Uitgebreide aantekeningen van de 11 hoorcolleges van het vak Methoden van Klinische Diagnostiek. Dit vak wordt gegeven in het 3e jaar van de bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen (o.a. specialisatie orthopedagogiek). Met behulp van dit document krijg je uitgebreide uitleg over begrippen en t...
Valkuilen diagnosticus I – waarom werken met een Diagnostische cyclus? – omdat we eigenlijk heel
gemakkelijk in een aantal valkuilen kunnen vallen (o.a.) :
• Anchoring/primacy effect: het in de oordeelsvorming bevoordelen van informatie die het eerst
wordt verkregen – bijv. kind mogelijk sprake van ADHD, dan ben je in de rest van diagnosticeren al zo
bezig met de mogelijkheid van ADHD dat je zoekt naar informatie die dat bevestigd
→ intakevragenlijst wijst op ADHD? Dan is er vast sprake van ADHD...
• Excessive data collection: het verzamelen van veel meer – en vaak overbodige – gegevens dan
nodig is (idee van hoe meer info, hoe beter = kan leiden tot fouten & overmatig gebruik van
instrumenten/vraag aan) → juist met zo min mogelijk middelen zoveel mogelijk info verzamelen.
→ meerdere vragenlijsten afnemen ondanks voldoende info…
• Confirmation bias: neiging om op zoek te gaan naar informatie die eigen veronderstelling
ondersteunt (zie Anchoring bias uitleg)
→ je vermoedt ADHD dus zie je de ASS kenmerken niet..
Valkuilen diagnosticus II
• Framing: neiging om symptomen te interpreteren op basis van de wijze waarop het is
gepresenteerd
→ (zo kun je in een verwijsbrief bijv. zien dat er): positief (wel sprake van) of negatief (geen sprake
van) geformuleerde info... → neiging om de positief geformuleerde informatie te onthouden
(symptomen) en we vergeten dan dat er sprake is van negatieve symptomen (dus waar geen sprake
van is) = dus alleen op basis van de positieve symptomen baseren dat er ADHD is.
• Availability bias: neiging om het eerste dat in je opkomt of de informatie die het meest opvalt als
waarheid te zien
→ net een kind met ASS gezien, dan gekleurde blik bij zien volgende kind… → daardoor intrepreteer
je misschien ook veel sneller gedragingen van 2e kind als ASS symptomen – hoeft niet zo te zijn.
• Culturele bias: verkeerd interpreteren van culturele aspecten
→ weinig oogcontact? ASS? Of cultureel verschil… - komt gedrag voort uit stoornis of door bijv.
culturele normen/waarden bijv. oogcontact
Met andere woorden... Onze (intuïtieve) klinische blik is niet te vertrouwen!
- In het dagelijks leven baseren we ons oordeel op basis van cognitieve vuistregels en heuristieken
(zoekstrategieën) waar fouten in (kunnen) zitten
- Bijv. beschikbaarheidsheuristiek – dat we dingen baseren op wat beschikbaar is, waar we toegang
tot hebben = mogelijk minder snel grijpen naar moeilijkere informatie die niet meteen beschikbaar
is) – bijv. iemand die veel met ASS of ADHD kinderen werkt zou veel sneller die stoornissen
detecteren dan iemand die gespecialiseerd is in angst en depressie.
- Vaak nuttig, maar in het diagnostisch proces is een intuïtief klinisch oordeel niet voldoende en soms
zelfs sterk vertekenend
- Daarom werken we volgens een besliskundig model!
Besliskunde
• Het systematisch beschrijven van een beslissingsprobleem en het methodisch vinden van een
correcte oplossing daarvan, zorgt voor:
-Kleinere kans op bias (de eerder besproken bias en valkuilen)
,-Gedachtenproces getoetst vanuit wetenschappelijke theorie
→ Welk besliskundig model? De diagnostische cyclus van de Bruyn!
Diagnostische cyclus (de Bruyn)
•Voorbeeld van een empirische cyclus die is uitgebouwd tot een
hypothese toetsend model → hieruit kunnen we de volgende vragen beantwoorden:
1. Wat is de hulpvraag? (klachtenanalyse - KA)
2. Wat is er aan de hand/hoe ernstig is het? (probleemanalyse - PA)
3. Hoe is het zo gekomen/hoe kunnen we de problemen verklaren? (verklaringsanalyse - VA)
4. Wat te doen? (indicatieanalyse - IA)
- Handelingsgerichte diagnostiek: alleen diagnostiek (uitzoeken en antwoord geven op 1 van deze
vragen, sowieso vraag 4) als we ook denken deze kinderen te kunnen helpen. Soms worden kinderen
dan ook doorverwezen naar andere instellingen (omdat ze dat zelf niet kunnen bijv.) – bijv. vanuit
school etc. Doe dus alleen diagnostiek als je de vraag wilt en kunt beantwoorden!
