Hoorcolleges Inleiding Burgerlijk Recht
HC 1 12/9
Goederen: art. 3:1 BW
Zaken: art. 3:2 BW
- Onroerende zaken: art. 3:3 lid 1 BW. Is een maatschappelijk belang bij, belangrijk dat
goed gedocumenteerd is.
- Roerende zaken: art. 3:3 lid 2 BW.
Vermogensrechten: art. 3:6 BW
- Eigendom: art. 5:1 BW. Als je eigenaar bent kun je anderen afweren. Aan eigendom zijn
bevoegdheden verbonden. Belangrijk om te bepalen wie eigenaar is, als je niet eigenaar
bent worden je mogelijkheden beperkt wat je met een zaak kan doen.
- Beperkte rechten: art. 3:8 BW.
- Vorderingsrecht: relatie tussen personen waarbij de een schuldeiser/crediteur is en de
ander schuldenaar/debiteur. Bronnen van vorderingsrechten:
o Overeenkomst (art. 6:213)
o Onrechtmatige daad (art. 6:162)
o Zaakwaarneming (art. 6:198)
o Onverschuldigde betaling (art. 6:203)
o Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212)
Altijd moet duidelijk worden waar de vordering op gebaseerd is. Waarom zou de
gepretendeerde schuldenaar moeten betalen?
De wet heeft uiteindelijk nooit het laatste woord. Stel de aannemer bouwt op het verkeerde stuk
grond een huis. Eigenaar perceel wil niet betalen, want heeft geen overeenkomst. Toen heeft iemand
bedacht dat dit ongerechtvaardigde verrijking kan zijn, omdat aannemer verarmd is en eigenaar
verrijkt. Iemand heeft gedurfd rechter te vragen dit als rechtspersoon op te nemen (?), toen werd dit
opgenomen in de wet.
Burgerlijk recht is te vinden in de wet & jurisprudentie (rechtspraak).
Oude zaak die er nog steeds toe doet: HR 3 maart 1905, W 1905, 8191. Berlips v. Blaauboer. Berlips
verkocht land aan o.a. Blaauboer. Spraken af dat Berlips de weg zou ophogen en bestraten. Na een
aantal jaren nog niks gebeurd, vroeg Blaauboer of er nog iets zou gebeuren. Berlips gaf aan dat hij
het land in eigendom aan weduwe Maks had overgedragen. Blaauboer gaat naar Maks, Maks zegt
hoezo, want is afgesproken met Berlips. Hoge Raad heeft zich hierover uitgelaten en heeft bepaald
dat een afspraak tussen twee personen een afspraak moet blijven. Berlips kan niet meer verhogen,
dan waarschijnlijk wegens een wanprestatie schadevergoeding betalen. (Syllabus p. 88)
Absolute rechten Relatieve rechten
Eigendom Vorderingsrecht
Relatie Persoon – goed Persoon – persoon
Reikwijdte Jegens een ieder Louter jegens de ander
Exclusiviteit Ja, gerechtigde bij uitsluiting Nee, derden behoeven zich in
van anderen beginsel niet aan te trekken
van relatief recht
Eigendom: volste recht wat er bestaat. Maar je kunt er een stukje vanaf halen middels beperkte
rechten (3:8). Bijvoorbeeld erfdienstbaarheid (5:70/71), dan wordt de afspraak een zakelijk recht dat
je tegen iedereen kan inroepen, ook de nieuwe eigenaar. Het wordt dan in de registers ingeschreven.
,Koopovereenkomst: contract als vorm van verbintenissenrecht. 1954 was er nog geen
schriftelijksheidsvereiste, Eelman wilde boerderij verkopen en Hin wilde kopen voor die prijs, was
voldoende voor overeenkomst 6:217: een overeenkomst komt tot stand door aanbod en
aanvaarding daarvan (onderscheid aanbod en aanvaarding is in de praktijk niet zo duidelijk). Eelman
lijdt aan waanvoorstellingen, kwam erna erachter dat hij niet goed in staat was zijn wil te bepalen.
Wil niet meer boerderij verkopen, maar Hin wil nog wel kopen.
Rechtshandeling: art. 3:33. Een geldige rechtshandeling vereist een wil die op rechtsgevolg is gericht
en die zich door een verklaring heeft geopenbaard. Gaat om vrije wil en een verandering. In de regel
is elke rechtshandeling vormvrij, maar let op context, want in veilingzaal is knipoog een bod.
Autonomie van mensen / wil om niet gebonden te worden wordt beschermd door art. 3:34.
Wetgever beschrijft situatie waarin wij aannemen dat wil en verklaring niet in overeenstemming zijn.
Dit is bescherming van Eelman. Hin wordt beschermd in art. 3:35: gerechtvaardigd vertrouwen.
Tegen Hin, die de verklaring van Eelman heeft opgevat als de wil van Eelman om de boerderij te
verkopen, als Hin dit redelijkerwijs mocht aannemen, kan geen beroep worden gedaan door Eelman
op het ontbreken van wil. Nu inlevingsvermogen: mocht Hin ervan uitgaan dat Eelman wilde wat hij
verklaarde? Advocaten verzamelen feiten die deze vraag kunnen beantwoorden.
Geldige overeenkomst: 6:217 aanbod en aanvaarding daarvan
Geldige rechtshandeling:
3:33
3:34
3:35
Uit overeenkomst ontstaan verbintenissen (zoals koopovereenkomst).
