SAMENVATTING+ STAPPENPLANNEN MET
VERPLICHTE ARRESTEN VOOR TENTAMENS
Geschreven door: O.Miah
*Categorisering met kleur voor verbanden
OPZET
n Achtergrond
Opzet: de wil om te doen en te laten, die daden die bij de wet verboden of
geboden zijn (MvT)
- Vergelijk art. 287, 188 en 416 Sr
n Algemene criteria opzet
1. Bewust handelen;
2. Willens en wetens handelen (willen en weten van het teweegbrengen van
de strafbaar gestelde handeling)
3. De feitelijke strekking van de (strafbaar gestelde) gedraging (en de
daarbij behorende omstandigheden) kennen en willen;
4. Een concrete relatie tussen psyche en daad, een constatering
Opzet betekent dus niet aansprakelijk op basis van:
- Handelen met een bepaald motief tenzij de wet dat verlangt, zoals bij
oogmerk van de wederrechtelijk toe-eigenen (art. 310 Sr)
- Bewust de wet overtreden (boos opzet), tenzij ‘wederrechtelijk’ na opzet in
de delictsomschrijving is opgenomen de wet dat verlangt: ‘opzettelijk
iemand
- Handelen met een bepaalde mate van ernst (zwaar letsel of zoiets)
n Hoe vind je opzet in de wet (delictsomschrijving)?
Wettelijke varianten
- ‘Weten, wetende dat: voorwaardelijk opzet voldoende
- ‘Oogmerk’: zware opzetvorm vereist
Opzettelijk als zelfstandig bestanddeel
- Voorwaardelijk opzet voldoende
Ingeblikt: wegnemen (art. 310), mishandelen (art. 300 Sr); binnendringen
(art. 138 Sr), valselijk opmaken (art. 225 Sr), deelnemen aan een criminele
organisatie (art. 140 Sr), openlijk geweld plegen (art. 141 Sr)
- Voorwaardelijk opzet is voldoende
n Opzet en de plaats in de delictsomschrijving
1. Alle bestanddelen na het woord vallen onder de eis: willens en wetens
- Vb. Art 287 Sr
2. Geobjectiveerde bestanddelen
- Vb. art. 302 lid 2 Sr (het gevolg), art. 244 en 245 Sr (leeftijd’ HR Leeftijd),
art. 350 Sr (wederrechtelijk)
n Vormen van opzet
,1. Vol(komen) opzet: Zuiver willen handelen en weten welke gevolgen zullen
intreden
2. Opzet met (noodzakelijkheids- of) zekerheidsbewust
Niet per se willen dat het gevolg intreedt, maar wel zeker weten dat het zal
gebeuren
3. Voorwaardelijk opzet: Opzet met mogelijkheidbewustzijn. Niet willen dat
het gevolg intreedt, maar wel bewust een aanmerkelijke kans aanvaarden
n Stappenplan Voorwaardelijk opzet
Issue: Valt de gedraging in de casu onder voorwaardelijk opzet in de zin van art.
x?
Rule: Voor voorwaardelijk opzet is vereist dat de verdacht de aanmerkelijke kans
op het gevolg bewust heeft aanvaardt (HR Aanmerkelijke kans (HR Porsche, HR
Hiv 1, II of IV of HR Opzet)
1. Is er een aanmerkelijke kans op dit gevolg (risicocomponent)?
De aanmerkelijke kans is een kans die naar algemene ervaringsregels
aanmerkelijk te achten, waarbij betekenis toekomt de omstandigheden van
het geval en aard van de gedraging
(Objectief begrip) (HR HIV I)
Bij alles objectiveren en normatieveren: hangt niet af van de mening van
de verdachte. Wat weet een normaal mens? Bekijk het vanuit een film.
Let op
- Aanmerkelijke kans mag niet uit de aard van het gevolg afgeleid worden
(HIV I, en impliciet HIV jurisprudentie).
- Onbeschermd seks hebben met mensen terwijl je weet dat je HIV hebt blijkt
naar algemene ervaring niet zo’n grote kans met zich mee te brengen dat
er sprake is van een aanmerkelijke kans,
- zelfs niet indien vaker gedaan met zelfde partner (HR HIV IV);
- alleen onder risicoverzwarende omstandigheden (HR HIV II)
2. Is de verdachte hiervan bewust (kenniscomponent)?
a. Meestaal feit van algemene bekendheid: Wist de verdachte dat de kans
op het gevolg aanmerkelijk was? of
b. En zo niet: Had verdachte in het algemeen het risico hebben kunnen
voorzien/weten (objectiveren/normatieveren)?
