100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting La France Contemporaine €2,99
In winkelwagen

College aantekeningen

Samenvatting La France Contemporaine

2 beoordelingen
 466 keer bekeken  6 keer verkocht

Volledig uitgewerkte samenvatting van La France Contemporaine, eerstejaars vak Franse taal en cultuur

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • 16 oktober 2014
  • 19
  • 2014/2015
  • College aantekeningen
  • Chatot, laroui, drijkoningen
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (1)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: lievepiket • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: patrickvoetbal11 • 7 jaar geleden

avatar-seller
AnniekStuvia
La France Contemporaine. Colleges.

HC1: 03.09.2014 Culture  Intro les Français Chatot
Frankrijk: vrouwen krijgen 2 kinderen, meer dan in Nederland (1,7). Familie is belangrijk maar er
wordt steeds minder getrouwd. Mensen leven vaak alleen.
Hoort Frankrijk bij Noord-Europa of bij Zuid-Europa? Linguïstiek Zuidelijk (Romaanse taalfamilie
met Spaans, Italië). Economisch  meer bij Zuid? Permanente ‘werkloosheidsziekte’: altijd rond de
10% (Nederland rond de 5 of 6%).
Heel Frankrijk gelijk? “We zijn gelijk, maar sommige zijn meer gelijk dan anderen.” Wel wat
ongelijkheid  heel arm gedeelte en heel rijk gedeelte. Niet extreem vergeleken met de rest van
Europa.
Frankrijk land van agricultuur? Mwah, momenteel 3%. Tot de jaren ’50 grootste groep boeren.
Parijs: 12 miljoen wonen er in de agglomeratie (2 miljoen binnen Parijs).
Noorden van Frankrijk is het armste. (vroeger veel mijnwerkers trouwens (thanks Claire!)).
De Fransen gaan langer naar school dan de Nederlanders. In Nederland werken dus meer jongeren
dan in Frankrijk. In Frankrijk werken de mensen tussen 55-64 jaar minder.
Onafhankelijkheid van de vrouwen is groter in Frankrijk dan in Nederland: in Frankrijk werken meer
vrouwen fulltime. In Nederland is het minder geaccepteerd dat de vrouw fulltime werkt en het kind
constant naar de crèche o.i.d. gaat.
In april 2013 heeft het parlement het huwelijk voor iedereen (dus ook homohuwelijk) goedgekeurd.
Maar men is tegen homostellen met kinderen. Daardoor waren er ook opstanden.

Films
La vie est un long fleuve tranquille: speelt zich af in verschillende milieus in de jaren ’80.
Bienvenue chez les Ch’tis: gaat over contrast tussen noord en zuid.

HC2: 09.09.2014 Linguïstiek  Variations régionales Drijkoningen
Lexicologie = studie van de woorden
Phonétique/orthographe = studie van de ‘geluiden’
Sémantique = studie van de betekenis
Morphologie = studie van de structuur van de woorden
Syntaxe = studie van de structuur van de zinnen
Grammaire = studie van de structuur overig?

Socio-linquistique
Société (française) <> langue (française). Het accent wordt op het sociale aspect gelegd.

Langue ‘standard’: Ile-de-France
Het standaard Frans wordt gegeven op de scholen. Belangrijk doel van de scholen is dat iedereen
standaard Frans leert te praten en te schrijven.

Geaccepteerde dialecten: flamand, alsacien, corse
Niet-geaccepteerd: basque, breton, catalan (want niet herkenbaar of zo)

Bestudeer de vragen + de kaart maar ff voor het tentamen… (de kaart kun je vinden via de link bij de
vragen). Kijk op de kaart ook welke talen bij langues d’oil en langes d’oc horen (zie onderaan).

HC3: 10.09.2014 Culture  Enseignement Chatot
Een republikeins project: gratis school, verplicht en gescheiden van religie.
 Jules Ferry 1881/1882. Voor jongens én meisjes. 6-13 jaar. Vijf dagen per week, zondag en
donderdag vrij. Certificat d’Etudes Primaires CEP.