Toelichting bij figuur:
Gaat van Aanmelding, naar
klachtenanalyse, probleemanalyse,
verklaringsanalyse & indicatieanalyse met
advies (een handelingsadvies: hoe kunnen
we dit kind helpen)
Toelichting bij figuur: De
gehele klinische cyclus
(met ook de
diagnostische cyclus als
onderdeel daarin)
- Grofweg kun je de
gehele klinische cyclus
opdelen in een stuk:
diagnostiek
(diagnostische cyclus) &
behandeling
(therapeutische cyclus).
Indicatiestelling vormt een soort brug tussen de diagnostische cyclus en de therapeutische cyclus.
Beiden eindigen in een evaluatie → er wordt dus vaak ge-evalueert: zitten we op de goede weg. Als
bijv. de behandeling niet goed aansluit kan het ook zijn dat je bijv. terug gaat naar de diagnose
stelling fase om te kijken of er iets over het hoofd is gezien.
, Diagnostische cyclus t.o.v. van intuïtie (van behandelaar zelf) – de diagnostische cyclus biedt
allerlei mogelijkheden die onze intuïtie niet kan bieden.
• Diagnostische cyclus biedt mogelijkheid:
- Alle denkstappen vast te leggen (op een systematische manier)
- Expliciet te werken met theorieën (theoretisch model) over het ontstaan van (afwijkend) gedrag
- Onderzoek te doen naar de waarde van theorieën en het effect van interventies (kan natuurlijk ook
zo zijn dat interventies niet goed werken bijv.) voor een specifiek individu
- Resultaten transparant te maken en uit te wisselen (je kunt m.b.v. deze cyclus heel transparant aan
ouders, collega’s etc. laten zien hoe je het hebt aangepakt/gewerkt).
Kwaliteit diagnostiek
Beoordeling kwaliteit diagnostiek is gericht op het proces niet op het product
- Accountability = kunnen legitimeren door middel van reflectie. → bijv. reflectieverslagen, mdo:
multidisciplinair overleg
Basis voor het opstellen van richtlijnen = (houden aan richtlijnen leidt tot: ) good practice
- Reflecteren, overleg, (bij)scholing
- Liability: juridische verantwoording van diagnostisch handelen
- NVO, NIP, (=houden in de gaten wat alle pedagogen/psychologen onder hen aan het doen zijn & of
het nog steeds wetenschappelijk onderbouwd is), BIG (registratie halen voor bijv. het worden van
een GZ psycholoog: dan zul je ook verslaglegging binnen je opleiding en later jezelf moeten
verantwoorden als psycholoog).
→ het is daarom heel belangrijk om volgens een diagnostische cyclus te werken en te weten dat je
een verantwoordelijkheid draagt als pedagoog.
Diagnostiek in orthopedagogiek en ontwikkelingspsychologie
•Binnen het perspectief van ontwikkelingsdomeinen (Colleges over de domeinen) → dus breed
kijken naar meerdere verschillende domeinen: sociale ontwikkeling, omgeving, intelligentie etc.
• Context is in beeld (gezin, buurt, SES, cultuur) (College over context)
• Klinische diagnostiek gericht op individuele geval
• Hulpvragen zijn sturend (van kinderen of ouders: niet allesbepalend maar wel sturend)
• Handelingsgericht: diagnostiek doen om uiteindelijk te bepalen: hoe kunnen we dit kind uiteindelijk
helpen (wat betreft behandeling).
Classificatie versus diagnose
• Classificatie = onderbrengen van de kenmerken bij een binnen het vakgebied bekend type
probleem
- Er is bij dit kind sprake van ADHD, ASS, depressieve stoornis e.d.
- Vat een beeld samen, geeft richting aan prognose of effectiviteit behandeling
-Is NIET vertaald naar het individuele geval (maar geeft een heel breed beeld: overgeneraliseerd alle
ADHD’ers bijv. terwijl er natuurlijk grote verschillen zitten tussen individuen met ADHD – dus we
kunnen wel zien: wat houdt de stoornis in en wat zijn mogelijke behandelingen, maar zegt niks over
individuele geval)..
• Diagnose = theorie van het individuele geval
➔ Er wordt vaak gedacht (nu in media) dat er verkeerd gediagnosticeerd wordt: terwijl dat
meevalt: gaat vaak over onjuiste classificatie (iedereen met ADHD bijv. over een kant scheren
– terwijl iedereen verschillend).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mjflipsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.