Bestuursprocesrecht
Hoorcolleges
Week 1: Inleiding tot het systeem van
rechtsbescherming
Je kan alleen procederen tegen besluiten van bestuursorganen, als belanghebbende. Is basis.
In dit vak kijken: hoe gaat procedure/ voer je proces. Rechtsbescherming.
Burgers zelf in staat om proces voor de rechter te voeren. Kern procesrecht in de wet is kaal. Is
toegankelijke wet. Moeilijkste vraag: wat kan je reëel van rechter verwachten? Vraag over macht:
wat is aan politiek, en wanneer mag rechter zich erin mengen? Dus: wanneer mag je tegen de
overheid procederen? Domein van de rechter. Want veel al in parlement besproken.
Ergste beroepsfout: bezwaar- en beroepstermijn niet halen. Binnen 6 weken rechtsmiddel instellen!
Anders heeft besluit formele rechtskracht.
Historische ontwikkeling
Bijna elk land begint met een sterke vorst, niet met parlementaire democratie. Vorst heeft absolute
macht, staat dat niet vaak af en laat zich controleren. Maar burgers in opstand: nu raak je mijn
eigendomsrecht. Eerste bestuursrechtspraak is altijd bij civiele rechter. HR gezegd inbreuk. Willem I
Conflictenbesluit: zegt dat HR geen rechtsmacht heeft over regeringsbesluiten. Maar later HR: staat
in grondwet dat dit aan ons voorgelegd kan worden. Dan willen ze aparte rechtspraak voor
regeringsaangelegenheden, meer op maat gesneden: laagdrempelig, snelheid en enige gevoeligheid
voor bestuurlijke dimensie. Onafhankelijke rechte rof binnen bestuur? Binnen bestuur: Raad van
State bevoegd voor Kroonberoep. RvS is adviesorgaan van de Kroon met Koning als voorzitter. RvS
behandelt administratief beroep. Heeft al gezag van zichzelf, heeft geen procesregels nodig voor
taak.
Ook discussie in wetenschap. Oud minister Loeff, eerste die algemene wet bestuursrecht heeft
gemaakt. Komt deels overeen met Awb. Is knap. Tegenstander Struiken: Awb nooit aan beginnen, is
achterlijk idee – toen absolute macht bij vorst was, toenw as nodig om macht te beteugelen, maar
toen kwam democratie en parlementair stelsel, dan is toch ouderwets om rechter die gelegitimeerde
macht te laten begrenzen. Reële verwachtingen van zo’n rechter: kan aan rechtsnormen toetsen,
maar er zijn hele vrije bestuursbevoegdheden, er zijn haast geen juridische grenzen, is heel veel
politiek en beleid. Moet heel bont zijn als juridische grens is overtreden. En gemiddelde jurist weet
niks over veiligheidsnormen bij een check bijv. Echte expertise en kennis zit bij bestuursorganen.
Moet vooral over zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel gaan. Kan moeilijk zijn om
bestuursprocedure te winnen, omdat expertise bij bestuursorgaan ligt.
Belangrijk om te weten/ onthouden: zowel in parlement als wetenschappelijk debat is gekozen voor
bestuur. Rechtsbescherming thuisgebracht binnen bestuurlijke keten, met RvS erbovenop als
hoogste bestuursorgaan.
In NL verplicht voorprocedure: eerst bezwaar bij bestuursorgaan, niet meteen naar de rechter. Want
die heeft de expertise, daar wordt het meeste ook meteen opgelost. Geschil liefst niet naar rechter.
Vanwege snelheid en kosten.
In praktijk: geen bestuursrechtspraak, maar administratief beroep (?). bij ongevallenwetgeving is een
rechterlijke macht gecreëerd, omdat arbeiders zo kwetsbaar was. Toen Raad van Beroep. Als je daar
niet mee eens was, dan Centrale Raad van Beroep. Eerste onafhankelijke bestuursrechters. Staat in
Utrecht, om duidelijk afstand te creeërne tt overheidsmacht in Den Haag.
,Stelsel enumeratie: wetten opgesomd waar raden van beroep (rechtbanken voor bestuursrecht)
rechtsmacht hebben. maar versnipperd stelsel, toen Wet Arob, toen kreeg RvS ook een kamer voor
onafhankelijke rechtspraak.
