Samenvatting Bestuursrecht
Week 1: Bestuur & bestuurden
Bestuursrecht is recht voor, van en tegen het overheidsbestuur. Het is een instrument voor de overheid om
beleidsdoelstellingen te verwezenlijken, maar biedt ook bescherming voor burgers en bedrijven tegen het
eenzijdig ingrijpen van de overheid in hun rechtspositie.
Spanningsdriehoek: zeggenschap, controle en doelmatigheid. Speelt bij het maken van nieuwe regelingen: je
wil dat burgers zeggenschap hebben, dan het bestuursorgaan wordt gecontroleerd en dat de regeling het doel
kan bereiken zonder dat er eerst bijv. nog jaren over geprocedeerd moet worden.
Bestuursorganen
Artikel 1:1 Awb lid 1:
a. Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (art. 2:1 BW);
A-orgaan, is voor alle handelingen aan het bestuursrecht onderworpen;
Organisatorisch criterium: een zelfstandige plaats of functie in de wet.
b. Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed;
B-orgaan, is alleen gebonden aan het bestuursrecht voor zover een publieke taak wordt
uitgeoefend/ voor zover zij met openbaar gezag is bekleed;
Materieel criterium: openbaar gezag; bevoegd om eenzijdig rechten of plichten voor een ander in
het leven te roepen of bindend vast te stellen;
Hoofdregel: persoon of (onderdeel van) een privaatrechtelijke rechtspersoon met een
publiekrechtelijke bevoegdheid blijkend uit een wettelijk voorschrift
Uitzondering: persoon of (onderdeel van) privaatrechtelijke rechtspersoon met buitenwettelijk
openbaar gezag
Dus: overheidstaak dmv toekennen publiekrechtelijke bevoegdheid of praktijk (buitenwettelijk)
Voorbeeld: garagebedrijf dat op grond van de wet ook bevoegd is om APK keuringen te doen.
Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol arrest
Voor dit arrest werd het publieke taak criterium gehanteerd bij het bepalen of er sprake is van een
buitenwettelijk b-orgaan. Reden voor publieke taakjurisprudentie: overheid bepaalde voorwaarden voor het
uitkeren van geld en gaf dit geld dan aan een stichting, die de uitkeringen deed. Het is een uitoefening van de
publieke taak en de stichting functioneert eigenlijk als een doorgeefluik, maar hierdoor is wel het privaatrecht
van toepassing. Oplossing: dit soort stichtingen aanmerken als bestuursorgaan, buiten de wet om
(uitzondering op het legaliteitsbeginsel). Ratio publieke taakjurisprudentie: rechtsbescherming (goeie toegang
tot de rechter en gelijkheidscompensatie) en publiekrechtelijke normering.
Conclusie van AG-Widdershoven: er moet een duidelijke grens worden gesteld. Criteria zijn nu te vaag, het
legitimeert ondoorzichtig bestuur en is in strijd met het legaliteitsbeginsel. Alleen sprake van een B-orgaan
wanneer er een wettelijke regeling is waarin een bevoegdheid is toebedeeld. Uitzondering: bij organen van
privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen of op geld waardeerbare voorzieningen aan
derden verstrekken. Twee voorwaarden wanneer er toch sprake is van een (buitenwettelijk) b-orgaan:
Financieel vereiste: de financiering van de verstrekking moet in overwegende mate (2/3 of meer)
afkomstig zijn van één of meer a-organen. Probleem: hoe bepaal je het totaal en daarvan 2/3;
Inhoudelijk vereiste: de criteria voor de geld-verstrekking in kwestie moeten in beslissende mate door
één of meer a-organen worden bepaald. Gaat niet om inhoud, maar zeggenschap BO.
Wat doen bestuursorganen:
Presterend bestuur – o.a. subsidies verstrekken
Dwingend/handhavend bestuur – o.a. boetes opleggen
Bestuur ter uitvoering van EU recht
Schadeveroorzakend bestuur – o.a. bij onrechtmatig handelen, vordering tot schadevergoeding
Bestuur door middel van privaatrecht – o.a. sluiten van contracten, eisen stellen als grondeigenaar.
1
,Bevoegdheidsverkrijging
In beginsel: legaliteitsbeginsel = wettelijke grondslag voor overheidsoptreden (democratische legitimatie). HR
Fluoridering: ook handelen overheid met feitelijk ingrijpende gevolgen behoeft wettelijke basis.