1

,Een politiek project: L’école de la République
 Missie tot nationale integratie/nationale eenheid – tegen de regionale verscheidenheid
 Opleggen van het republikeinse ideaal – tegen het katholieke/monarchistische ideaal.
La Raison contre la Foi. Liberter la réligion
 Missie instructie en educatie van het volk

1905: scheiding van kerk en staat (daarvoor was het alleen scheiding van onderwijs en kerk)

Geen scheiding qua niveau op Franse lycée zoals in Nederland. Iedereen kan zijn bac halen. Er
bestaat een bac professionnelle voor hen die niet goed presteren op school.

HC4: 16.09.2014 Littérature  Les mythes de l’école Laroui
Franse schoolsysteem bestaat uit het mengen van leerlingen van verschillende origine. Er bestaan
geen volledig Marokkaanse scholen (bijv.).
Creatie van het Franse onderwijs:
 De mythe van Charlemagne (Karel de Grote, 789) créant de school
 Het ideaal van een humanistische onderwijs  verbeteren van de mens, homo universalis,
hervatten van het denken zoals in de Griekse oudheid ooit ook eens gebeurde
 Rousseau (Émile ou de l’éducation, 1762) (Rousseau was inwoner van Genève, onafhankelijk
van Frankrijk, dus in feite is hij niet Frans). Rousseau was tegen onderwijs voor meisjes. Hij
vond dat vrouwen alleen een rol in familie hadden.
 De wetten van Jules Ferry (1881-1882): instructie/opleiding (niet onderwijs) is gratis en
verplicht en gescheiden van religie. Les Hussards noirs de la République; la méritocratie. Nu
ook onderwijs voor meisjes.
Mythe van het Franse onderwijs: iedereen kan slagen, iedereen kan worden wat hij wil.
Elitisme républicaine: niet vanuit gegoede families, ongeacht wie je vader is, als je goed genoeg bent
op school etc. dan kun je tot de elite behoren.
Elitisme = het idee dat je een elite moet hebben

Pierre Bourdieu (Denguin, 1 augustus 1930 – Parijs, 23 januari 2002) was een Franse socioloog. In
eigen land was hij een vooraanstaande linkse intellectueel, daarbuiten was hij vooral onder sociaal-
wetenschappers bekend. Mede dankzij zijn magnum opus La distinction uit 1979 geldt hij als een van
de grote sociologen van de twintigste eeuw.
Volgens Bourdieu worden de handelingen van individuen niet volledig bepaald door zoiets abstracts
als ‘de maatschappij’, noch bestaat de maatschappij volledig uit de optelsom van de handelingen van
individuen, maar is er eerder sprake van een wisselwerking. Om deze kloof tussen Lévi-Strauss en
Sartre te overbruggen ontwikkelde hij het begrip veld (champ). De samenleving bestaat uit
verschillende, elkaar overlappende, velden, zoals de politiek, de wetenschap en de kunst. Binnen
deze velden is een voortdurende (deels onbewuste) machtsstrijd gaande tussen de medespelers om
de schaarse middelen die binnen dat veld op het spel staan. Binnen elk veld gelden specifieke (weer:
deels onbewuste) spelregels waar de deelnemers zich aan moeten houden.
Om in een veld macht en invloed te verwerven hebben mensen kapitaal nodig. Het gaat dan niet
alleen om economisch kapitaal, zoals geld en onroerend goed, maar ook om cultureel kapitaal
(kennis, vaardigheden, opleiding) en om sociaal kapitaal (relaties, netwerken). Deze driedeling is
geïnspireerd door de theorie van Weber. Later heeft Bourdieu hier nog andere vormen van kapitaal
aan toegevoegd, zoals symbolisch en linguïstisch kapitaal (beheersing van de taal van de dominante
cultuur).
In elk veld ontwikkelen mensen onbewust een bepaalde habitus, een duurzame manier van
waarnemen, denken en handelen, waarmee mensen zich in het veld kunnen handhaven en verder
kunnen komen. Mensen die zich al lang in een veld bevinden, bijvoorbeeld sinds hun geboorte,
hebben zo een voorsprong op nieuwkomers, omdat de habitus bij hen volledig geïnternaliseerd is. De