Benthem arrest: EHRM zei dat dit geen onafhankelijke rechtspraak was, strijd met art. 6 EVRM, want
regering had altijd laatste woord. Administratief beroep opgeheven. Door Europese invloeden
systeem veranderd, meer richting onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak.
Hierna in 1994 Awb.
NL is duidelijke volger. Wij hebben heel erg laat algemene bestuursrechtspraak gekeken. Veel macht
bij parlementaire stelsel, ook door verzuiling, coalitiedemocratie – lastig om daar rechter boven te
zetten die streep door zet.
Eerste aanleg bij rechtbanken. 3 grote spelers:
1. Algemeen hoogste bestuursrechter: RvS
2. Centrale raad beroep: sociale zekerheid, veel bevoegdheden rechter bij ongelijkheid.
Beschermt kleine burgers en grijpt fors in als wetgeving mensen te kwetsbaar maakt.
3. College beroep voor bedrijfsleven: economische geschillen – of boze boeren, of KPN enzo. Is
vaak eerste aanleg. Is heel erg met inhoud bezig, heel weinig met procesrecht.
Heel veel bestuurlijke oordelen nodig voor maatschappij om te kunnen functioneren. In hoogste
rechtspraak 15.000 uitspraken per jaar. Bij HR civiele kamer is 200 per jaar.
Basiskenmerken
Je kan alleen tegen besluit in beroep. Besluit als voorwerp van geschil.
Hopen dat je niet bij rechter uitkomt, via bezwaarprocedure en al tijdens besluitvorming.
Rechtmatigheidstoetsing: bij rechter gaat om schending juridische regels. Ex tunc toetsing:
kijken naar toen, of toen rechtmatig besluit is genomen, wat toen besloten had moeten
worden. Controelren bestuur
Oog voor ongelijke verhouding partijne. Besluit is eenzijdige machtsuitoefening: overheid
bepaalt jouw rechter. Hierom moet je makkelijk tgeen in kunnen gaan: laag griffierecht, geen
advocaat nodig en bestuursorgaan moet hele dossier overhandigen, mag niet kaarten tegen
de borst houden en strategisch spelen.
Proces is niet van partijen, is van de maatschappij. Want bij elk besluit zijn ook andere
belangen betrokken, bijv. je buren bij uitbreiding, maar ook intrekking bijstandsuitkering gaat
uiteindelijk ook over staatskas en maatschappelijk draagvlak voor bijstand. Dus rechter altijd
regie. Elk besluit is stukje rechtsvaststleling waardoor anderen worden geraakt. Hierom korte
beroepstermijnen … etc.
Rechtsvergelijking met burgerlijk- en strafprocesrecht
Grootste verschil: originele rechtsvaststelling gebeurt niet door de rechter, maar door de
bestuursorganen. Rechter doet niet, want deels niet expertise en door grootte getallen qua
besluiten.
In bestuursrecht enorme tijdsdruk: hierom beslistermijnen. Eignelijk moet alles binnen 6 weken
gebeuren. Grote aandacht voor bestuurstaak, die ligt bij besturusorganen. Rechter controleert.
Rechtsvastelling is vooral bij bestuursorgaan, daar is expertise, rechter kijkt of zrogvuldig is gedaan
en goed gemotiveerd.
Bij civiel en straf gaan veel conflicten over het verleden. Bij bestuursrecht: gaat veel over de
toekomst. Soms ook handhaving, bijv. regels bestemmingsplan overtreden, vreemdeling zonder
verblijfsvergunning werkzaamheden laten uitvoeren. Maar meeste om toekomst, bijv. aanvraag
verblijgsvergunning: dan komt toekomstprognose dat als je teruggestuurd wordt, hoe groot kans is
dat je wordt vervogld, onmenselijke behandeling krijgt. Of bedrijven willen fuseren, vragen
toestemming, dan kijken hoe groot aandeel wordt van bedrijven. Of milieuvergunning ndogi:
prognose wat uitkomst schade voor milieu is. Is voor rechter best lastig om te controleren, een
, toekomstprognose. Dan vooral kijken: zorgvuldig onderzoek, goed gemotiveerd en eigen beleid
toegepast?
