Hoorcolleges Staatsrecht
Week 1: Staatsrecht, rechtsstaat en democratie
Artikel Yascha Mounk vraag: of onvrede burgers en/over populisme te maken heeft met staatsrecht.
Benadering boek
Is er voldoende democratische grondslag voor uitoefening bevoegdheden? Grondslag
legaliteitsbeginsel en delegatie.
Staatsrecht kan zich niet te makkelijk beperken tot hoe het is, maar moet ook afvragen of het wel
okee is, hoe het is geregeld. Zo niet, dan ook kijken naar hoe kan worden verbeterd.
Bestuursrecht onder staatsrecht vallen? Wordt gescheiden gedoceerd. Bestuursrecht zo groot
geworden, dat ontwikkeld tot eigen vakgebied. Verband tussen de 2: normatieve vragen van sheet 1,
kun je ook aan bestuursrecht vragen.
Kanttekeningen bij benadering boek. 1: onderscheid basisvragen en normatieve vragen, maar boek is
zo geordend dat normatieve vragen allemaal bij elkaar worden behandeld, en bij rest boek de rest
wordt besproken. Betekent voor prof dat vandaag alle beginselen zou moeten behandelen en rest
colleges positief recht. Dus nu: elke keer stukje theorie uit eerste deel boek halen.
2: auteurs zeggen dat Europese steeds grotere relativering soevereiniteit lidstaten is, prof: nu tijd dat
aandacht voor soevereiniteit weer lijkt toe te nemen.
International Society of Public Law
Ontwikkeling op het gebied internationaal staatsrecht. Vereniging voor staatsrecht-beoefenaren.
Citaat A.M. Donner.
Positieve recht nodig, maar in aanvulling daarop ook over grenzen rechtsgebied heen kijken en ook
tussen faculteiten samenwerking.
Yascha Mounk
TED talk waarin zelfde stof wordt besproken als in voorgeschreven artikel.
Schema op slide, komt uit zijn boek.
Liberal democracy = democratische rechtsstaat. Hoe wij NL zien.
Illiberale democratieën, zoals Polen en Hongarije. Aandacht voor rechtsstaat in die landen neemt af.
Wel verkiezingen, maar mensen die aan de macht komen nemen soms maatregelen die
rechtsstatelijk gehalte van zo’n land reduceren. Bijv. inbreuk onafhankelijkheid rechterlijke macht
door rechters te ontslaan.
Bij EU is idee democratische rechtsstaat, vraag wat te doen als land in EU andere kant op gaat.
Belangrijke vraag voor EU op dit moment.
Mounk voegt toe: derde categorie ondemocratisch liberalisme. Is beetje spiegelbeeld illiberale
democratie. Ondemocratisch liberalisme: voldoet rechtsstatelijk aan eisen, maar misschien omdat dit
al te serieus wordt genomen, komt de democratie onder druk te staan; bevolking gevoel dat ze
onvoldoende invloed kunnen uitoefenen op beleid, omdat dat muurvast zit in rechtsstatelijke
waarborgen. Dit is bij EU, heel veel instanties, beperkingen door grondrechten.
Hypothese/vraag Mounk: of probleem ondemocratisch liberalisme niet ook een beetje is ontstaan in
lidstaten EU zoals Nederland.
Nog iets verder: als een land zoals Nederland inderdaad een beetje terecht komt in ondemocratisch
liberalisme, dat je dan vanwege onvrede naar illiberale democratie gaat. Dat rechtsstaat
teruggedrongen wordt. Nieuwe meerderheden aan de macht, door onvrede, die dat doen. Is theorie
Mounk.
Antidemocratisch dilemma. Mounk: probleem is dat we ook niet zonder technocratische instanties
kunnen. Daardoor dilemma, waar we irl nu ook voor staan. Zoveel technocratische instanties, dat
,daardoor minder democratisch geworden, maar instanties doen ook veel goeie dingen. Als je
minderheden aan macht brengt die radicaler gaan kappen met rechtsstatelijke waarborgen en
instanties, dan moet daar wel prijs voor betaald in termen beleid.
