort ruis is, is
het afwachten wanneer het beeld net meer links of net meer rechts vormde (winner-takes-all principe) wat de
aap zal doen. De aap heeft dan geen vrije keuze, de ene cel was gewoon iets sneller dan de andere cel.
In het algemeen geldt het zo dat iets algemeens, iets bekends, een sterker signaal geeft (mere exposure effect).
Zou dit dan ook zo werken wanneer er gestemd dient te worden? Iemand is ergens al jaren bekend mee (CDA)
wat erin is gesleten en kiest natuurlijk voor het CDA. De zwevende kiezer heeft de PVDA net even wat meer op
TV gezien en kiest voor deze partij. In ieder geval hebben een boel onbewuste factoren invloed op de keuze die
wordt gemaakt (langer is beter, recht gezicht wint vaker dan rond, lage stem is beter). Mensen weten vaak niet
waar hun keuzes vandaan komen, ze denken het alleen maar te weten. Libet: knopjes drukken wanneer ze drang
voelde om te drukken hersenen hadden al eerder de keuze gemaakt dan dat het knopje werd ingedrukt. De
vrije wil lijkt dus juist op de daad te volgen en gaat dus niet vooraf aan een daad.
Je brein besluit iets te doen, en achteraf verzin jij daar een reden bij. Onderzoek naar split-brain patienten wijst
namelijk uit dat wanneer je patienten in het linkergedeelte van het gezichtsveld het woord ‘kip’ laat zien, de
linkerhand bijvoorbeeld bijpassend een plaatje van een ‘ei’ aanwijst. De rechterhersenhelft heeft een keuze
gemaakt maar de patient kan niet benoemen waarom hij voor het ei koos (omdat hij trek had). In de linkerhelft
zit de kwebbeldoos (brain interpreter) die al ons gedrag van een reden wil voorzien.
Willens en wetens
Theory of mind: door je te verplaatsen in een ander kun je weten wat hij weet en kun je zijn gedrag voorspellen.
De mens voorspelt het gedrag van de ander in termen van diens motivatie, kennis en vermogens (hij wil dat, hij
weet dat en hij kan dat). Maar willen of weten bepaalt niet het gedrag van de ander. Dit passen we ook toe op
ons zelf.
1
,Schuld en boete
Het idee dat we onze daden controleren met onze gedachten, is tot nu een illusie. Iemands persoonlijkheid is
helemaal verspreid over het brein, niet in een bepaalde controlemodule. De persoon is wat hij doet, niet wat hij
er later of van te voren over denkt of zegt. Dat brein, en de persoon eromheen moet worden aangepakt als het
iets fout doet.
Noties als ‘intentie’ en ‘controle’ kunnen beter worden geschrapt uit het strafrecht. In het voorbeeld van het
slaapwandelen was de persoon ontoerekeningsvatbaar verklaard omdat hij werd beperkt in zijn keuzevrijheid
wat hem niet verantwoordelijk kan stellen. Hij kon niets anders doen, bepaalde delen van zijn brein stonden uit,
en andere stonden aan (die hij niet zelf uit kon schakelen)…
Impulsieve daden hebben dieper ingesleten stimulus-responskoppelingen (meer getraind, winner-takes-all al
door eerste opwelling) en zouden dus juist hoger gestraft moeten worden dan doorddachte daden.
Kijk meer naar de daden dan naar de woorden.
Conclusie Werkgroep 2
Neuronen bepalen om dat moment welke keuze je maakt (welke neuronen iets sterker vuren. Wij denken als we
een kikker een krekel zien vangen dat hij erover nadenkt. Maar dat is dus niet zo volgens Lamme. Het is geen
gedrag maar het is simpel terug te leiden naar het brein. Zelfs bij apen is het zo. Dan kan men zeggen dat de
mens hoger is dan de aap en we hebben taal en bewustzijn. Maar wij hebben taal om ons gedrag van een reden
te voorzien. Het onderzoek (Libert) met het op de knop drukken wanneer je wilde toont aan dat het brein de
keuze eerder maakt voordat het zich uit in gedrag.
Je kunt gedachten veranderen maar niet hoe mensen zich gedragen. Vandaar dat impulsieve daden erger
gestraft zouden moeten worden.
For the law, neuroscience changes nothing and Everything (Greene & Cohen, 2004)
Twee theorieen van straftoemeting: utilitarisme en retributivisme
Utilitarisme (consequentionalism): Straftoemeting wordt rechtvaardigd door de toekomstige heilzame effecten.