3. Is het risico/gevolg daadwerkelijk aanvaard- minimaal met de koop
toegenomen (wilscomponent)?
Aanvaarden van desbetreffende gevolg moet blijken uit het concrete
gedrag van de verdachte (weer objectiveren/normativeren).
a. Zijn de bepaalde gedragingen uit casu naar uiterlijke verschijningsvorm,
behoudens contra-indicaties, gericht op aanvaarding van et gevolg, dat de
kans aanvaard moet zijn?(HIV I)
b. Contra-indicatie: Als jij vindt dat persoon cynisch is, is die ook cynisch ten
aanzien van zijn eigen dood (‘lichtzinnige optimist’)? (HR Porsche)
c. Aanvaarden kan niet volgen uit de enkele wetenschap van de kans, moet
blijken uit het daadwerkelijk aanvaarden verdachte. (HR HIV I)
III. Application: toepassing rule
IV. Conclusion: Voorwaardelijk opzet van art. x kan wel/niet bewezen worden
n Oogmerk: Bijzondere vormen van opzet?
Geen aparte omzetvorm
1. Bijkomende oogmerk (bijv. art. 310, 225 SR)
Specifiek bedoeling met de gedraging (consecutief bestanddeel)
2. Bijkomend oogmerk (bijv. art. 288a Sr (jo art. 83a Sr)
, Strafverzwarende omstandigheid
Voorbedachte rade (moord)
n Criteria: Voorbedachte rade
Issue: Valt de gedraging in de casu onder voorwaardelijk opzet in de zin van art.
x?
Rule: Bij voorbedachte raad betreft of de verdachte zich gedurende enige tijd
heeft kunnen beraden op het nemen of het genomen besluit? En Heeft de
verdachte wel/net gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling,
zodat verdachte de gelegenheid heeft gehad om te denken over de betekenis en
de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap heet
gegeven (HR Voorbedachte Raad II, r.o. 2.3)
Het gaat om de een weging en waardering van de omstandigheden van het
concrete geval door de rechter, waarbij deze het gewicht moet bepalen van
indicaties en contra-indicaties die voor of tegen het bewezen verklaren van
voorbedachte raad pleiten
n Mogelijke indicaties
- Er was voldoende tijdsverloop tussen het besluit en de uitvoering van
het besluit om zich te kunnen beraden en zich rekenschap te geven van de
gevolgen van de daad;
- Er zijn aanwijzingen dat de verdachte berekenend te werk is gegaan
- Besluitvorming en uitvoering vinden niet plaats in een hevige
gemoedsbeweging
n Mogelijke contra-indicaties
De gelegenheid tot beraad ontstaat pas bij uitvoering van het besluit
Korte tijdspanne tussen besluit en uitvoering
Besluitvoering en uitvoering vinden plaats in een hevige
gemoedsbeweging of – opwelling of een (gedurende langere tijd
voortdurend) hevige drift die aan een kalme afweging in de weg stond
Extra motiveringsplicht bij voorbedachte rade
I. Application: Is er sprake van indicatie of contra-indicatie van
‘voorbedachte rade’ en heeft de verdachte dus wel/niet gehandeld in
ogenblikkelijke gemoedstoestand en hierdoor wel/niet rekenschap
gegeven?
II. Conclusion: Het verweer heeft wel/niet kans van slagen nu wel/niet
sprake is van voorbedachte rade in zin van art.x?
(Indien nee, wel eventueel doodslag ar.t 287 WvSr)
Culpa
n Waar moet schuld betrekking op hebben?
Art. 307 Sr
- Van de dood moet men een zelfstandig verwijt maken.
Art. 6 WvW:
- Van de dood hoeft men geen zelfstandig verwijt te maken, omdat de dood
een geobjectiveerd gevolg is en daar hoeft culpa geen betrekking op te
hebben. Verwijt moet slaan op verkeersongeval en er moet een causaal
verband bestaan tussen het verkeersongeval en de dood.
,n Vormen culpa
- Verschillende gradaties van culpa
- Maakt net als bij opzet geen verschil voor de strafbaarheid (eventueel voor
de strafmaat)
1. Onbewuste schuld (lichtste vorm culpa): verdachte wist niet van de
mogelijkheid dat het gevolg zou kunnen intreden, maar had daar gezien de
omstandigheden van het geval wel aan moeten denken (onachtzaamheid,
nalatigheid etc.)
2. Bewuste schuld: verdachte wist van de mogelijkheid dat het gevolg zou
kunnen intreden, maar is er- achteraf ten onrechte van uit gegaan dat het
gevolg niet zou intreden. (HR Porsche)
3. Roekeloosheid (zwaarte vorm culpa): Een buitengewoon onvoorzichtige
gedraging waardoor een zeer ernstig gevaar in het elven geroepen waarvan
verdachte zich bewust was, althans had moeten zijn
n Toepassing bewuste culpa (HR Overstekende kind)
1. Aanmerkelijke onvoorzichtigheid
- Geen voorrang verlenen aan een overstekend kind
2. Vermijdbaar
- Verdachte heeft niet gezien dat het kind al was overgestoken, maar is wel
opgetrokken
- Geen rechtvaardigingsgrond?
Voorzienbaar dat dan een kind kan worden overreden
Zorgplicht: Van verdachte mag worden gevergd dat hij een grote mate van
zorgvuldigheid in acht neemt t.a.v. kwetsbare verkeersdeelnemers.
3. Verwijtbaar (subjectief)
- Uitzicht was beperkt door de hoogte van de bus en zijn geringe hoogte,
maar dat neemt de verwijtbaar net weg. Hij had immers een andere auto of
een hogere stoel kunnen en moeten nemen.
- Geen schulduitsluitingsgrond
n Stappenplan bewuste culpa bij culpoos delict:
I. Issue: Is erbij de gedraging in casu sprake van schuld (culpa) in de zin van
art. x?
Commune delicten: art. 307 lid 1 en 308 lid 1
Verkeer: art. 6 WvW
- kijk naar roekeloosheid in het verkeer
II. Rule: Is een culpoos delict (schuld). Voor schuld moet is sprake indien er
sprake is van een aanmerkelijk of grove onachtzaamheid/schuld, dat
vermijdbar en verwijtbaar is.
1. Is er sprake van aanmerkelijke geconstateerde onvoorzichtigheid,
onzorgvuldigheid, onnadenkendheid etc.
aan de hand van zorgvuldigheidseisen?
- Enkele overtreding is niet aanmerkelijk voor bewezenverklaring van schuld
(HR Blackout r.o. 3.6 r.o.)
- Kijken naar de aard en de ernst van de gedraging en de overige
omstandigheden van het geval? (HR Blackout r.o. 3.5)
- Is er een garantstelling (opleiding, ervaring en kennis en kwetsbaar
verkeer: HR Overstekend Kind), dan is de zorgplicht (nog) groter.
- Uitzondering: Wederwettelijk, dus rechtvaardigingsgrond neemt de
wederrechtelijk weg
2. Vermijdbaar (is het gevolg te voorzien)?
, a. Objectiveren/ normativeren: Had de verdachte het gevolg op het moment
van de onvoorzichtige gedraging kunnen voorzien in de ogen van ene
normaal denkend mens? en
b. Had de verdachte de verplichte zorgplicht (om onvoorzichtige gedraging
te vermijden) geschonden?
- Is er een garantstelling (opleiding, ervaring en kennis, kwetsbare
verkeer: HR Overstekend Kind), dan is de zorgplicht (nog) groter.
c. Uitzondering: Wederwettelijk, dus rechtvaardigingsgrond neemt de
wederrechtelijk weg
d. Deelconclusie: Veronderstelde causaliteit, indien beide ja-beantwoordt en
geen rechtvaardigingsgrond dan kon verdachte anders handelen
(vermijden) en is daarmee de objectieve zijde van de culpa vast komen te
staan en is aan de wederrechtelijkheidsvereiste (zit in de schending
zorgvuldigheidsnorm, anders dan bij opzet)
3. Verwijtbaar
Subjectiveren: Was de verdachte in staat anders te handelen en dat van
hem onder deze omstandigheden ook mag worden verwacht (bewust en
onbewust)?