Niet te radicaal corrigeren, want ook afhankelijk geworden van rechtsstatelijke waarborgen, in
rechterlijke instanties enzo.
Link met legaliteitsbeginsel: groeiende rol van state bureaucracies. Wetgever is ook steeds meer
regelgevnde taken aan het delegeren aan het bestuur (Minister), maar die kan ook niet alles doen,
dus steeds meer gedelegeerd en subgedelegeerd, krijgen ambtenaren steeds meer eigen
regelgevende taak en worden ze pseudo-wetgevers.
Sociale rechtstaat
Overgang liberale naar sociale rechtsstaat. Over definitie rechtsstaat geen definitie, ook niet over
sociale rechtsstaat. In VS idee sociale rechtsstaat minder geaccepteerd dan hier. Is relevant:
belangrijke veranderingen teweeg gebracht in machtsverdeling. Origineel idee primaat bij wetgever.
Nu onder invloed opkomst sociale rechtsstaat: in eerste instantie krijgt wetgever meer te doen (als
taken staat toenemen, moeten er meer regels komen). Maar in tweede instantie is het niet
wetgever, maar het bestuur die hiervan profiteert. Wetgever kon niet meer zelf al die regels
opstellen, moest in toenemende mate overgaan tot delegatie regelgeving, aan het bestuur. Dat is 1
van de achtergronden, dat bestuursrecht zo groot is geworden, omdat zoveel te doen kreeg.
Tweede belangrijke ontwikkeling: hele kijk op wetgeving is van karakter veranderd. Meer
instrumentele visie op wetgeving ontstaan. Ooit bedoeld dat vertegenwoordigers wetten zouden
opstellen die waarborg zouden zijn voor onze individuele vrijheden. Boek: functie wetgeving
veranderd, want klassieke waarborgfunctie vrijheid is op de achtergrond geraakt, naar voorgrond is
wetgeving instrumentarium bestuur om goed te kunnen functioneren in rechtsstaat. Dus bijna
beleidsinstrument geworden, dat het bestuur in staat stelt om goed te kunnen besturen.
Tot nu toe gehad over uitbreiding staatstaken, waardoor bestuur groter werd, wetgever meer moest
delegeren. Maar ook omslagpunt gekomen met eigen problemen.
Omslagpunt jaren 80, heeft te maken met herijking overheidsingrijping = steeds meer taken voor
bestuur, uiteindelijk kon bestuur ook niet meer bolwerken. Ontwikkelingen met privatisering,
opkomt zelfstandige bestuursorganen komen die instanties niet nog verder van de burgers af te
staan? Was bedoeld vertegenworodigers kiezen die wetten opstellen, dat verschoof richting bestuur,
en herijking overheidsingrijpen zorgt dat van bestuur stapje verder gata naar marktpartijen. Dan voor
veel burgers die geen staatsrecht hebben gekregen, die kunnen dan idee krijgen dat regelgeving
ongelofelijk ver van ze af is komen te staan.
Link Mounk en sociale rechtsstaat: niet alleen opkomst hiervan die niet onomstreden is, maar ook
herijking overheidsoptreden vanaf jaren 80. Legaliteitsbeginsel komt hierdoor onder druk te staan.
Week 2: Politiek staatsrecht
Jaarverslag Raad van State 2018, p. 20 en 23 – soort samenvatting college vorige week.
Achterliggende principe politiek staatsrecht: democratie.
Aan eis legaliteit kan worden toegevoegd, dat wetgeving afkomstig moet zijn van democratisch
gelegitimeerde wetgever.
Ook link scheiding der machten; politieke staatsrecht is regering en Staten-General (hun relaties),
dan is het ook nuttig om naar de scheiding der machten te kijken.
Democratiebeginsel
In het boek: het democratiebeginsel is niet expliciet terug te vinden in de Grondwet. Er is een
voorstel om aan de grondwet een algemene bepaling toe te voegen, soort art. 0, waarmee het
, democratiebeginsel wel een expliciete plek zou krijgen. Artikel: “De grondwet waarborgt de
grondrechten en de democratische rechtsstaat”.
