Examentraining wereld; eerste 2 opgaven, 8 vragen
Centrum- periferie model
- Periferie: export grondstoffen
- Semi-periferie: verwerken grondstoffen en productie
- Centrum: consumptieve en zakelijke dienstverlening
Deze verdeling heet internationale arbeidsverdeling
- Kennis, geld, kapitaal en eindproducten worden meestal vanaf centrum naar periferie
verplaatst
- Grondstoffen en migranten worden meestal van periferie naar centrum verplaatst
- Als een periferie land relatief weinig grondstoffen exporteert dan heeft het geen
grondstoffen, gebruiken ze het zelf of bewerken ze het eerst
- Vergelijk op nationaal schaalniveau betekent dat je regio’s in een land met elkaar moet
vergelijken
- Continentaal schaal niveau: landen binnen een continent vergelijken
- Vaak wordt gevraagd of de relatie tussen 2 landen aan dit model voldoet, vergelijk dit
dan met dit model en verklaar of dit overeen komt met dit model of niet
Ja, voldoet aan beeld
Nee, precies tegenovergestelde: bv centrumland exporteert grondstoffen, innovaties
ontstaan in een perifeer land of bedrijf uit periferie neemt bedrijf uit centrumland over
- Landen proberen veel verschillende grondstoffen te exporteren, want bij een eentonige
export zijn ze heel gevoelig voor prijsschommelingen/vraag naar product of bv product
eerst bewerken voordat het verhandeld wordt en zo meer opbrengst eruit halen dit
heet exportvalorisatie, zo wordt het verschil tussen centrum en periferie afgenomen,
maar dit is vaak lastig door gebrek aan geld
- Veel landen maken economische groei door vraag grondstoffen stijgt prijs
grondstof stijgt
- Economische crisis in land dat veel importeert leidt vaak tot ook economische crisis in
het land waaruit geëxporteerd wordt
- Andere belemmeringen economische groei: corruptie(politiek) en hoog
geboortecijfer(demografisch)
Productieketens:
- Door vrijhandel, gestimuleerd voor de WTO, kunnen MNO’s over de hele wereld op zoek
naar de beste productielocatie
- Bedrijven vestigen in perifere landen voor: lage loonkosten, lagere huur posten, lagere
arbeidsvoorwaarden, lagere belastingtarieven, weinig wetgeving qua arbeid en milieu
- In semi-periferie: SEZ, lage belastingtarieven, loonkosten, huur, arbeidsvoorwaarden,
wetgeving qua milieu
- Centrum: hoogopgeleid personeel die moeilijk werk kunnen doen, goede scholen of
uni’s, andere bedrijven in dezelfde sector aanwezig, vrijhandelsgebied, taal van
moederbedrijf gesproken wat communicatie makkelijk maakt, dicht bij de afzetmarkt
voor bv dingen die niet lang houdbaar
- Mondiaal schaalniveau: triade bedoelt (dus azie, vs en eu)
- Continentaal schaalniveau: belangrijkste of grootste landen binnen triade
- Nationaal schaalniveau: belangrijkste of trendzettende steden
, Redenen waarom bedrijven in sommige landen geen producten willen verkopen:
- Politiek: oorlog, onrust
- Sociaal-cultureel: product sluit niet aan bij cultuur
- Demografisch: bevolkingskrimp, dus vraag naar producten neemt af
- Economisch: bevolking in land is nog niet rijk genoeg
- Fysisch-geografisch: bepaald land heeft zelf al de grondstof
Visa versa is dit dus ook zo, dus bedrijven willen vestigen in het land bij het omgekeerde
Global shift leidde in centrumlanden voor de-industrialisatie, want fabrieken werden naar
laagloonlanden verplaatst
Veel gemaakte fout op examen: belang van een land en belang van een bedrijf staat los van
elkaar!!!
Handel:
- Goede infrastructuur is belangrijk, vroeger via zeilboot nu bv door schepen
tijd en ruimtecompressie
- Door nieuwe transporteermogelijkheden ontstaan nieuwe handelsroutes
- Door internet worden plaatsen verbonden en hebben gebieden de kans om economisch
te groeien
- Handel wordt beperkt door: kosten(economisch), natuurlijke obstakels(natuurlijk),
gesloten grenzen(politiek)
- Vooral kleine rijke landen handelen relatief veel, omdat de bevolkingsomvang niet groot
genoeg is en ze niet genoeg land hebben om alles zelf te maken
- Handel zorgt voor diffusie van cultuurelementen, zoals bv taal
- In periferie en semiperiferie neemt het aantal gesproken talen af door de invloed van
mondiale talen zoals bv Engels
- In centrumlanden neemt het aantal gesproken talen juist toe door migratie
- Lokale producenten maken duurdere producten en kunnen niet concurreren tegen
multinationals, zij produceren namelijk op grotere schaal dus de productieprijs daalt
- Pullfactor migratie: werk
- Voordelen voor vertrekgebieden: deze nemen geldzendingen en kennis/werkervaring
mee, wat weer tot economische groei kan leiden.
- Nadelen voor vertrekgebieden zijn dat het vaak de hoogopgeleiden, rijke of jonge
mensen zijn die wegtrekken
- Migratie leidt daarnaast ook voor verbinding en mogelijk voor handel tussen 2 landen,
want Nederlanders in Amerika willen bv stroopwafels
Indicatoren welvaart:
- Totale inkomen, dus bnp, ook wel bnp per hoofd, maar dit meet echter niet de
gezondheidszorg, levensverwachting, alfabetisme per land, HDI doet dit wel
- Verdeling van de bevolking over de sectoren is ook een indicator, periferie is vooral
landbouw, tertiaire sector vooral centrum, vooral primaire sector is duidelijk kenmerk
- Sterftecijfer is niet per se goede indicator van welvaart, want dit is afhankelijk van de
leeftijdsopbouw en dit stijgt nou eenmaal als landen rijker worden
- Hoge groene druk is vaak periferie, hoge grijze druk is vaak centrumlanden
- Bevolkingsdichtheid is vooral in kustgebieden door exploitatie koloniën SEZ vaak aan kust
- Periferie vaak fase 1/2, semiperiferie vaak fase 3, centrumland vaak fase 4/5 van transitie
- Mensen van platteland komen op SEZ af overbevolking dreigt ontstaan sloppenwijk