2

, habitus is dus door het samenspel van individuen gevormd, om vervolgens structurele vormen aan te
nemen die hun handelen verder beïnvloedt: ziehier de sleutel tussen individu en maatschappij,
tussen micro en macro.

Alcuin (8e eeuw) en de zeven vrije kunsten: hij richtte een nieuwe school op om de toekomstige elite
te vormen (religieus en laïque). Dit onderwijs kende twee graden:
Trivium (alfa): grammatica, dialectiek, retoriek. Men ziet alfa als basis om de kennis van bèta te
kunnen krijgen. En quadrivium (bèta): aritmetiek, muziek, geometrie, astronomie.
Waarom wilde hij dit? Frankrijk had niet de Franse taal, er waren veel patois.

Charlemagne heeft de school niet uitgevonden; hij wilde alleen een administratieve orde creëren.
School was voor het vormen van fonctionnaires.
Ferry heeft school niet verplicht gemaakt; hij heeft opleiding verplicht gemaakt.

Mythe  égalité bestaat niet volledig, ook vanwege habitus
Habitus  kinderen uit rijke families hebben toch meer kansen

HC5: 17.09.2014 Linguistique  Francophonie Drijkoningen
Francophonie= produceren “sons” (phon) = geluiden van de Franks (“franc”), dus zij die Frans praten.
Franks is een Germaans volk, rijk van Charlemagne (Karel de Grote). Vandaar ook Frankrijk. Toen
Charlemagne dood ging werd zijn rijk over zijn twee zonen verdeeld.  “Les Serments de
Strasbourg” (842)  de beloftes van de twee zonen dat ze elkaar niet zouden aanvallen.

Voor hen die thuis een andere taal spreken, maar wel in een franstalig land wonen, is Frans de
“langue seconde” die ze op school leren/spreken. Langue seconde is de taal die je nodig hebt om te
functioneren in de samenleving (NT2 is voor allochtonen). Langue étrangère is de taal die je niet
nodig hebt voor de samenleving waarin je woont, maar een vreemde taal. In het Nederlands kennen
we deze onderscheiding niet.

Langue officielle: alle officiële documenten ook in het Frans.
Langue co-officielle: je kan prima functioneren met de andere taal. Frans spreken brengt wel meer
carrière mogelijkheden met zich mee.

In Frankrijk is het voor buitenlanders belangrijk Frans te spreken op B2-niveau.

Frankrijk heeft nog overzeese “kolonies” (outre-mer = overzees). DOM/TOM

Miniscule- f rancophone= landen waar men Frans praat
Majuscule- F rancophone= een politieke organisatie. Verdedigd de interesses van de francophones.
B. promoten in andere landen
Waarom Francophonie? “Frustration”. Vooral in de 19e eeuw, na de Revolutie en na Napoleon, de
Franse taal is de taal van de diplomaten (internationaal), de taal van de cultuur en kunst, het is de
eerste vreemde taal om te leren. Na 1850 wordt dat Engels. Strijden ze tegen het Engels? Ja want de
wording van Engels als wereldtaal is een bedreiging voor de Franse taal.

POM = pays d’outre-mer
COM = collectivité d’outre-mer

HC6: 23.09.2014 Linguistique  Le langage des jeunes Drijkoningen
Het is de nieuwe generatie de Franse taal verandert  Verlan

500: latin vulgaire (gesproken door gewone mensen)

3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnniekStuvia. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  6x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd