Rechtsfilosofie:
Module 1: de aard van het recht
HC1: natuurrecht
Kennisclip 1:
Conceptuele analyse: bijv. mensenrechten zijn universele, onvervreembare rechten, gericht
tegen staten. Je verheldert wat het concept mensenrechten betekend.
Normatieve analyse: voorschrijven/ morele claim maken: iedereen zou gelijke rechten
moeten hebben op basis van hun mens-zijn alleen.
2 taken van rechtsfilosofie:
1. Conceptuele analyse: verhelderen van onze begrippen
− Wat is het recht?
− Wat is de rechtsstaat?
− Wat zijn essentiële kenmerken van het recht?
2. Normatieve analyse: richtlijnen aanreiken voor ons handelen
− Wat moet ik of moeten wij doen?
− Morele filosofie: hoe moeten we handelen
− Politieke filosofie: wat is rechtvaardig?
− Is een bepaalde wet rechtvaardig?
− Welk mensenrecht zou zwaarder moeten wegen wanneer er twee botsen?
− Waarom is het gerechtvaardigd om mensen te straffen bij overtredingen?
Module 1: De aard van het recht = conceptuele analyse
Module 2: Kenmerken van een rechtsstaat = conceptuele + normatieve analyse
Module 3: De verhouding tussen individuen en het recht = normatieve analyse
Sofokles, Antigone (2009/441 v. Chr.).
Ondervind in deze tragedie aan den lijve, als het ware, het conflict tussen natuurrecht en
rechtspositivisme. De laatste positie wordt vertegenwoordigd door Creon die eist dat geldend
recht simpelweg wordt nageleefd, of het nu rechtvaardig is (of wordt bevonden) of niet; de
eerste wordt vertegenwoordigd door Antigone die meent dat zij boven alles een hogere wet
moet gehoorzamen en deze is nu eenmaal strijdig met het verbod van Creon.
Antigone’s brother is dead and no one is allowed to mourn or entomb. He and his sister
must leave it unburied and unwept. But Antogone still wants to bury his brother. He does
not want to bedray his duty to him. The Creon’s command has no right to keep me from my
Kennisclip 2:
Antigone in Athene. Geschreven rond 441 v. Chr.
Veel relevante thema’s: De rol die religie speelt in civiele staat, wanneer je mag afwijken van
de wet.
Focus op spanning tussen natuurrecht en rechtspositivisme.
1
,Burgeroorlog in Thede. 2 zoons van voormalige koning staan aan verschillende kanten. 1
broer valt Thebe aan. Andere broer verdedigd Thebe. -> broers vallen elkaar aan en doden
elkaar.
Creon beveelt het lijk van de landverrader onbegraven te laten. Niemand mag hem rouwen/
bedragen. Als schrikbeeld zal zijn lijk onbegraven blijven voor vogels en honden.
Antigone: kan niet accepteren dat hij niet begraven zal worden. De goden zeggen namelijk
begraven moeten worden, anders zullen zij nooit het hiernamaals bereiken.
Creon: positief recht gehoorzamen
Antigone: natuurrecht Hogere wet gehoorzamen: goden. Treedt echter direct het bevel van
koning Creon.
Ze doet het toch en wordt betrapt.
Antigone beroept zich op een hoger recht, het goddelijk
recht.
= het natuurrecht.
- universeel (wat de lokale geschreven wetten ook stellen)
- hoger recht dan het geschreven recht
- van nature gegeven (niet door mensen maar God of de
menselijke rede)
- wil positief recht geldig zijn, moet het in overeenstemming
zijn met natuurrecht. Wanneer het positief recht niet in overeenstemming is met het
natuurrecht, dan is het ook niet geldig (niet bindend, geen plicht).
Rechtspositivisme:
- geen noodzakelijk verband tussen het gestelde recht en moraliteit. Onrechtvaardige
wetten zijn nog steeds wetten en moeten gehoorzaamd worden (is een plicht).
2
,- geldend recht is simpelweg dat wat door legitieme
overheid gesteld is.
De tragedie van creon: wat kan hij anders? Hij kan het toch
niet toestaan. Hij moet een voorbeeld stellen. Ze schaamt
zich niet eens. Ze maakt het voor Creon moeilijk/
onmogelijk zonder groot gezichtsverlies. Hij veroordeeld
haar ten dood en betaald zelf een gruwelijke prijs. Zijn
zoon, verloofde van haar, dood zichzelf. Vrouw van Creon
pleegt ook zelfmoord wanneer ze hoort dat haar zoon dood
is. Het is ook zijn tragedie.
Het positive recht moet in overeenstemming worden
gebracht met het natuurrecht. Anders krijgen we
problemen. De goden eisen een gepaste begrafenis.
Creon heeft dit verboden en moet een grote prijs betalen.
Waarom Antigone? Literaire tekst kan een meer
laagdrempelige manier zijn om contact te nemen met de
rechtsfilosofische ideeën. Direct voelbaar.
