2.7 Overige aandoeningen (deel 2)
Angina pectoris: borst of hartkramp bij inspanning.
Parodontitis: vergevorderde tandvleesontsteking.
Stoppen met roken
In tabaksrook zitten veel chemische stoffen, zo'n 4.000 verschillende, minstens 40
kankerverwekkend. Bekende stoffen zijn: Nicotine, Koolmonoxide, Teer.
Nicotine is een stimulerend middel met lichamelijke (enkele uren aan) en psychische
effecten (20 minuten aan).
De effecten zijn afhankelijk van: hoe vaak iemand rookt, welke tabak iemand gebruikt, de
mate van 'gewenning'.
Van gewenning spreken we als je steeds meer nodig hebt om hetzelfde effect te bereiken.
We spreken van rookverslaving als iemand 10 sigaretten of meer per dag rookt.
Nicotine
Nicotine versnelt de hartslag en verhoogt de bloeddruk.
De bloedvaten worden nauwer, je merkt dit onder andere aan koude handen en voeten.
Het vermindert de eetlust, vandaar dat mensen die stoppen met roken meer eetlust krijgen
en daardoor zwaarder worden.
Maar als iemand stopt met roken zijn er meer ontwenningsverschijnselen: prikkelbaarheid,
rusteloosheid, gespannenheid, last van slapeloosheid, soms hoofd- of buikpijn.
Een dodelijke dosis Nicotine voor niet-rokers is 40-65 mg.
Door een hoge dosis kan verlamming van de ademhaling ontstaan.
Één sigaret mag maximaal 1 mg Nicotine bevatten.
Als een kind van 10 kilo drie sigaretten zware shag opeet: een ernstige vergiftiging.
Ook honden en katten zijn extra gevoelig voor de giftige werking van Nicotine.
Psychische effecten
Een kleine hoeveelheid Nicotine, bijvoorbeeld 1 tot 2 sigaretten per dag: werkt opwekkend
en stimulerend, verhoogt de concentratie, geeft een ontspannen en rustig gevoel, verbetert
de waakzaamheid, gevoel van welbevinden, het 'beloningssysteem' in de hersenen wordt
gestimuleerd.
Grotere hoeveelheden Nicotine werken juist averechts: minder geconcentreerd, minder
ontspannen en onrustiger.
Risico's van roken
Risico's van roken zijn een grotere kans op: kanker, hart- en vaatziekten, longziekten,
mondziekten, oogziekten, overige ziekten.
1
,Kanker
Meer kans op: longkanker, mondkanker, strottenhoofdkanker, slokdarmkanker.
Alcohol drinken vergroot dit risico nog eens.
Mensen die longkanker krijgen blijken in 86% van de gevallen te roken.
Als je meerookt, is de kans op longkanker 20 tot 30% hoger dan wanneer je nooit rookt.
Iemand die op 15-jarige leeftijd begint met roken heeft 20 keer meer kans op longkanker
dan iemand die op 20-jarige leeftijd begint.
Longkanker veroorzaakt ongeveer 8.000 doden per jaar.
Hart- en vaatziekten
Nicotine vernauwt de bloedvaten.
- Het hart moet hierdoor harder pompen om het bloed door de vaten heen te persen.
Hierdoor stijgt de bloeddruk.
- Rokers hebben vaker een hersenbloeding dan niet-rokers.
- Verder beschadigt Nicotine de binnenkant van de bloedvaten. De wand van de
bloedvaten wordt ruw en er vormen zich korstjes aan de binnenkant.
Hierdoor raken de bloedvaten verstopt en ontstaat aderverkalking (atherosclerose).
Behalve dat dit ook nog eens de bloeddruk verhoogt, zorgt dit er ook voor dat de
hartspier minder zuurstof krijgt. Hierdoor kan pijn op de borst ontstaan, soms alleen
bij inspanning, maar in een verder stadium ook in rust. Uiteindelijk kan dit een
hartaanval tot gevolg hebben.
Longziekten
In de longen zitten trilhaartjes op de cellen van de wand. Deze trilharen verplaatsen het slijm
in de longen met stofdeeltjes, bacteriën en dode cellen naar buiten. Zo houden de trilharen
de longen schoon.