Verkrijging bevoegdheden:
Attributie (10:22) – creëren van een nieuwe bevoegdheid.
Delegatie (10:13) – overdracht van reeds geattribueerde bevoegdheid aan andere persoon of college.
Mandaat (10:1) – in naam van een bestuursorgaan besluiten nemen (bevoegdheid blijft bij BO).
Bestuurden
Gaat om wie worden geraakt door besluiten, wiens rechtspositie wordt veranderd door optreden
bestuursorgaan belanghebbenden (art. 1:2 Awb). Dit zijn natuurlijke personen, rechtspersonen krachtens
privaatrecht of publiekrecht en andere entiteiten dan rechtspersonen of natuurlijke personen, bijv. een
informele vereniging.
Er moet voor belanghebbendheid worden voldaan aan de criteria van art. 1:2 Awb en aan OPERA: objectief,
persoonlijk, eigen, rechtstreeks en actueel. Er is vooral een discussie over rechtstreeks.
Handhaving mestbassin Mechelen arrest: nuance in het ‘persoonlijk’ criterium. Hiervoor moesten er alleen
feitelijke gevolgen worden bewezen, maar nu moeten de gevolgen van enige betekenis zijn, naar objectieve
maatstaven gemeten. Door dit arrest is hier een eenduidig criterium voor, hiervoor was het verschillend voor
verschillende gebieden (milieu, evenement, bouw).
Bewoners Buggenum arrest
Hier wordt de nieuwe invulling van het criterium ‘persoonlijk’ toegepast. In het onderhavige geval was er geen
sprake van overlast/hinder van enige betekenis, waardoor er geen sprake was van belanghebbendheid.
Dit arrest gaat ook over algemene en collectieve belangen (art. 1:2 lid 3). De eis van feitelijke werkzaamheden
geldt bij een organisatie met een collectief belang, maar niet bij een organisatie die opkomt voor een
bundeling bovenindividuele belangen. Hier bepaalde de rechtbank dat de individuele mensen geen
belanghebbende waren, dus de bundeling van hun belangen ook niet. De Afdeling bepaalde dat in de staten
‘woonklimaat’ stond. Dat kan niet voor zichzelf opkomen, dus is het een algemeen belang. Dan kijken naar
feitelijke werkzaamheden.
Soorten belangen:
Algemeen belang (art. 1:2 lid 3 Awb) = dingen die niet voor zichzelf op kunnen komen (klimaat,
ganzen). Eisen Awb: rechtspersoon, statutaire doelstelling en feitelijke werkzaamheden.
o Jurisprudentiële invulling: functionele / territoriale begrenzing vd doelstellingen (grondslag in
de statuten) en feitelijke werkzaamheden (anders dan procederen); doen van onderzoek,
organiseren van bijeenkomsten, overleggen met overheden, bijhouden website etc.
Collectief belang (art. 1:2 lid 3 Awb) = bundeling van individuele belangen.
o Jurisprudentiële invulling: verschillende gradaties.
(1) Feitelijke werkzaamheden worden geacht besloten te liggen in ‘de bundeling van
belangen’ van de individuele belangen = ipv 10 individuele beroepschriften;
(2) Doelstelling statuten: collectief belang dat bundeling van individuele belangen
ontstijgt = dan feitelijke werkzaamheden belangrijk!
Belangrijk: het gaat om een algemeen / collectief belang in het bijzonder behartigen.
De Poorter & Van Heusden artikel
Stellen vragen bij de representativiteit van algemene belangenorganisaties. Behartigen algemeen belang is
taak overheid en niet van particuliere organisaties, zij leggen geen verantwoording af aan representatieve
organen. Willen hier eisen aan stellen om te kunnen procederen. Vinden bundeling belangen problematisch:
criterium wanneer er sprake is van bovenindividueel belang is onduidelijk.
Statutaire doelstellingen en feitelijke werkzaamheden zijn communicerende vaten: hoe ruimer de statutaire
doelstelling, hoe meer feitelijke werkzaamheden er moeten worden verricht om aan te kunnen tonen dat men
een belang ‘ in het bijzonder’ behartigt.
