Tijdvak 9
Kenmerkende aspecten:
1: Het voeren van twee wereldoorlogen
2: De crisis van het wereldkapitalisme
3: Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaal-socialisme
4: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie
5: Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
6: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
7: Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
8: De Duitse bezetting van Nederland
Samenvatting 9.1
- Eind julie 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit.De aanleiding hiervan was de moord
op de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand, die op 28 juni 1914 werd
doodgeschoten in een Bosnische stad.
- Rusland steunde Servië die de aanslag had laten plegen in Oostenrijk, Oostenrijk
wilde hun terug pakken en kreeg de steun van Duitsland. Toen Rusland zijn leger in
beweging bracht, verklaarde Duitsland hen tot oorlog. Ruslands bondgenoot
Frankrijk mobiliseerde, het gevechtsklaar maken van een leger, verklaarde Duitsland
ook hen de oorlog. Duitsland trok België binnen op weg naar Frankrijk, dat was voor
Groot-Brittannië de reden om Duitsland tot oorlog te verklaren. De geallieerden:
Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland vochten tegen de centralen: Duitsland en
Oostenrijk. Het werd een echte wereldoorlog toen de Verenigde Staten zich in 1917
aansloten bij de geallieerden.
- De spanning liep op in Europa door nationalisme en onderling wantrouwen. Frankrijk
had Elzas-Lotharingen verloren aan Duitsland in de oorlog van 1870-1871 en wilde
wraak.
- Duitsland bouwde een grote oorlogsvloot, wat leidde tot een wapenwedloop op zee
met Groot-Brittannië, dat Duitsland zag als een bedreiging voor zijn wereldrijk.
- West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk waren in tweeën gedeeld door loopgraven. Aan
dit front werd daarna gevochten, maar er kwam bijna geen beweging in. Ze bleven
bijna 4 jaar tegenover elkaar liggen.
- Duitsland had ook een front in het oosten met Rusland. Maar toen de tsaar aftrad en
de communisten onder leiding van Lenin kregen de macht. Zijn regering sloot in 1918
vrede met Duitsland.
- De Duitsers werden teruggedrongen uit het westen, legerleiders besefte dat de
oorlog verloren was. Een nieuwe regering vroeg om een wapenstilstand, die ging op
11 november in.
- Een motief voor de VS om oorlog te verklaren was dat de Duitsers met onderzeeërs
op hen boten gingen schieten met torpedos. Amerikaanse voedsel leveranties aan
Groot-Brittannië werden geblokkeerd.
- In 1919 werd de Duitse regering gedwongen een vredesverdrag te tekenen, de
Vrede van Versailles. Duitsland moest Elzas-Lotharingen teruggeven aan Frankrijk,
verloor grondgebied aan de nieuwe staat Polen, raakte al zijn koloniën kwijt, mocht
maar een klein leger houden, kreeg als schuldig aan de oorlog enorme
, herstelbetalingen opgelegd en mocht geen lid worden van de Volkenbond, de in
1919 opgerichte volkerenorganisatie.
Samenvatting 9.2
- In 1924 kwam een eind aan de economische crisis die na de Eerste Wereldoorlog
ontstond. Europa volgde toen de VS, die al voor 1914 het rijkste land ter wereld was
geworden.
- Het ging goed in Amerika en veel Amerikanen dachten dat het alleen nog maar beter
kon worden. De economische groei leidde tot optimisme en daardoor stegen de
aandelenkoersen. Mensen kochten aandelen omdat ze verwachtten dat die meer
waard zouden worden. Maar in 1929 ontstond er twijfel. Op 24 oktober 1929, Zwarte
Donderdag, sloeg de paniek toe. Mensen verkochten massaal hun aandelen, voor
steeds lagere prijzen. Deze beurskrach werd gevolgd door een achteruitgang van
de economie. Banken, fabrieken en boren gingen massaal failliet.
- Door de internationale banden in de wereldeconomie ontwikkelde de Amerikaanse
crisis zich tot een wereldcrisis.
- De economische crisis die de hele jaren 19930 voortduurde, wordt de Grote
Depressie genoemd. Dit kwam door de crisis op de beurs, maar ook door de
overproductie. Boeren gingen in 1928 al failliet, ze hadden na de oorlog hun
landbouw uitgebreid en nieuwe materialen gekocht. Ze kregen namelijk veel vraag uit
Europa. Maar Europa herstelde zich en had het allemaal niet meer nodig, boeren in
Amerika kregen geen geld meer en raakte failliet.
- De productie in Amerika steeg maar de lonen nauwelijks. Mensen wilde wel alle
nieuwe dingen koen, zoals een auto. Daarom gingen ze geld lenen. De crisis maakte
daar een eind aan.
- Westerse regeringen verwachtten dat de crisis vanzelf over zou gaan. Als de
productie en de prijzen maar genoeg daalden, ontstond er vanzelf wel weer
voldoende vraag. De overheid kan dit bevorderen door te bezuinigen en de markt zijn
werk te laten doen. Door dat het alleen maar erger werd groeide de vrijwel aan het
liberale beleid. Er kwam in de VS pas herstel toen Roosevelt in 1933 onder de naam
new deal ingreep in de economie. Banken werden gered door staatsleningen,
werklozen kregen geld, huizenbezitters met schulden werden geholpen en de staat
stak miljarden dollars in openbare werken. Maar de welvaart in de westerse wereld
begon pas de stijgen aan het eind van de tijd van de wereldoorlog.
Samenvatting 9.3
- Vladimir Oeljanov, bekend als Lenin, de leider van de bolsjewieken, zoals ze
zichzelf noemden. Lenin wilde het kapitalisme en het privé bezit van
productiemiddelen in Rusland afschaffen en een dictatuur vestigen, een
alleenheerschappij waarbij zijn partij in naam van de arbeidersklasse alle macht had.
- Op 7 november 1917 gaf Lenin het sein voor een opstand. In Sint-Petersburg namen
de communisten belangrijke gebouwen in, de regering werd werd in het Winterpaleis
gearresteerd. Lenin verklaarden de volgende ochtend dat alle macht aan de sovjets
was gegeven. Dit werd gevierd als de Oktoberrevolutie.
- Er brak een burgeroorlog uit in Rusland De communisten wisten in 1922 hun vijand
te verslaan. Ze vestigden een strak geleide eenpartijstaat, de Sovjet-Unie.