Hier in deze samenvatting staan alle lesbrieven samengevat. De lesbrieven Vervoer, Europa, Jong en oud en Markt en overheid staan erin.
Er staat ook uitleg bij als er grafieken worden gegeven en dus een erg handige en overzichtelijke samenvatting voor je Centraal Examen HAVO.
Hoofdstuk 1
➢ Abstracte markten: Geheel van vraag en aanbod van een bepaald product of dienst
→ Welke prijs komt er tot stand?
→ Hoe zullen vragers en aanbieders zich gedragen?
➢ Marktvormen: Het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen met
elkaar concurreren
→ Volkomen concurrentie/ volledige mededinging
→ Monopolie
→ Oligopolie
→ monopolistische concurrentie
➢ De omstandigheden:
→ Aantal aanbieders
→ Homogeen of heterogeen product
→ Wel of geen vrije toe- en uittreding
→ Wel of niet transparant (doorzichtig)
➢ Volkomen concurrentie (prijsnemer):
→ Veel aanbieders
→ Homogeen product
→ Vrije toe- en uittreding
→ Transparante Markt
* Bijv. graanmarkt
* Dit is de perfecte markt waarbij de prijs tot stand komt door vraag en aanbod
➢ Marktmechanisme/prijsmechanisme: Prijs komt door stand door het vrije spel van
vraag en aanbod.
➢ Monopolie (prijszetter):
→ Een aanbieder
→ Homogeen product
→ Geen vrije toe en uittreden
→ Transparante markt
* Bijv. ProRail
, ➢ Doelen monopolist:
→ Quitte spelen (TO = TK of GO = GTK)
→ Maximale omzet (MO = 0)(Kijk hier naar de GO lijn)
→ Maximale winst (MO = MK)
* hoeveel de monopolist afzet bij een bepaalde prijs is afhankelijk van de
betalingsbereidheid
➢ Winst vergroten bij een monopolie → Productdifferentiatie
→ Prijsdifferentiatie: Een andere prijs voor vergelijkbaar, maar ander product (1e en
2e klasse trein)
→ Prijsdiscriminatie: Een andere prijs voor hetzelfde product (Studenten OV)
➢ Privatiseren: De overheid geeft de taak over aan particulieren bedrijven.
→ Nadeel: Bedrijven streven naar winst, wat zorgt voor bezuinigingen die ten koste
gaan van kwaliteit.
→ Voordeel: Door concurrentie streven naar lage kosten en lagere prijzen
- Productinnovatie: Nieuwe producten
- Procesinnovatie: Vernieuwen productieproces
➢ Oligopolie (Redelijk veel invloed op de prijs):
→ Weinig aanbieders
→ Homogeen/heterogeen product
→ Toetredingsbarrières (Moeilijk toetreding)
→ Geen transparanten markt
* Bij twee aanbieders ---> Duopolie
➢ Toetredingsbarrières:
→ Schaalvoordelen: grote inversteringen nodig die terugverdient moet worden
→ Octrooien: Het alleenrecht om te produceren
→ Verzonken kosten: Gemaakte vaste kosten die bij sluiting niet terugverdient
worden
➢ Monopolistische concurrentie (Beperkte invloed op de prijs):
→ Veel aanbieders
→ Heterogeen product
→ Geen toetredingsbarrières
→ Geen transparanten markt
,➢ Het marktgedrag kan je onderscheiden tussen samenwerken en concurreren
→ Concurreren:
- Prijsstrategie (Prijzenoorlog, marktaandeel van winnaars neemt toe)
- Productdifferentiatie: Eigenschappen toevoegen, waardoor heterogeen
> Onderneming kan eigen prijzen bepalen ---> eigen prijs afzetlijn
→ Samenwerken ---> oligopolie
- Zonder overleg: Prijsleider past prijzen aan, waarna concurrente volgen
- Kartelvorming: Concurrentie verminderen door het maken van
prijsafspraken
> Concurrentie houdt de prijzen laag, daarom is dit in Nl verboden
➢ Volledige mededinging/concurrentie: De perfecte markt, waarbij de prijs voor een
evenwicht zorg tussen vraag en aanbod.
