H13: Binding en natievorming 10
13.1 Context: de Nederlandse identiteit 10
13.2 Analyse: de politiek en de cultuur 12
13.3 Ontwikkelingen: verandering voor de natiestaat 13
13.4 Politiek en overheidsbeleid 14
H14: Verandering in de moderne samenleving 15
14.1 Context: traditioneel of modern 15
14.2 Analyse: wording van de moderne samenleving 16
14.3 Ontwikkelingen: verandering in vraagstukken 17
14.4 Ontwikkelingen: paradoxen 19
14.5 Politiek en overheidsbeleid 20
H15: Internationale machtsverhoudingen 21
15.1 Context: Westfaalse statensysteem 21
15.2 Analyse van het statensysteem 22
15.3 Theorie: realisme versus liberalisme 23
15.4 Ontwikkelingen: machtsverhoudingen 24
H16: Internationale samenwerking 25
16.1 Context: piraterijbestrijding 25
16.2 Analyse van internationale samenwerking 26
16.3 Theorie: ontwikkelingslanden en macht meten 27
16.4 Ontwikkelingen: globalisering 29
16.5 Politiek en overheidsbeleid 29
,H12: Politiek
12.1 Context: Prinsjesdag
De derde dinsdag van september is een politieke institutie in Nederland (Prinsjesdag).
Welke politieke instituties zijn dit?:
- In de Gouden koets door Den Haag
- Troonrede in de ridderzaal
- Miljoenennota
- Algemene beschouwingen
- Poldermodel (consensus- / harmoniemodel: met compromissen de problemen in de
samenleving oplossen)
Veel van die regels zijn ontstaan door de staatsvorming: de institutionalisering van politieke
macht tot een staat) in Nederland.
Algemene beschouwingen: politici in de Tweede Kamer debatteren over de plannen van het
kabinet.
Sommige politieke partijen hebben meer macht: het vermogen om hulpbronnen in te zetten
om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te
beperken of te vergroten) dan anderen. Machtsbronnen van politieke partijen:
- Aantal zetels
- Wel of niet in de regering (coalitie of oppositie)
- Lijsttrekker
- Positie ten opzichte van andere partijen
Poldermodel: de Nederlandse variant van het consensus- of harmoniemodel. Conflicten
behoren te worden opgelost door compromissen te sluiten in onderhandelingen.
Socialisatie: het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en
de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en
andere vormen van omgang met anderen.
Cultuur: het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en
normen die mensen als lid van een groep of samenleving verworven hebben.
De 5 dimensies:
1. Dimensie machtsafstand: hierbij gaat het om de mate waarin de minder machtige
leden in een land verwachten en accepteren dan macht ongelijk verdeeld is. Het gaat
daarbij niet om de letterlijke machtsverdeling, maar om de betekenis die mensen
daar aan geven.
2. Dimensie individualistisch vs collectivistisch: hierbij gaat het erom hoe culturen
omgaan met vrijheid voor een individu ten opzichte van de groep waar dat individu bij
hoort. Individualistisch: het individuele belang gaat voor het belang van de groep.
Privacy is belangrijk.
Collectivistisch: de enkeling schikt zich naar de groep. Sommige mensen hebben
meer rechten dan de ander.
3. Dimensie masculien vs feminien: hierbij gaat het erom hoe culturen omgaan met
sekse en verschillende rollen van mannen en vrouwen. Bepaalde vormen van gedrag
worden als meer passend voor mannen gevonden en andersom. Masculien
(mannelijk) —> verschillende rolopvattingen mannen+vrouwen: over het algemeen
worden van mannen prestaties buitenshuis verwacht en van vrouwen wordt verwacht
dat ze bezig zijn met zorgen. Van zowel mannen als vrouwen wordt competitie en
1
, assertiviteit verwacht. Feminien (vrouwelijk) —> mannen en vrouwen worden als
gelijkwaardig beschouwd. Van zowel mannen als vrouwen wordt een
samenwerkende en hulpvaardige houding verwacht.
4. Dimensie onzekerheidsvermijding: hierbij gaat het erom hoe culturen omgaan met
onzekere of onbekende situaties. Daarbij gaat het om de mate waarin mensen zich
bedreigd voelen door onzekere of onbekende situaties. Zwakke
onzekerheidsvermijding: nieuwe en andere dingen zijn interessant en spannend.
Sterke onzekerheidsvermijding: nieuwe en andere dingen zijn gevaarlijk.
5. Dimensie termijngerichtheid: hierbij gaat het erom hoe culturen met het verleden,
heden en de toekomst omgaan. Langetermijngerichtheid: streven naar een
toekomstige beloning (door te sparen en vol te houden). Kortetermijngerichtheid:
gericht op het in stand houden van tradities uit het verleden (om gezichtsverlies te
voorkomen).
Subculturen: groepen die afwijken van de dominante cultuur: door religie, hobby, muziekstijl
of een jeugdcultuur. Soms is er insluiting en uitsluiting (vaak door vooroordelen en
stereotypen), waardoor bepaalde mensen er niet bij horen.
Internalisatie en enculturatie: als mensen de kenmerken van de cultuur vanzelfsprekend
doen en vinden, dan is het geïnternaliseerd. Bij enculturatie (het aanleren van de eigen
cultuur) gaat dat makkelijker.
Acculturatie: het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit, dan
waarin iemand is opgegroeid. Dan is internalisatie moeilijker. Overigens maken mensen
altijd eigen keuzes uit het aanbod van cultuur, waardoor cultuur ook kan veranderen.
Socialisatie gaat bij de een anders dan bij de ander, door:
- Economisch kapitaal: verschil in inkomen / financieel bezit
- Sociaal kapitaal: verschil in connecties en status
- Cultureel kapitaal: verschil in kennis, houding, opvatting
Deze verschillen in kapitaal hebben gevolgen voor iemands maatschappelijke positie. Deze
positie wordt ook beïnvloed door het land / regio waar je woont, je taalgroep, opleiding,
generatie en sekse. Gevolg = sociale verschillen.
Functies van socialisatie:
- continuering van de cultuur
- verandering van de cultuur
- identificatie met de cultuurgroep
- identiteitsontwikkeling van het individu
- gedragsregulering: gedrag van groepsleden wordt voorspelbaar
Politieke socialisatie: het proces van overdracht en verwerving van de politieke cultuur van
de groepen en samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding,
opleiding en andere vormen van omgang met anderen. Media, klasse, onderwijs enz.
beïnvloedt dus politiek gedrag.
Het politieke systeem (parlementaire democratie of dictatuur) beïnvloedt ook de politieke
waarden en normen, zoals samenwerking en compromissen sluiten en ook politiek actief
zijn. Burgerschapsonderwijs is daarom belangrijk.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper PienEijerkamp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.