Thomas van Aquino: Over de Wet
De wet moet in zijn algemeen bezien worden:
- haar wezen
- de verschillende soorten wetten
- de gevolgen van de wet.
Haar wezen:
Q90: Art. 1: of de wet iets van de rede is:
De wet is niet iets van de rede. In de rede is uitsluitend vermogen, hebbelijkheid en
handeling. Maar de wet is niet het vermogen zelf van de rede. De wet beweegt degenen tot
het doen van het goede. De wet behoord niet tot de rede, maar meer tot de wil. Maar hier
staat tegenover dat het gebieden en verbieden tot de wet behoren. Het bevelen is echter
eigen aan de rede, zoals tevoren gesteld is. Bijgevolg is de wet wel iets van de rede.
De wet is een bepaalde regel en maat van handelingen, waardoor iemand tot handelen
wordt aangezet of van handelen wordt afgehouden. Nu is de regel en de maat van
menselijke handelingen de rede, die het eerste beginsel van de menselijke handelingen is.
Wet is een bepaalde regel en maat: kan op 2 manieren
1. Datgene wat meet en regelt is de wet op deze wijze uitsluitend in de rede
2. Datgene wat gemeten en geregeld wordt, en aldus is de wet in alles wat tot iets
krachtens een of andere wet geneigd is.
De wil van de vorst heeft kracht van wet, daar anders deze wil eerder onbillijkheid dan wet
zou zijn.
3
, Art. 2: of de wet altijd tot het gemeenschappelijke goede geordend is:
Het schijnt dat de wet niet altijd tot het gemeenschappelijke goede geordend is. Tot de wet
behoort immers het gebieden en verbieden. Maar voorschriften zijn geordend tot bepaalde
afzonderlijke goeden. Bijgevolg is het gemeenschappelijke goede niet altijd het doel van de
wet.
De wet leidt voorts de mens bij het handelen. Bijgevolg is de wet tot een of ander bijzonder
goed geordend.
Isodorus: ‘Als de wet overeenkomstig de rede opgesteld is, dan is ieder ding dat
overeenkomstig de rede opgesteld is, de wet. Maar de rede is niet alleen de basis van wat
geordend is tot het gemeenschappelijke goede, maar ook van datgene wat geordend is tot
het particuliere goed van de enkeling. Bijgevolg is de wet niet alleen geordend tot het
gemeenschappelijke goede, maar ook tot het particuliere goede van de enkeling. Isodorus:
‘de wet dient niet een particulier belang, maar het algemene nut van de burgers’.
De wet behoort tot datgene wat beginsel van menselijke handelingen is, omdat zij regel en
maat is. De rede is voorts zelf iets wat beginsel is met betrekking tot al het andere. Vandaar
dat de wet voornamelijk en hoofdzakelijk tot dit beginsel moet behoren. De praktische rede,
het uiteindelijke doel. -> gelukzaligheid. -> gemeenschappelijke gelukzaligheid + politieke
gemeenschap. Iedere wet is tot het gemeenschappelijke geode geordend. Datgene wat op
deze wijze door rede vastgesteld is, is een wet.
Art. 3: of de rede van eenieder een wet kan maken:
1: De rede van eenieder kan een wet maken.
2: Het is de bedoeling van de wetgever de mens tot een deugd te voeren. Maar ieder mens
kan een ander tot de deugd voeren. Bijgevolg is de rede van iedere mens in stat om een wet
te maken.
3: Iedere huisvader is de bestuurder van een huisgezin. De vorst van een politieke
gemeenschap kan echter voor de politieke gemeenschap de wet maken. Bijgevolg kan iedere
huisvader het huisgezin de wet stellen.
Isidorus: de wet is een regeling van het volk, waarbij de edellieden, tezamen met het
gewone volk, iets hebben bekrachtigd. Bijgevolg is het niet aan eenieder om een wet te
maken.
Een wet heeft in de eerste plaats vooral op het gemeenschappelijke goede betrekking.
1: Eenieder is afzonderlijke een wet voor zichzelf, voor zover hij deel heeft aan de orde van
iemand die regelt.
2: de dwingende kracht komt ofwel toe aan de gehele menigte van mensen, ofwel aan een
publieke persoon aan wie het toebrengen van straffen toekomt. En daarom komt uitsluitend
aan hem het maken van wetten toe.
3: een mens maakt weliswaar deel uit van een huisgezin, maar dat huisgezin maakt deel uit
van de politieke gemeenschap. -> 1 huisgezin geordend tot het goede van de politieke
gemeenschap.
Art. 4: of afkondiging tot het wezen van een wet behoort:
1: het schijnt dat afkondiging niet tot het wezen van een wet behoort. De natuurlijke wet is
immers het meest van al een wet, maar de natuurlijke wet ontbeert afkondiging. Bijgevolg
behoort het niet tot het wezen van de wet dat zij afkondigt wordt.
4