Figuur 1: Schema van de decentrale overheden
________________________________________________________________
A. OPEN VRAGEN:
Vraag 1
Lees onderstaand krantartikel en beantwoord de vragen
VOLKSKRANT 16 JANUARI 2014
Rutte: gemeenteraad niet machteloos door decentralisatie
Gemeenteraden worden niet machtelozer door de decentralisatie van overheidstaken.
Uiteindelijk bepalen zij zelf hoe de nieuwe taken worden uitgevoerd, ook al gebeurt dat in
regionale samenwerkingsverbanden van diverse gemeenten.
Premier Mark Rutte zei dat vandaag tijdens een congres van het Kwaliteitsinstituut
Nederlandse Gemeenten in Den Bosch. Hij probeerde de vrees weg te nemen bij veel
raadsleden dat zij minder te zeggen krijgen door de decentralisatie van bijvoorbeeld de
jeugdzorg, de langdurige zorg en de verantwoordelijkheid voor de arbeidsmarkt.
Gemeenten zijn vaak niet in staat die taken in hun eentje uit te voeren. Ze doen dat daarom
in samenwerking met buurgemeenten. Binnen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is
ervoor gewaarschuwd dat 'de lokale democratie hierdoor het nakijken heeft'.
Volgens Rutte loopt dat niet zo'n vaart. Ook in de toekomst kunnen gemeenteraden hun
eigen eisen en voorwaarden blijven stellen, zei hij. Daardoor kan er recht worden gedaan
aan lokale en regionale bijzonderheden.
De premier betoogde dat de oplopende kosten van allerlei voorzieningen het Rijk wel
dwingen te hervormen. Decentralisatie is daarvoor volgens hem de beste manier. 'De kracht
van decentraliseren, van dingen aan gemeenten overlaten, is dat het dicht bij de mensen
gebeurt.'
Rutte zei blij te zijn met de 'positieve manier' waarop gemeenten de decentralisatie uit
regeerakkoord oppakken. Bij gemeenten was de afgelopen tijd nogal wat verzet tegen de
overheveling van taken.
a. In welk deel van de Grondwet vindt men de juridische grondslag (basis) voor de
gedecentraliseerde openbare lichamen?
- Decentrale overheden staan in hoofdstuk 7 van de grondwet.
- Art. 123 Gw: gemeenten en provincies
b. Wat wordt, in het kader van de staatsinrichting van Nederland, precies verstaan
onder ‘decentralisatie’?
- Decentralisatie houdt in dat een deel van de wetgevende en bestuurlijke taak
wordt opgedragen door hoge overheden aan lagere overheden.
- Overlaten of toekennen van publiekrechtelijke taken en bevoegdheden en andere
bestuursbevoegdheden door hogere overheden aan lagere overheden. Dit houdt
in dat spreiding van overheidsmacht over verschillende niveaus plaatsvindt.
Vraag 2
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Gedecentraliseerd betekent dat de
organisatie van de overheid in Nederland uit verschillende lagen bestaat. Naast de centrale
overheid kent Nederland zogenoemde decentrale overheden. In dit kader kan onderscheid
gemaakt worden tussen territoriale en functionele decentralisatie.
Wat wordt verstaan onder territoriale en functionele decentralisatie? Geef van beide een
voorbeeld.
- Territoriale decentralisatie: decentrale overheden die een huishouden hebben op eigen
grondgebied op het gebied van regelgeving en bestuur ter behartiging van algemene
belangen. Bijvoorbeeld de provincies, gemeentes, waterschappen.
- Functionele decentralisatie: decentrale overheden die bevoegdheden hebben op het gebied
van een bijzondere taak in het kader van de behartiging van het algemeen belang. Bijv.:
waterschap en ZBO’s.
Vraag 3
De decentralisatie in Nederland is georganiseerd via zogenaamde openbare lichamen; ook
wel publiekrechtelijke rechtspersonen genoemd.
a. Noem voorbeelden van openbare lichamen op centraal niveau en decentraal niveau.
