Minerva H18-20
Een nieuwe Scipio
De Romeinen in een moeilijke situatie.
De Romeinen waren in paniek door het succes van Hannibal. Consuls waren gesneuveld, en
anderen konden het tij niet keren. Hannibal kon zo optrekken naar Rome, maar hij wachtte
nog. Hij wachtte op bondgenoten en hulp uit Carthago. Steden zoals Capua sloten bij hem
aan. Capua was een belangrijke havenstad en was belangrijk voor de Romeinse zeemacht.
De Romeinen wilde deze stad terug hebben en belegerende de stad. Zelfs toen Hannibal
dreigde Rome te bezetten, gaven de Romeinen niet toe. Uiteindelijk belegerde Hannibal
Rome niet. De Romeinen waren te sterk voor de Capuanen en kregen een stukje Italië terug.
Spanje
De Romeinen waren slim en hadden door dat Spanje de sleutel was. Daar haalde Hannibal
zijn troepen vandaan. Als Spanje zou worden veroverd, zou Hannibal geen leger meer
hebben. De Romeinen verzwakten Hannibals leger in Italië ook. Op open velden won
Hannibal, daarom gingen de Romeinen in het bos vechten. Deze tactiek was moeizaam maar
effectief. De Carthagers boden fel verzet in Spanje. Toen de zoon van Scipio, die door
Hannibal bij de Ticinus en de Trebia was verslagen, zijn leger naar Spanje leidde, behaalden
de Romeinen eindelijk successen.
Scipio
De zoon van Scipio heette ook Scipio. Hij had goed militair inzicht, dapper en bescheiden. Hij
was 24 jaar, maar alle hoop uit Rome was op hem gevestigd. Scipio was elke slag ooit
succesvol geweest. In 209 v.Chr. nam hij de belangrijkste stad van de Cartagers in Spanje,
Nieuw-Carthago, in. De overwonnen Spanjaarden behandelde hij vriendelijk en met respect.
De Spanjaarden sloten zich hierdoor graag bij de Romeinen aan.
Hannibal in de Problemen
Nu Spanje bij de Romeinen hoorde, had Hannibal geen troepen meer. Hij had grote moeite
zijn leger te onderhouden, en het moraal hoog te houden. Door verrassingsaanvallen
verzwakte het leger met de dag. Hij kreeg geen hulp meer van bondgenoten. Alle Carthaagse
schepen zouden worden laten gezonken. Hannibal was radeloos.
Scipio naar Afrika: Slag bij Zama (202 v.Chr.)
De Romeinen zagen dit als goed moment om door te pakken. Scipio trok vanuit Spanje naar
Afrika om daar Carthago in te nemen. Hannibal was teruggeroepen, maar het was zinloos.
Samen met omliggende volkeren ondernamen de Romeinen bij Zama een grote veldslag
tegen de Carthagers. Hannibal leed een beslissende nederlaag. Rome kon eindelijk opgelucht
ademhalen. Haar grootste vijand was verslagen.
Hannibal op de vlucht
Toen Rome de uitlevering van Hannibal eiste, sloeg hij op de vlucht. Hij kwam bij koning
Antiochus van Syrië aan, die hem asiel aanbood. Carthago stuurde tevergeefs 2 schepen om
hem te vinden, en staken zijn huis in de brand. Hannibal kon nooit meer terugkeren. Hij
, bracht tijd in Syrië door, en toen de Syrische koning door Scipio werd verslagen, werden
vredesvoorwaarden opgelegd, waaronder de uitlevering van Hannibal. Deze was net op de
vlucht naar Kreta.
Hannibal, een briljant strateeg
Na zijn avontuur op Kreta vluchtte Hannibal verder naar Noord-Turkije, waar koning Prusias
heerste over de Bithyniërs. Hannibal maakte nog steeds plannen om de Romeinen te
verslaan. Prusias was eerder in oorlog verwikkeld met koning Eumenes van Pergamon, een
bondgenoot van de Romeinen. Eumenes had een sterker leger, zowel op land en zee. Tijdens
een zeeslag op de Zwarte Zee moest Hannibal een list verzinnen, anders zouden ze een
groter nederlaag lijden. Hij liet Eumenes zelf worden aangevallen, en gifslangen werden in
potten gedaan.
Het Romeinse Leger
Het legioen
De Romeinen waren zo succesvol door hun goed georganiseerde en daadkrachtige leger. Het
leger was opgebouwd uit legioenen van 4200 man. Onder normale omstandigheden waren
er 4 legioenen. Die vormden de basis van de macht in Rome. Tijdens de oorlog met Hannibal
waren er veel meer legioenen. Die werden uit het volk gerekruteerd. De mannen tussen 17
en 46 jaar kwamen op het Capitool, De positie die iemand kreeg hing af van zijn rijkdom. De
rijken kwamen bij de ruiterij (de cavalerie), en de armen bij de voetsoldaten (infanterie). Er
waren verschillende soldaten, met elk hun eigen bewapening. De kern werd gevormd door
mannen in de kracht van hun leven. Ze droegen een volledige wapenuitrusting van een
harnas, een helm, een schild, een zwaard en 2 speren. Alleen fitte en krachtige mannen
konden dit gewicht dragen. De armen stonden in de voorhoede, zij hadden niet genoeg geld
voor een complete uitrusting.
De organisatie van het Romeinse leger
De discipline en organisatie van het Romeinse leger gaven vaak de doorslag op het slagveld.
Alles was in de puntjes uitgedacht. Een Romeins kamp bestond uit een vierkante omheining.
Hierin maakten de Romeinen in het midden een noord-zuid as (cardo), en een oost-west as
(decumanus). De straten deelden het kamp op in 4 kleinere vierkanten waar tenten van de
mannen stonden.
De tactiek van het leger
De Romeinen schakelden vaak hulp in van de bondgenoten. 2 Romeinse legioenen stonden
in het midden, met aan weerszijden bondgenoten. Helemaal aan de zijkanten stond de
cavalerie. Ze vielen frontaal aan om de linies door te breken. In verwarring die ontstond bij
de vijand, maakten de ruiters en de zware infanterie het karwei af.
De testudo
Een aanvalsformatie van de Romeinen was de testudo (schildpad). De soldaten gingen in een
vierkant staan, waarbij de voorste rij met hun schild hun lichaam van ogen tot enkels
bedekten. De mannen in de rijen erachter hielden hun schild boven hun hoofd en lieten het
op hun helm rusten. Ze creëerden een ondoordringbare formatie van Romeinse schilden.