- Door de teer in sigaretten plakken de trilhaartjes aan elkaar vast, zodat ze hun
werking niet meer goed kunnen doen.
- Daarnaast irriteren de chemische stoffen uit rook de slijmlaag in de longen.
Ieder jaar gaan door roken 5.000 mensen dood aan de longziekte COPD.
Bij COPD zijn de luchtwegen vernauwd door ontsteking of zijn de longblaasjes beschadigd.
De gevolgen zijn benauwdheid, weinig uithoudingsvermogen, moeheid, afname van
spierkracht en afvallen. 75% van de mensen met COPD heeft dat door roken gekregen.
Mondziekten
Bestanddelen uit de rook kunnen tanden en kiezen (en vullingen) verkleuren.
Het gebit is moeilijker schoon te krijgen.
Je ruikt en proeft minder goed. Bovendien geeft het een slechte adem.
Normaal gesproken is snel bloedend tandvlees het signaal dat tandvlees is ontstoken.
Maar bij rokers zijn de bloedvaatjes in het tandvlees vernauwd, deze bloeden niet zo snel.
- Een ontsteking kan zo ongezien voortwoekeren, met loszittende tanden tot gevolg.
- Ook wonden in de mondholte genezen minder goed door roken, door de
verminderde doorbloeding vanwege de nauwe bloedvaatjes.
Als mensen een kroon of brug nodig hebben, adviseert de tandarts 1 week vóór tot 7 weken
na de plaatsing in ieder geval niet te roken.
2
, Oogziekten en overige ziekten
Een aantal oogziekten komt bij rokers vaker voor, dat kan komen omdat de lichtgevoelige
cellen in het midden van het netvlies kapotgaan of doordat de verhoogde bloeddruk de
bloedvoorziening van de oogzenuw bemoeilijkt.
Andere aandoeningen waarbij is aangetoond dat ze vaker voorkomen bij rokers:
- De chronische darmaandoening de ziekte van Crohn;
- De ziekte van Alzheimer (dementie);
- Reumatische gewrichtsontsteking;
- Verminderde vruchtbaarheid bij mannen en vrouwen;
- Een slechtere wondgenezing na operaties.
Ontwenningsverschijnselen
Bij lichamelijke afhankelijkheid protesteert het lichaam als je stopt met roken.
Er treden ontwenningsverschijnselen op zoals: slapeloosheid, prikkelbaarheid, angst,
concentratiestoornissen.
Deze kunnen vrij heftig zijn. Ze verdwijnen als je weer een sigaret opsteekt.
De Fagerström-test
Onderstaande test kan gedaan worden om te zien of iemand verslaafd is aan roken.
Om te weten of de klant verslaafd is, bestaat er een test: de Fagerström-test.
Deze test geeft ook een aanwijzing of klanten met het sterkste Nicotine-product moeten
beginnen.
Stoppen met roken
Tips ter voorbereiding op het stoppen
- Verander de gewoontes. Als je altijd rookt bij de koffie, drink dan eens thee, als je
rookt na het eten, ga dan wat anders doen.
- Kies een stopdag. Schrijf de stopdatum ergens op, bijvoorbeeld in een agenda.
Tips vanaf de eerste stopdag
- Stop vanaf de stopdag helemaal. Neem niet af en toe een sigaret, ook niet één trekje.
- Vertel mensen die je kunnen steunen dat je gestopt bent.
- Beloon jezelf, bedenk wat de beloning is en wanneer je die verdient.
- Probeer niet te gaan eten als je zin hebt in een sigaret of neem dan alleen een
druivensuiker. Dit neemt de ergste trek weg.
- Ga bewegen.
- Ontbijt elke dag, dit voorkomt dat je later op de dag gaat snoepen.
- Bedenk vooraf wat je kan doen bij stress.
Adviseer mensen die behoefte hebben aan begeleiding om op internet te kijken.
Bijvoorbeeld op de website http://www.kwaliteitsregisterstopmetroken.nl. Hier staat
informatie over de mogelijkheden in de buurt.
3