Misverstanden kunnen leiden tot overeenkomsten waar partijen een andere wil/ ander idee hadden.
Bijvoorbeeld bij belastingschade: boer had ander idee van belastingschade dan de gemeente. Dan
3:35 toespitsen op een misverstand. Onderstaande gezichtspunten waren niet van toepassing, dus
eigenlijk geen rechtsgeldige overeenkomst.
Gezichtspunten / vuistregels:
a. Welke betekenis lag meer voor de hand?
b. Is er deskundige bijstand?
c. Is de vaststaande technische betekenis bekend bij de wederpartij?
d. Is het resultaat van de interpretatie te rijmen met het oogmerk?
HC 2 18/9/17
Overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan (6:217 BW).
Een geldige rechtshandeling vereist een wil en verklaring die overeenkomen (3:33).
Indien wil en verklaring niet sporen eventueel bescherming; vertrouwen wederpartij (3:35).
Belangrijke vraag: wie heeft er een rechtshandeling verricht?
Volmacht (3:60 lid 1)
Een tussenpersoon verricht in naam van achterman A een rechtshandeling, gericht op een
overeenkomst met wederpartij D.
Het verlenen van een volmacht is op zichzelf een rechtshandeling. Is vaak aanwezig in
arbeidsovereenkomst, zoals caissière van supermarkt.
Let op! Zodra je leest ‘in naam van’ gaat het om een volmacht en moet je in Boek 3 zijn.
, Wanneer de tussenpersoon conform volmacht handelt, handelt hij ‘krachtens toereikende
volmacht’. Gevolg (3:66), de overeenkomst komt tot stand tussen A en D, de tussenpersoon
valt er dan tussenuit.
Wanneer de tussenpersoon onbevoegd in naam van A handelt (dus zonder toereikende
volmacht), komt er in beginsel geen overeenkomst tot stand, zowel niet tussen A en D (want
geen wil en verklaring) als tussen T en D (niet in eigen naam gehandeld). Maar tussenpersoon
staat wel in voor volmacht en is dus uit hoofde van de wet aansprakelijk voor schade (3:70).
- Uitzondering 1: A bekrachtigt de overeenkomst (3:69)
- Uitzondering 2: vertrouwensbeginsel. D nam aan en mocht onder de gegeven
omstandigheden door toedoen van A redelijkerwijze aannemen dat een toereikende
volmacht was verleend (3:61 lid 2). Gaat om vertrouwen dat is gebaseerd op
toedoen/handelen van de achterman.
Wilsgebreken
Uitgangspunt is een geldige rechtshandeling.
Probleem: de wil is gebrekkig gevormd, onder invloed van
Bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden (3:44) of
Dwaling (6:228): is veel wisselwerking tussen beide partijen
- Lid 1: onjuiste voorstelling van zaken, causaal verband tussen dwaling en aangaan
overeenkomst (kenbaar voor wederpartij). Er is sprake van:
o Onjuiste informatie verschaffing of
o Schending mededelingsplicht of
o Wederzijdse dwaling
Verschil dwaling en bedrog is opzet. Dwaling kan ongelukkige voortgang van zaken zijn, bij bedrog
moet opzet aanwezig zijn.
Arrest Maria van Geest en Engel Nederlof; Nederlof had verzwegen dat auto betrokken was geweest
bij een ongeluk. Beroep op dwaling afgewezen, omdat mw. Van Geest zichzelf onvoldoende had
voorbereid. Ging in hoger beroep. Principaal cassatiemiddel: is de klacht van de eiser in cassatie. Zei
dat schending onderzoeksplicht niet in de weg staat van Nederlof om mededelingsplicht te schenden.
Dus: wanneer je mededelingsplicht hebt, kun je je in het algemeen niet erop beroepen dat de
dwalende een onderzoeksplicht heeft geschonden.
Als partij A vóór de totstandkoming van een overeenkomst aan wederpartij B bepaalde
inlichtingen had moeten geven … (zie slide)
Mededelingsplicht weegt zwaarder dan onderzoeksplicht
Onvoorzichtigheid en vooronderstelde ondeskundigheid wordt voor beschermd.
Een geslaagd beroep op dwaling maakt de overeenkomst vernietigbaar (6:228 lid 1), via 3:49-50.
Gevolg: de overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan (3:53). BELANGRIJK!! Omdat
eigendomsoverdracht in duigen valt en eigendom weer terug gaat/ eigenlijk niet over is gegaan.
Geleverde prestaties zijn onverschuldigd betaald (art … SLIDE)
Vaststellen rechtsgevolgen overeenkomst
6:248 lid 1:
De door partijen beoogde rechtsgevolgen
- Haviltex arrest; ‘teruggeven’ van machine. Rechtbank Breda en Hof Den Bosch zeiden:
bewoordingen zijn duidelijk, bedoelingen doen daar niet van af. Hoge Raad: woorden
moeten in context worden bekeken. Kan uit voortvloeien dat partijen iets anders hebben
bedoeld dan dat er staat. Haviltexen = uitleggen. Gezichtspunten:
o Maatschappelijke kring waartoe pp. behoren
o Welke rechtskennis van zodanige pp. kan worden verwacht
Wet
Gewoonte