2
, Week 2: Bestuurshandelen
Handelingen van bestuursorganen
Overheid handelt in het algemeen belang, dient beleidsdoelen op verschillende manieren: publiekrechtelijk en
privaatrechtelijk. Bestuursbevoegdheid moet op een specifieke wettelijke grondslag zijn gebaseerd – zowel
legaliteitsbeginsel als specialiteitsbeginsel. Specialiteitsbeginsel: bestuursorgaan mag enkel gebruik maken van
een wettelijke bevoegdheid voor het beschermen van de belangen die de betreffende regeling beoogt te
beschermen. Fluoridering arrest: gemeente Amsterdam voegde stoffen toe aan het water. Vanwege
specialiteitsbeginsel mag dat alleen voor een bepaald doel/belang: hygiëne, kwaliteit van het water. Wettelijke
bevoegdheid was voor het zorgen voor drinkwater. Gemeente voegde fluoride toe niet voor het zorgen voor
drinkwater, maar tandbederf tegen gaan. Ging tegen het specialiteitsbeginsel in.
1. Niet op rechtsgevolg gerichte handelingen (rechtsgevolg hoeft niet te gebeuren, als maar beoogd);
a. Beslissingen tot het verrichten van een niet op rechtsgevolg gerichte handelingen
b. Zuiver feitelijke handelingen (fles tegen boot slaan)
c. Mededelingen
2. Wel op rechtsgevolg gerichte handelingen (art. 3:33 BW);
a. Privaatrechtelijke rechtshandelingen (koopovereenkomsten)
b. Publiekrechtelijke rechtshandelingen
Strategisch besluitbegrip I; handeling zonder beoogd rechtsgevolg (geen rechtshandeling) betekent geen
besluit in de zin van art. 1:3 Awb, maar een feitelijke handeling, TENZIJ:
Afwijzing aanvraag belanghebbende: 1:3 lid 2
Weigeren besluit: 6:2a Awb
Niet (tijdig) nemen besluit: 6:2b. Speciale:
o Lex silencio positivo: 4:20b
o Besluit om aanvraag niet te behandelen: 4:5 Awb
Waarschuwing (jurisprudentierecht): die telt als voorwaarde voor belastend besluit/ voorwaarde om
later een maatregel op te kunnen leggen en als het onderdeel is van een wettelijk sanctieregime.
Bestuurlijk rechtsoordeel (jurisprudentierecht) – stelt iets over hoe het recht is - indien het onredelijk
bezwarend voor belanghebbende is om vergunning aan te vragen / handhaving af te wachten
- Bijv. briefje van ambtenaar: je mag vergunningvrij aanbouw huis maken. Als buurman dit niet
wil, krijg je hele handhavingsprocedure. Briefje ambtenaar moet als beschikking beschouwd,
zodat buurman ertegenin kan, want handhaving afwachten is onevenredig bezwarend.
Deze gevallen worden gelijk gesteld aan een besluit ex 1:3 Awb voor rechtsbescherming ex 8:1 Awb.
Publiekrechtelijke rechtshandeling heeft een basis in het publiekrecht nodig / bevoegdheid in het publiekrecht.
Strategisch besluitbegrip II; bij geen exclusieve (publiekrechtelijke) bevoegdheid aan bestuursorgaan geen
besluit ex 1:3 Awb, maar privaatrechtelijke rechtshandeling, TENZIJ:
Beslissing ter uitvoering van een publieke taak, dus wel publiekrechtelijk;
o Long Lin arrest: beschadigd schip met chemicaliën wilde Rotterdam in. Privaatrechtelijke
handeling overheid: toestemming. Werd voorwaarden aan gesteld door de overheid:
garantstelling dat maatschappij alle kosten van vervuiling kon betalen. Zonder garantstelling
geen toestemming en schip kan niet op open zee worden gerepareerd. Ging in beroep tegen
voorwaarden, maar overheid zei: toestemming is geen besluit. Er was geen wettelijke
grondslag, maar rechter wilde dat dit publiekrechtelijk zou zijn, want eenzijdige
rechtshandeling overheid. En soevereiniteit is inherent publiekrecht. Rechter ging strategisch
construeren als besluit. Afdeling: Nederlandse staat is soeverein over eigen wateren, dit
betekent dat toestemming mag verlenen of weigeren. Geven toestemming is
standaarduitvoering soevereiniteit, instrument ter uitoefening publieke taak, dus
toestemming gaat van privaatrecht naar publiekrecht.
Hier ook publieke taakjurisprudentie, maar dan over publiekrechtelijke bevoegdheid.
Beslissing ex gemeenschappelijk beginsel, bijv. schadeplicht door OD of terugbetaling onverschuldigde
betaling: dus wel publiekrechtelijk
3