De voornaamste strafdoelen zijn de preventie van toekomstige misdaden door het afschrikkende effect van het
strafrecht en de opsluiting van gevaarlijke personen (beschermen van de gemeenschap). Deze theorie zou
theoretisch gezien zware straffen toelaten (doodstraf op parkeerovertredingen; komt dan niet meer voor) en
onschuldige mensen kunnen veroordelen om ze te laten afschrikken.
Retributivisme: Bij gebrek aan verzachtende omstandigheden verdienen mensen die crimineel gedrag vertonen,
gestraft te worden en daarom straffen we hen. Straffen wordt hier gezien als vergelding (retribution).
Vrije wil en retributivisme
Determinisme: Handelen door wat je in het verleden hebt meegemaakt, samen met vele andere vaststaande
factoren (bijvoorbeeld natuurwetten). De mens is dus niet vrij. Zo denkt de wetenschap vaker.
Er bestaan drie standaardantwoorden op het probleem van de vrije wil:
1. Hard determinisme: Accepteert de incompatibiliteit van de vrije wil en het determinisme, verdedigt het
determinisme en verwerpt de vrije wil.
2. Indeterminisme: Accepteert de incompatibiliteit, maar ontkent dat het determinisme waar is. De
natuurwetten bepalen niet of jij liever soep of salade hebt. De mens is wel vrij. Zo denken de meeste
mensen.
3. Compatibilisme: Geven toe dat sommige concepten van de vrije wil onverdedigbare, paniekerige
metafysica kunnen vereisen, maar houden vol dat de vrije wil die ‘het wensen waard is’, volledig
compatibel is met het determinisme. De vrije wil is volgens hen een volkomen natuurlijk,
wetenschappelijk onderbouwd fenomeen en maakt deel uit van de algemene menselijke conditie.
Mensen zijn nog steeds verantwoordelijk voor hun gedrag.
Als we veronderstellen dat mensen uitsluitend gestraft kunnen worden voor handelingen uit vrije wil, dan
impliceert het hard determinisme dat niemand echt straf verdient (retributivisme en hard determinisme kan niet
samen gaan). De gebruikelijke rechterlijke strafmaat is compatibilistisch. Wanneer iemand retributisvistisch is
gelooft diegene dus niet in een vrije wil, alleen wanneer iemand hard deterministisch is.
Neurowetenschappen veranderen niets
Het rechtsysteem gaat er van uit dat mensen rationeel zijn in de zin dat hun gedrag verantwoordelijk kan worden
gesteld aan hunzelf. Maar volgens neurowetenschappen wordt dit steeds meer ontkracht. Maar hoe kan iemand
een straf krijgen als het rechtssyteem mee gaat in de neurowetenschappen? Men zal dan niet meer uit kunnen
gaan van een vrije wil van de mens.
Toch benoemt het rechtssysteem dat het alleen kijkt naar minimale rationaliteit wat volgens hen niet gelijk staat
aan de vrije wil. Zolang dit het geval is, kan het mensen als vrij blijven beschouwen (compatibilisme) en normale
mensen verantwoordelijk houden voor hun wandaden, waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor diegenen
die niet voldoen aan de vereisten van algemene rationaliteit. De neurowetenschappen veranderen hier niets aan
want elk gedrag is terug te leiden naar hersenactiviteiten. Zelfs wanneer er nieuwe stoornissen ontdekt worden
wil dit niet zeggen dat dit leidt tot een verminderde keuzevrijheid van een persoon. Het wordt altijd samen in de
2
, context van het delict gemeten.
Fundamentele rechtspsychologische fout: Denken dat neurowetenschappen een rechtsgeldig excuus kunnen
vormen; neurowetenschappen zijn geen bedreiging voor de verantwoordelijkheid van crimineel gedrag.
Wat is werkelijk van belang voor verantwoordelijkheid?
Volgens het rechtssysteem is het in een geval van vermoedelijke verminderde toerekeningsvatbaarheid de
hamvraag of de aangeklaagde tijdens het plegen van het delict voldoelde rationeel was. Veel mensen begrijpen
echter niet dat die persoon niet onafhankelijk is van de stoornis (ontwikkeling, genen).
Toch wordt er in het rechtssysteem gekeken naar de neurowetenschappen. Adolescenten hebben minder zware
straffen omdat hun brein nog niet volledig is ontwikkeld waardoor zij in bepaalde situaties nog niet rationeel
genoeg kunnen nadenken. Echter kunnen hersenprocessen niet worden aangehaald omdat je dan de hersenen
de schuld geeft en de persoon niet verantwoordelijk houdt.