Uitzondering: schulduitsluitingsgrond neemt de verwijtbaarheid weg, dan
niet langer over culpoos handelen worden gesproken
4. Application
5. Conclusion: heeft de verdachte bewuste schuld idzv. art.X?
- Let op: strafbedreiging in het verkeer is art. 175 lid 1 WVW
Roekeloosheid (culpa)
n Achtergrond
Bijzondere vorm van culpa (schuld) waardoor de strafmaat kan worden
verhoogd
Zwaarste vorm van culpa (schuld) die dicht tegen voorwaardelijk opzet aan
en dat rechtvaardigt een verdubbeling van de straf (art. 175 lid 2 e/of lid 3
WVW)
Uit de ernst van de gevolgen kan niet zomaar worden afgeleid of er sprake
is van roekeloosheid
n Wetgeving
1. De oorspronkelijke bedoeling van de wetgever was dat onder ‘roekeloos’ zou
vallen zeer onvoorzichtig rijgedrag waarbij welbewust met ernstige gevolgen
onaanvaardbare risico’s zijn genomen
2. HR: dan had je moeten codificeren, want jij had al art 175 lid 3. Onder
roekeloosheid valt: ‘buitengewoon onvoorzichtig gedraging’ die zeer ernstig
gevaar in het leven geroepen
3. Wetgever aan zet: artikel 5a Sr in het leven geroepen
n Stappenplan roekeloosheid (praktisch enkel in het verkeer)
Primair (Art. 6 WVW jo. 175 lid 2 WVW)
Issue: Is er sprake van roekeloos (rij)gedrag) gedrag in zin van artikel 6 jo. 175
lid 2 WVW?
Rule: eisen (HR Snelheidswedstrijd)
n Materiele eisen
i. Buitengewoon onvoorzichtige gedraging
, - kijk naar casus welke onvoorzichtige gedragingen (niet art. 5a noemen,
maar wel die gedragingen aflezen
- Kijk naar besturen onder invloed (artikel 8 lid 1 t/m 5) en blaastest en
bloedonderzoek art. 163 lid 2, 6, 7 en 9 WVW
- Kan extra strafverhoging werken naast art. 173 lid 3 (jo 175 lid 1 jo. jo.2)
ii. Waardoor een ernstig gevaar in het leven wordt geroepen
- Dood, zwaar lichamelijk letsel of lichamelijk letsel daaruit tijdelijke ziekte of
verhindering in de uitoefening normale werkzaamheden/
iii. Waarvan verdachte bewust was of onbewust had moeten zijn om
en op zeer lichtzinnige wijze ervan uitgegaan is dat de
risico’s/gevolg niet zou intreden? (HR Porsche)
n Formele eis
Nadere motivering door rechter, hierbij spelen deze factoren een rol: het
geheel van gedraging van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de
overige omstandigheden van het geval
Let op
Roekeloosheid kan in de kern bestaan uit de gedragingen omschreven in art.
175 lid 3 WVW, maar enkele vaststelling dat de verdacht zich aan en of meer
gedragingen schuldig heeft gemaakt, volstaat niet (HR
Snelheidswedstrijd)
n Strenge criteria
HR neemt dus niet zonder meer genoegen met die specifieke straf verhogende
omstandigheden. HR scherpt ‘definitie’ van de werkgever aan: door
buitengewoon onvoorzichtig gedraging van de verdachte is een zeer ernstig
gevaar in het leven geroepen, waarvan e verdachte zich bewust was, althans
moeten zijn (r.o 3.2)
n Uitzonderlijke voorbeelden roekeloosheid
- welbewust buiten de orde van het normale verkeer plaatst ten kosten van
extreme risico voor andere verkeersdeelnemers “ (noot Hr Filefuik)
- deelnemen aan een snelheidswedstrijd in het verkeer (HR
Snelheidswedstrijd), een kat- en muisspelletje op de weg of een
politieachtervolging (HR Filefuik)
n Conclusie
Wel/niet sprake van roekeloosheid in de zin van artikel 6 (WVW jo.
175 lid 2 WvW)
- Indien Ja:
- Kijk naar besturen onder invloed (artikel 8 lid 1 t/m 5) en blaastest en
bloedonderzoek art. 163 lid 2, 6, 7 en 9 WVW
kan extra strafverhoging werken naast art. 173 lid 3 (jo 175 lid 1 jo.
jo.2)
- Nee: volgende stap
n Subsidiair (art.5a jo. 6:175 lid 2)
Issue: Is er sprake van roekeloos (rij)gedrag) gedrag in zin van artikel 5a jo. 175
lid 2 WVW
Verkeersgeval (eerdere roekeloosheid in verkeer)
Rule:
n Criteria (MvT)