Door snelheid ook wel slordigheidsfoutjes, maar daarom vooral ex tunc kijken: wat kon toen in
redelijkheid worden besloten?
Als rechter vrij beperkt beeld praktijk. Speelt ook in asielrecht grote rol. Bijv. op zitting een
vluchtverhaal, kan je als rechter geloofwaardig vinden. Dan zegt medewerker IND: rechter, u kunt
niet zelf geloofwaardigheid verhaal bepalen, want u ziet maar 1 kant van het verhaal. Want alles wat
wel wordt toegewezen, dat komt niet bij rechter. Rechter kan alleen kijken naar hiaten en
inconsistenties in verhaal. Maar niet of hij zelf geloofwaardig vindt. Dus bewaart van nature afstand.
Lijken meest op burgerlijke rechter. Is een partijenproces: veel verantwoordelijkehid bij partijen (niet
autonomie). Begunstigend: jij wil iets van overheid, dat moet jij bewijzen, en partijen staan
tegenover elkaar.
Geciviliseerd: we vragen steeds meer van partijen.
Aan andere kant: civiele rechter meer als bestuursrechter: meer regie voor rechters.
Bestuursrecht is meer geuniformeerd. Alle stukken overhandigd, makkelijker om te digitaliseren, dan
wanneer je partijautonomie hebt.
Belastend bestuursrecht: dwangsommen, last onder dwang. Bestuursdwang: als jij niet binnen 2
weken doet, doe ik het zelf en zijn kosten voor jou. En bestuurlijke boetes: als je niet doet moet je
boete betalen. Boete, criminal charge, dan hoge maatstaf; moet beyond reasonable doubt dat je dit
hebt gedaan. Bij bestraffend, orienteert bestuursrechter volgens strafrecht. Maar aan andere kant
ook straftecht kijkt naar bestuursrechtspraak; binnen strafrechtketen meer naar bestuursrecht
kijken, omdat maar heel weinig mensen via strafrecht kunnen veroordeeld. Ook opportuniteitsrecht.
Maar in bestuursrecht heb je beginselplicht tot handhaven: moeten uiteindelijk sanctioneren.
Enorme handhavingscapaciteit. OM afdoeining is eigenlijk bestuurlijke afdoening in strafrechtelijke
keten.
Ontwikkelingen die in alle drie civiel, straf en bestuurs zitten, komen door art. 6 EVRM. Wordt
autonoom uitgeleigd door EHRM: elk besluit dat je krijgt, daarmee worden jouw burgerlijke rechten
vastgesteld, heeft invloed op jouw vrijheidsrechten, dus daarom ook van toepassing op
bestuursrecht. Boete is ook criminal charge, dus valt onder art. 6 EVRM. Meest duidelijk zie je in
wrakingsregelingen; precies dezelfde.
Digitalisering vraagstuk in bestuursrecht vooral: hoe kan rechter controleren als groot aantal
overheidsbesluiten via artificial intelligence worden genomen?
Begrijpelijke taal. We willen dat mensen een prettige ervaring hebben met besluitvormingsproces.
Dat mensen zich gehoord voelen. Bepaalt jouw beeld van de overheid, en jouw belastingmoraal.
Definitieve geschilbeslechting: steeds meer kijken naar welke besluiten en procedures wel en niet
kunnen.
Bevoegdheid en voorwerp geschil
Bevoegdheid bestuursrechter.
Elk geschil begint met besluit in primo (bip). Dan gaat vaak om wat jij aangevraagd hebt. Dan
rechtsmiddel: bestuurlijke voorprocedure, is vaak bezwaar. Dan krijg je beslissing op bezwaar (bob).
Dan ga je beroep instellen bij rechtbank, beroep in eerste aanleg, hierbij gaat het over beslissing op
bezwaar = voorwerp geschil. In hoger beroep gaat her om rechtbankuitspraak. Focus geschil
verschuift gedurende procedure.
Alleen tegen besluiten opkomen, in besluit vindt rechtsvaststelling plaats. Procedure zo vormgegeven
dat je zo min mogelijk hoeft te procederen, of soms zelfs niet hoeft. Tegen
voorbereidingshandelingen kun je niks doen, als er een onderzoek loopt (art. 6.3 Awb). Niet
zelfstandig appellabel. Alleen tegen uiteindelijk besluit kan je tegen procederen.