Hoorcolleges Belastingrecht
Week 1 (online):
Overheid mag alleen geld innen als dit in de wet staat – art. 104 Gw = legaliteitsbeginsel.
Belastingen zijn betalingen waar je niet perse iets voor terugkrijgt. Doel is niet alleen geld ophalen,
maar ook gedrag beïnvloeden.
Gaat om verdeling geld, maakt uitgesproken politiek proces, want geeft mensen gevoel van
oneerlijkheid/ onrechtvaardigheid. Rekening houden met rechtszekerheid, maar ook gelijkheid.
Elke belasting heeft indeling in 4 facetten:
Belastingplichtige/belastingsubject (wie moet betalen)
Belastinggrondslag/ belastingobject (waarover je moet betalen)
Tarieven (hoeveel je moet betalen)
Wijze van heffing en heffingstijdvak (hoe wordt geheven)
Bij hondenbelasting is hond object, de houder hond subject. In subjectieve sfeer gaat het om
vrijstellingen van personen die niet hoeven te betalen, zoals iemand die blindegeleidehond nodig
heeft. In objectieve sfeer vrijstellingen kan waakhond zijn voor bedrijf.
In ondernemerssfeer veel subjectieve vrijstellingen – voor ondernemer. Objectieve vrijstellingen zijn
voor wat de ondernemer doet.
Belastingplichtige (=subject)
Wie wordt er belast?
Natuurlijke personen, rechtspersonen (lichamen)
Subjectief onderscheid tussen inwoners en niet-inwoners, maakt deel uit van internationaal
belastingrecht.
Heffingsgrondslag (=object)
Waarover belasting wordt geheven.
Inkomen, vermogen etc.
Tarieven
Als ondernemer wordt je belast over je winst, waar je een tarief van 52% over betaalt. Maar dit hoeft
niet over alle winst te zijn, vanwege vrijstellingen, dus kijken naar effectieve belastingdruk.
Effecten van belastingheffing
Vermoeden van belastingontwijking: daarom wetgeving vooral anti-ontgaanswetgeving.
Wet IB
Art 1.1 – wordt alleen geheven over natuurlijke personen – dus niet rechtspersonen/
ondernemingen!
Art. 2.3 en 2.4 zijn inhoudsopgave van de wet.
Cursieve begrippen = begrip krijgt betekenis in de wet, is ergens gedefinieerd.
Drie soorten inkomsten > drie soorten boxen. Hebben verschillende soorten heffingen /
belastingbedragen:
Elke box heeft eigen regels voor inkomen en evt. aftrekposten
Elke box heeft een eigen tarief (structuur)
Geen verliesverrekening tussen boxen onderling. Zijn separate boxen, in elk wordt apart
gerekend. Dus verlies in box 1 kan niet worden gecompenseerd door veel geld in box 3.
Inkomen
, Begrip is vermogensvergelijkingstheorie: hoeveel rijker ben je afgelopen jaar geworden? Hoeveel je
hebt geconsumeerd in een jaar en hoeveel je nog had kunnen consumeren (wat op een bank staat).
In werkelijkheid meer bronnentheorie: wat heeft deze activiteit jou opgeleverd? Dat is je inkomen.
Verschil: bij vermogensvergelijkings kan iets worden meegerekend waar geen bron voor is, dus wordt
niet in bronnentheorie meegerekend.
Winst – kosten > saldo is pas echt je winst.
Bronnentheorie
Wat bronnen zijn staat in jurisprudentie, niet in de wet.
1. Deelname aan economisch verkeer – transacties sluiten met derden, hoe betaald wordt
maakt niet uit;
2. Voordeel beogen – je moet erop uit zijn geweest om inkomen te verdienen;
3. Voordeel verwachten – moet redelijkerwijs zijn dat je dit voordeel ook kan verwachten
(gokken in casino telt niet). Verlies is daardoor niet aftrekbaar. In bronnentheorie is winst bij
casino ook niet belastbaar, want ook niet redelijkerwijs verwachten.
Wanneer sowieso bron van inkomen:
Onderneming
Dienstbetrekking – als je in dienst bent is dat jouw bron van inkomen / arbeidscontract
Eigen woning
Aandelenbezit
Andere vermogensbestanddelen
Verschil bronnentheorie en vermogensvergelijkingstheorie
Eentje is casino (net gehad), andere is vermogenswinsten (ook belangrijk in box 2). Onderscheid
tussen jouw vermogen en de opbrengst die daaruit komt. Als je pakket aandelen hebt kan dat je
dividend opleveren, maar je kan ook winst maken omdat ze elk jaar meer waard worden, als je ze
dan verkoopt heb je vervreemdingswinst. Behoort het tot onderneming, dan belasting. Behoort het
tot privé, dan onbelast.
- Vervreemdingswinst/ vermogenswinst
- Incidentele inkomsten
Samengevat
Onder vermogensvergelijkingstheorie belast je alles dat je als inkomen zou kunnen aanmerken op 1
grote hoop – alles waar je inkomen aan hebt gekregen.
Onder bronnentheorie 2 varianten:
1. Synthetische inkomstenbelasting – al het inkomen uit verschillende bronnen samengeteld en
bij elkaar als totaal belast.
2. Analytische inkomstenbelasting – verschillende regels per bron, geen samentelling (ons
systeem sinds 2001).
Rangorderegeling
Gemakkelijkst te zien is eigen woning. Als je pand hebt waar je niet in woont is automatisch box 3.
Waar je wel in woont is in box 1 belast – wanneer hier belast kan niet meer in box 2 behandeld.
Lastiger bij aandelen. Vraag 1: is onderdeel ondernemingsvermogen? Zo niet: aanmerkelijk belang?
Inkomen uit aanmerkelijk belang betreft alleen inkomen uit aandelen met een belang van 5% of
meer. Als minder dan 5%, dan belast in box 3.
Arbeid. Je werkt, waar hoort inkomen? Vraag 1: ben je ondernemer? Dan in box 1 belast. Zo niet, is
het uit dienstbetrekking? Zo ja, dan is het loon en is het box 1. Zo niet, dan resultaat uit overige
werkzaamheden (als je arbeid verricht en dit voordeel oplevert, zonder dat dienstbetrekking), is
verzamelrubriek/vangnet. Nog steeds belast in box 1. Bijvoorbeeld: wanneer je huis verbouwt en
voor winst verkoopt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper paulettevanoosten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.