- Decentraal niveau: provincies art. 125 Gw.; gemeenten art. 125 Gw;
waterschappen art. 133 Gw.
- Centraal niveau: Staat der Nederlanden art. 42, 44, 45 46 Gw.
b. Noem de bijbehorende (bestuurs-)organen van de door u in onderdeel a. opgesomde
openbare lichamen.
- Staat der Nederlanden
Art. 42, 44, 45 en 46 Gw. Regering; Ministerraad; Ministers; Staatssecretarissen;
Gedeconcentreerde ambten/diensten o.g.v. bijzondere bestuursrechtelijke
wetgeving; Zelfstandige bestuursorganen (zbo)
- Provincie
Art. 125 lid 2 Gw. Provinciale Staten = Algemeen bestuur; Gedeputeerde Staten;
Commissaris des Konings = voorzitter
- Gemeente
Art. 125 lid 2 Gw. Gemeenteraad; College van b&w; Burgemeester= voorzitter.
, c. Waarvoor is het onderscheid tussen openbaar lichaam en bestuursorgaan in het
recht van belang?
De uitoefening van privaatrechtelijke bevoegdheden door, of de toerekening van
privaatrechtelijke handelingen geschiedt door of aan de publiekrechtelijke
rechtspersoon. Je stelt dus niet het bestuursorgaan aansprakelijk wegens
onrechtmatige daad, maar de rechtspersoon (provincie!).
De uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheden van wetgeving en bestuur
vindt plaats door de organen van de publiekrechtelijke rechtspersoon waaraan ook de
toerekening plaatsvindt. Bv. Bezwaar instellen, doe je niet bij het waterschap, maar
(meestal) bij het dagelijks bestuur.
Vraag 4
Overheidsbestuur wordt dikwijls uitgeoefend door zogenaamde Zelfstandige
Bestuursorganen (zbo’s). Kunnen zbo’s worden gerekend tot de decentrale overheden?
Nee in beginsel bepaalt artikel 1 sub a Kaderwet zelfstandige bestuursorganen dat een zbo
een bestuursorgaan van de centrale overheid is met openbaar gezag bekleed, en dat niet
hiërarchisch ondergeschikt is aan een minister.
- Hiermee kan een zbo dus niet worden gezien als vorm van decentralisatie. Door de
zelfstandigheid die een zbo heeft, lijkt het wel alsof het een vorm is van decentralisatie. In
vele gevallen moet een zbo verantwoording afleggen aan de betrokken minister of
staatssecretaris (dit hoeft niet bij decentralisatie).
Vraag 5
De decentrale overheden zijn om diverse redenen vaak gedwongen om met
elkaar samen te werken.
a. Noem een aantal motieven die bestuurlijke samenwerking noodzakelijk maken.
1. Financieel voordeel i.v.m. noodzakelijke bezuinigingen van de centrale overheid.
2. Politiek-bestuurlijke argumenten, bijv. om het draagvlak van een bepaald beleid te
bevorderen.
3. Verplichte samenwerking.
b. In welke vormen, en op welke wijzen, geschiedt deze samenwerking?
1. bijv. de 25 veiligheidsregio’s waarin Nederland is opgedeeld.
2. bezit geen rechtspersoonlijkheid, dus ook geen algemeen bestuur en dagelijks
bestuur. Heeft ook geen privaatrechtelijke bevoegdheden. Komt in de praktijk niet vaak
voor.
3. nieuw sinds 1/1/2015, bezit rechtspersoonlijkheid en heeft in tegenstelling tot een
gemeenschappelijke regeling slechts één orgaan. Er kunnen uitsluitend colleges van
B&W in deelnemen en kunnen alleen worden ingesteld voor de behartiging van de
sturing en beheersing van ondersteunende processen en uitvoeringstaken. Bij
Uitvoeringstaken alleen mag gaan om taken die naar hun aard geen of weinig
bestuurlijke aansturing en controle vragen en waarbij geen beleidsmatige keuzes meer
hoeven te worden gemaakt
4. bijv. één gemeente neemt voor andere de sociale dienst voor haar rekening
5. ‘regeling zonder meer’. Niet expliciet genoemd in Wgr maar artikel 1 Wgr vormt
hiervoor de basis. Er is geen organisatorisch verband, de samenwerking berust op
convenanten, afspraken en intentie verklaringen.