Het ‘Boys from Brazil’-probleem
Creeeren van nazi-familie door dna te gebruiken en zo een te moordenaar maken. De psychologie zou dan
zeggen dat het door zijn genen en omstandigheden komt dat hij dit heeft gedaan. Er zijn namelijk factoren buiten
zijn macht geweest die een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van de moord. Het rechtssysteem vraagt
zich af of hij rationeel was tijdens het plegen van de moord. In de ogen van de wet is hij volledig
verantwoordelijk, psychologisch is hij niet te onderscheiden van een prototypische schuldige crimineel. Meneer
Marionet is dan wel rationeel en het waren zijn verlangens en overtuigingen, maar juist deze verlangens en
overtuigingen zijn gemanipuleerd waardoor het intuitief meer ons medelijden verdient dan onze morele
veroordeling.
Toch is Meneer Marionet niet anders als ons. Ook bij ons hebben genen en het milieu effect op ons handelen.
Alleen de intenties van anderen zitten achter de genen en het milieu van Meneer Marionet.
Neurowetenschappen en de transparante flessenhals
De neuroweteschappen houden de belofte in om de ‘black box’ van de geest te veranderen in een transparante
flessenhals. Er zijn veel oorzaken die een invloed hebben op gedrag, maar deze moeten allemaal – van geerfde
genen tot lage rugpijn en het advies dat je grootmoeder je gaf toen je zes jaar was – hun invloed uitoefenen via
de hersenen. Daarom fungeren je hersenen als flessenhals voor alle krachten die in het universum van je
verleden aanwezig zijn en die bepalen wie je bent en wat je doet. Bovendien bevat deze flessenhals de
evenementen die, intuitief het belangrijkste zijn voor morele en wettelijke verantwoordelijkheid en het kan zijn
dat we deze binnenkort nauwkeurig kunnen waarnemen.
De botsing tussen volkspsychologie en volksnatuurkunde
Wij geloven dat wij de niet-fysieke veroorzakers van fysieke gebeurtenissen zijn.
Er zijn twee soorten: mensen en dieren en materie die levenloos is (rotsen en plassen). Maar mensen herkennen
zelfs leven en overtuigingen aan driehoekjes en cirkels die in een simpel filmpje bewegen. We zien er sociale en
morele gebeurtenissen in. Mensen zien dus intenties in het gedrag van anderen (volkspsychologie). Mensen met
autisme zijn slecht in het oplossen van problemen die volkspsychologie vereisen, maar kunnen goed uit de
voeten met problemen die betrekking hebben op hoe fysieke objecten (bijvoorbeeld machineonderdelen) zich
gedragen, dat wil zeggen volksnatuurkunde. We worden bozer als iemand ons nat spuit wanneer we buiten
zitten dan wanneer het regent. Want van de persoon verwachten we een intentie, van de regen niet. We vinden
moreel iets afkeurenswaardig als het een geest heeft met een intentie. Het wordt een probleem als we mensen
als fysieke systemen beschouwen (niet anders dan rotsen) maar ook als we verwachten dat mensen intenties
hebben (altijd schuldig als het gedrag moreel afkeurenswaardig is).
Vrije wil, verantwoordelijkheid en utilitarisme
Voor wat betreft de vrije wil geldt het hard determinisme. Echter betekent dit niet dat er geen legitieme plaats is
voor verantwoordelijkheid.
Conclusie
Het is onwaarschijnlijk dat de neurowetenschappen ons iets kunnen vertellen dat de stellingen van het
rechtssysteem kan weerleggen. Wij zijn echter van mening dat nieuwe bevindingen van de neurowetenschappen
verandering zullen brengen in de wijze waarop mensen over menselijk handelen en strafrechtelijke
verantwoordelijkheid denken doordat deze oeroude beginselen levendig illustreren. Vrije wil, zoals wij deze
normaal zien, is een illusie die door onze cognitieve architectuur wordt gewekt. Het retributieve concept van
strafrechtelijke verantwoordelijkheid is uiteindelijk gebaseerd op deze illusie en als we geluk hebben, wordt dit
vervangen door een utilitaristisch concept dat onze benadering van strafrechtspleging radicaal verandert.
Momenteel veroordeelt het rechtssysteem personen wier gedrag duidelijk het product is van krachten die
uiteindelijk buiten hun macht liggen, streng maar genadig. Wellicht komt het moment dat het rechtssysteem alle
veroordeelde misdadigers op deze manier behandelt, dat wil zeggen: menselijk. Ze willen graag utilitarisme
omdat ze in het hard determinisme geloven.
3