Dit is een samenvatting van Nieuw Nederlands 6e editie 4-5-6 vwo 1 basis. In deze samenvatting heb ik het over: onderwerp, hoofdgedachte, tekstdoel, titel, inleiding, slot, middenstuk, alinea's, kernzinnen, signaalwoorden, functiewoorden, publiek, standpunt en argumenten en betrouwbaarheid.
Onderwerp en hoofdgedachte
- Onderwerp: een woord / woordgroep dat aangeeft waar de tekst over gaat.
- Hoofdgedachte: een mededelende zin, die het belangrijkste in de tekst zegt over het
onderwerp.
- Ze zitten beide altijd in een tekst.
Tekstdoelen
- Amuseren Het publiek vermaken met iets wat leuk, spannend of ontroerend is
Informere Het publiek uitleggen hoe iets in elkaar zit of hoe iets is
n
Opiniëren Het publiek zelf een mening laten vormen
Overtuigen Het publiek een mening laten overnemen
Activeren Het publiek aanzetten iets (niet) te gaan doen
-
Elke tekst heeft zo’n doel, en soms ook zelfs een tweede; een bijkomend doel
- De hoofdgedachte geeft aanwijzingen over het tekstdoel:
o Als de hoofdgedachte een constatering is, is het tekstdoel informeren of
opiniëren.
o Als de hoofdgedachte een mening is, is het tekstdoel overtuigen en/of
activeren.
Titels
- Geschreven tekst: de titel staat bovenaan de tekst
- Gesproken tekst: de titel wordt soms genoemd in de introductie of vooraankondiging
- Er zijn twee soorten titels:
o Informerende titel: geeft aan waar de tekst over gaat.
o Motiverende titel: maakt de lezer nieuwsgierig naar de tekst.
- Geschreven teksten hebben vaak een combinatie.
Inleiding
- Een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot. Een inleiding heeft
twee functies:
o De aandacht van het publiek trekken
Dit kan door naar een actuele gebeurtenis te verwijzen, door wat bv.
in de media staat. Dan vorm actualiteit de aanleiding van de tekst.
Ook kan je kort de voorgeschiedenis beschrijven. Dan wil de lezer
weten hoe het er tegenwoordig aan toe gaat.
Een aantrekkelijk voorbeeld geven. Dan is het een kort verhaaltje waar
het onderwerp van de tekst in voor komt. Een bijzondere vorm is een
anekdote: een kort, grappig (waargebeurd) verhaaltje.
Het belang voor het publiek aangeven. Als de inhoud van de tekst van
belang is voor het publiek, kan dat in de inleiding gezegd worden.
Ook kan het door een aantrekkelijke eerste zin:
Een intigrerende vraag
‘schokkende’ of opvallende cijfers
Een paradox (schijnbare tegenstelling)
Een prikkelend citaat
, Nederlands toetsweek 3; Cursus 1 Basis
Een suggestieve of raadselachtige opsomming
o Het onderwerp aan de tekst introduceren
Het kan op de volgende manieren geïntroduceerd worden:
Er worden één of meer vragen gesteld.
Er wordt een mening (standpunt) geformuleerd.
Er wordt een probleem geschetst.
In het Middenstuk worden de vragen beantwoord, de argumenten
uitgelegd of de verklaringen/oplossingen voor het probleem gegeven.
Bij een gesproken tekst zijn er vaak ook deelonderwerpen die in het
middenstuk worden besproken.
Middenstuk
- Het middenstuk wordt uitgewerkt in deelonderwerpen. Dit kan uit één alinea
bestaan, maar meestal uit meerdere.
- Een deelonderwerp kan worden aangekondigd door een structurerende (eerste) zin
of door een (informatief) tussenkopje.
- Er bestaan verschillende opbouw van een tekst (tekststructuren). Dit hangt af van het
tekstdoel en de deelonderwerpen. Er zijn verschillende tekststructuren:
o Argumentatiestructuur: stelling/standpunt als inleiding, argumenten voor de
stelling en tegenargumenten in het middenstuk en de herhaling van de
stelling (of beantwoording vraag) in het slot.
o Aspectenstructuur: aankondiging onderwerp in de inleiding, diverse aspecten
van het onderwerp in het middenstuk en een samenvatting in het slot.
o Probleem-oplossingsstructuur: probleem in de inleiding, gevolgen/oorzaken/
oplossingen in het middenstuk en de beste oplossing in het slot.
o Verklaringsstructuur: bepaald verschijnsel in de inleiding, kenmerken/
voorbeelden/verklaringen/oorzaken/redenen in het middenstuk en een
samenvatting of conclusie in het slot.
o Verleden-heden(-toekomst)structuur: introductie van het onderwerp in de
inleiding, situatie van vroeger en nu in het middenstuk en een conclusie of
voorspelling in het slot.
o Voor- en nadelenstructuur: vraag of stelling in de inleiding, de voor- en
nadelen in het middenstuk en de afweging en conclusie in het slot.
o Vraag-antwoordstructuur: vraag in de inleiding, antwoorden in het
middenstuk en een samenvatting of conclusie in het slot.
Slot
- Het slot bevat meestal de hoofdgedachte, conclusie, van de tekst (in één zin
geformuleerd).
- Meestal signaalwoorden als: kortom, al met al, we hebben dus gezien dat…, ik rond
nu af met…
- Het slot kan ook (hoort vaak bij de tekstdoel):
o Een samenvatting in enkele zinnen zijn
o Een afweging
o Een aansporing/aanbeveling
o Toekomstverwachting
- Manieren om aantrekkelijk te eindigen:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lisettex03. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.