A. Privaatrechtelijk via de oprichting van of deelname aan een privaatrechtelijke
rechtspersoon, zie voor de voorwaarden art. 160 Gemw.
3
, B. publiek-private samenwerking (pps). Samenwerking tussen overheid en het
particuliere bedrijfsleven.
c. In verband met de decentralisatie van allerlei taken op het gebied van
maatschappelijke) zorg- en jeugdwetgeving wil een aantal gemeenten in de provincie
Utrecht een NV oprichten om bijv. zo goedkoop mogelijke zorg bij private aanbieders
te kunnen inkopen. Is dit wettelijk toegestaan, en zo ja, onder welke voorwaarden?
Het college van b&w is op grond van art. 160 lid 2 Gemw. bevoegd tot het oprichten van
of deelname aan een privaatrechtelijke rechtspersoon zoals een NV, maar hierbij gelden
de volgende eisen:
- Dit besluit moet ‘in het bijzonder aangewezen worden geacht voor de behartiging van
het daarmee te dienen openbaar belang’ bij de behartiging van publieke belangen
volgens de wetgever heeft de gemeenschappelijke regeling dus de voorkeur.
- Het besluit kan pas worden genomen nadat het ontwerpbesluit aan de raad is
toegezonden. De raad wordt vervolgens in de gelegenheid gesteld zijn wensen en
bedenkingen kenbaar te maken. Art. 160 lid 2 Gemw.
- Op grond van art. 160 lid 3 Gemw. moet het besluit ter goedkeuring worden voorgelegd
aan Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht.
Vraag 6
Op grond van artikel 155a Gemeentewet kan de raad op voorstel van een of meer van zijn
leden een onderzoek naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur
instellen.
a. Waarom is er in dit artikel sprake van attributie? U kunt uw antwoord motiveren
zonder het noemen van een wettelijke bepaling.
De bevoegdheid om een onderzoek in te stellen naar het door het college of de
burgemeester gevoerde bestuur wordt in het leven geroepen en toebedeeld aan de
raad in dit artikel. Door de wetgever.
De raad wil zijn bevoegdheid om op grond van artikel 155a Gemeentewet een onderzoek in
te stellen naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur delegeren aan een
door hem ingestelde bestuurscommissie.
b. Kan de raad deze bevoegdheid delegeren aan deze bestuurscommissie? Motiveer
uw antwoord met behulp van de relevante wettelijke bepaling(en).
Delegatie van deze bevoegdheid aan een bestuurscommissie is niet toegestaan.
Dit is slechts toegestaan indien de bevoegdheid daartoe bij wettelijk voorschrift is
voorzien, art. 10:15 Awb.
Art. 156 lid 1 Gemw bepaalt dat de raad aan het college bevoegdheden kan
overdragen. Voorwaarde is wel dat de aard van de bevoegdheid zich niet tegen
overdracht verzet.
De bevoegdheid tot overdracht tot instelling van een onderzoek, bedoeld in art. 155a
lid 1 Gemw. wordt echter expliciet uitgesloten in art. 156 lid 2 aanhef en onder b
Gemw.
c. Waarom is delegatie aan ondergeschikten op grond van artikel 10:14 Awb niet
toegestaan?
Omdat bij delegatie ook de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de
bevoegdheid verschuift, art. 10:17 Awb. Bijv.: In de relatie tussen het college en de
ambtenaar kan het niet zo zijn dat de ambtenaar eindverantwoordelijk is voor de
uitoefening van de bevoegdheid. Het is altijd het college dat daarvoor
verantwoordelijk is en daar ook door de raad op aangesproken kan worden.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gbag. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.