➢ Soms levert de markt niet de juiste prijs, daarom grijpt de overheid in met
prijsregulering/prijs beïnvloeding
→ Maximumprijzen ----> wanneer de prijzen te hoog zijn (consument beschermen)
→ Minimumprijzen ----> wanneer de prijzen te laag zijn (producent
beschermen)
→ heffingen en subsidies
➢ Subsidies en accijns:
→ Accijns: kostprijsverhogende belasting om gebruik van schadelijke producten te
remmen (sigaretten, alcohol, benzine)
→ Subsidie: Overheid verlaagt prijzen, zodat product meer gekocht wordt (theater,
musea)
➢ Arbeidsmarkt: Als de arbeidsmarkt een markt van volkomen concurrentie zou zijn
zou er geen werkloosheid zijn
➢ Voldoet de arbeidsmarkt aan de kenmerken van volledige mededinging?
- Veel vragers en aanbieders ---> Ja
- Product homogeen ---> Nee er zijn verschillende deelmarkten
- De markt is transparant ---> Nee er bestaat asymmetrische informatie
- Vrije toe- en uittreding ---> Nee er zijn diploma eisen
- Er is geen invloed op loon ---> Nee minimumloon en maximumloon
➢ Er zijn toezichthoudende instanties die erop toezien dat wetten en regels worden
nageleefd.
→ Nederlandse voedsel en warenautoriteit (NVWA): Kwaliteit van voedsel
→ Autoriteit financiële markten (AFM): Toezicht op banken en verzekeringen
→ Autoriteit Consument en Markt (ACM): Treed op tegen verstoring van de vrije
markt (Bewaakt concurrentie)
- Kartelvorming: Bedrijven maken prijsafspraken
- Fusies: Twee gelijkwaardige bedrijven vormen samen een nieuw bedrijf
- Overnames: Een sterker bedrijf neemt een zwakker bedrijf over
, ➢ Octrooi/patent: Het alleenrecht om te produceren
→ Voordelig voor de producent. Hij kan zo zijn eigen prijzen bepalen om in
leveringskosten terug te verdienen.
➢ Collectieve goederen: Goederen betaald door de overheid, waar iedereen gebruik
van kan maken.
→ Er valt geen individuelen prijs te berekenen. Dit wordt betaald door middel van
collectieve dwang: iedereen betaald verplicht belasting
- Kenmerken:
> Niet-uitsluitbaar goed: Meelifters kunnen niet uitgesloten worden van
gebruik
> Niet-rivaliserend goed: Dat de een geniet van een goed gaat niet ten
koste van het gebruik van de ander.
- Wordt er niet aan deze kenmerken voldaan is er sprake van individueel
goed.
➢ Quasi - collectieve goederen: Individuelen goederel geleverd door de overheid. (zorg,
onderwijs, bibliotheek)
- Toegankelijkheid voor iedereen
- Stimuleren van consumptie van goed middels subsidies
- Kwaliteit bewaken
➢ Samenwerken tot stand brengen:
→ zelfbinding: leden geven vrijwillig aan samen te werken
→ Normbesef: Norm waar je aan wilt voldoen, meeliften zorgt voor reputatieschade
→ Collectieve dwang: Het verplicht stellen van samenwerken middels een contract
➢ Externe effecten
→ Positieve externe effecten: Positieve gevolgen van consumptie en productie die
niet in de prijs zijn doorberekent.
→ Negatieve externe effecten: Nadelige gevolgen van consumptie en productie die
niet in de prijs zijn doorberekent.
🡪 De producent houdt alleen rekening met interne/private kosten.
➢ Bij externe effecten levert de markt niet het gewenste resultaat (marktfalen).
Producten met negatieve effecten zijn er teveel en producten met positieve effecten
te weinig.
→ Ingrijpen overheid
- Verbieden van productie
- Heffingen (accijns) 🡪 Gebruik ontmoedigen
- Subsidie 🡪 Gebruik stimuleren
- Belastingvoordelen 🡪 Gebruik stimuleren
➢ Penetratiegraad: De hoeveelheid van dezelfde producten binnen een gebied
uitgedrukt in procenten van het totaal aantal inwoners
➢ Maatschappelijk verantwoord ondernemen
→ People: Mensen binnen en buiten de onderneming
→ Planet: De gevolgen voor het milieu
→ Profit: Hoe is de winst behaald en wat wordt er meegedaan.
*Leidt tot stijging van de prijzen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rensbrouwer03. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.