Boek legt verbinding met art. 50. Begrip representatie zit hierin, indirecte democratische hierin
vastgelegd. Boek problematiseert begrip democratie.
Volgens Boogaard sprake gemengde democratie, en is dit ook gecodificeerd. Zegt dat art. 50 wel
codificatie is, maar dan van klassieke parlementaire democratie. Zegt: tweede laag overheen
gekomen, dat heeft partijendemocratie teweeg gebracht. Art. 53 leden Staten-Generaal worden via
evenredige vertegenwoordiging gekozen – strijd hierover geweest. Positief, moet kiesstelsel op
aangepast worden. Vanaf jaren 60 3e democratie opvatting mogelijk (is ingewikkeld, komt later
beter): prof denkt nog niet in ons staatsrecht handen en voeten gekregen als niet rationele
argument volksvertegenwoordiging leidend zou zijn, dat ook niet lijsttrekkers/fracties het voor het
zeggen hebben, maar direct verband zou moeten komen tussen onze wil (van de burgers) en
besluiten zoals door Staten-Generaal genomen.
Boek signaleert ook dat sprake is van een zekere mate van onvrede over het functioneren van de
democratie. Maar boek geeft geen oplossing, zegt: is moeilijk.
Yascha Mounk: sluipende erosie van de democratie. Wordt veroorzaakt door bureaucratie
(ambtenaren), door internationalisering, door de rechters die steeds prominentere plaats hebben
ingenomen, en door de grondrechten.
Onderzoeksrapport Echte Democratie
Rapport van Forum voor Democratie, uit de tijd dat het nog een denktank was.
Probleem dat rapport schetst: indirecte, representatieve democratie, onvermijdelijk na verloop van
tijd tot afstand en vervreemding tussen burgers en beleidsmakers leidt. Hiermee wordt 1 e laag
democratie (indirecte representatieve democratie) aangevallen. Rapport: ons politieke staatsrecht
stapelt compromis, op compromis, op compromis. Hierdoor ontstaat vervreemding tussen kiezer en
het uiteindelijke beleid. 1e compromis: voordat je een kandidaat selecteert moet je ook een
compromis sluiten, want er is waarschijnlijk geen kandidaat die jou 100% goed kan
vertegenwoordigen. Op moment dat je keuze moet maken tussen al die personen, dan sluit je al een
compromis. 2e compromis: na keuze op die persoon, blijkt die persoon op een lijst te staan. Hij moet
een programma onderschrijven, wijkt hiermee nog verder af (als kiezer stem je op een persoon, maar
toch ook weer op een lijst/partij(programma), en die persoon en lijst vallen niet helemaal samen.) 3 e
compromis: lijst en partij erachter gaan onderhandelen over de regeringsvorm. Maar neem huidige
kabinet: partijen die samenwerken, die verschillen, nu ook langste kabinetsformatie, daarin worden
weer compromissen gesloten. Rapport: leidt tot vervreemding tussen verlangens en voorkeuren van
de kiezers, en het uiteindelijke beleid.
Oplossing rapport: bindende referenda.
Mounk: erosie, mensen gevoel dat ze beleid niet echt meer kunnen beïnvloeden, dan kan het op een
gegeven moment zijn dat we doorbreken en …
Oplossingen Staatscommissie
Bepleit normatievere invulling van art. 50. Is eigenlijk een overeenkomst tussen rapport ‘Echte
democratie’ en eindrapport Staatscommissie parlementair stelsel: beiden bepleiten een nieuwe
normatievere invulling van art 50 (De Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse
volk) Staten-Generaal is ook echt gehouden om de wil van het volk door te voeren in wetgeving.
Verschil beide rapporten: staatscommissie staat normatievere lading art. 50 voor, maar meteen ook
sterke klemtoon op democratische waarborgen (?).
Hoe link tussen voorkeuren burgers en beleid versterken? Komt nu terug op de agenda.
Staatscommissie zoekt evenwicht democratie en rechtsstaat. Rapport meer nadruk democratie.
Twee rode draden: