Tijd van de Jagers en Boeren
Trijntje (De jager-verzamelaars)
De jagers en verzamelaars woonden niet op één plek, maar
trokken rond. Ze jaagde op dieren en verzamelede vruchten
en noten. Trijntje is het skelet van een jager-verzamelaar
(oudste menselijke skelet). Ze wordt Trijntje genoemd,
omdat ze bij een spoor is gevonden. Voordat de moderne
mens (homo sapiens) in Europa waren, woonde er ook al
andere mensensoorten, zoals Neanderthalers in de
steentijd. Trijntje leefde later in de midden steentijd als een
echte jager-verzamelaar. Rond 7300 trekken groepen
migranten rond die leven van landbouw en veeteelt. De
technieken om zelf voedsel te laten groeien, verspreiden
zich snel. De opkomst van de landbouw markeert het begin van het einde van het tijdperk
van de jager-verzamelaars, maar eerst worden deze leefwijzen (jager-verzamelaar en boer)
nog gecombineerd.
Hunebedden (de eerste boeren)
Vroege boeren weten zo’n vijfduizend jaar geleden loodzware
zwerfkeien te verplaatsen om er graven mee te bouwen.
Hunebedden worden de stenen grafkelders genoemd. Het zijn
tastbare monumenten van een boerenvolk dat het bestaan als
jager-verzamelaar achter zich heeft gelaten en zich op vaste
plekken is gaan vestigen. De hunebedbouwers zijn niet de eerste
boeren van NL. Het zijn relatieve laatkomers. De eerste boeren
zijn de zogenoemde bandkeramiekers van zevenduizend jaar
geleden in het limburgse heuvelland. In vooral Drenthe en
Groningen liggen de hunebedden nog aan de oppervlakte. De
hunebedden dienen als gemeenschappelijke begraafplaats. De hunebedbouwers wonen in
boerderijen van hout en leem, gebruiken houten en stenen werktuigen en maken potten van
klei, die ze gebruiken voor eten maar ook als grafgeschenk (trechterbekers). De
hunebedden passen in een langdurige periode van pre historische ontdekkingen en
uitvindingen die van grote invloed zijn geweest op de ontwikkeling.
Tijd van de Grieken en Romeinen
Romeinse Limes (op de grens van de Romeinse
wereld)
Tweeduizend jaar geleden loopt de noordelijke grens van het
Romeinse Rijk door het huidige Nederland. Limes betekent
grens in het Latijn. De grens is erg lang en ligt bij de Rijn in
Nederland. Om de grens te verdedigen bouwen de Romeinen
verschillende wachtposten en legerkampen. Door de goed
getrainde (en kleding) maken de soldaten indruk op de lokale
bevolking. Er worden imponerende tempels, badhuizen en
boerderijen gebouwd en steeds meer land wordt voor
landbouw in gebruik genomen. Ook brengen ze de eerste
geschreven taal, godenverering en Germaanse goden mee.
,Ook bloeit de handel, want de grens functioneer als transportader. De Romeinen wilde wel
verder en hebben dit ook geprobeerd tot 9 jaar na Christus wanneer de stemming omslaat,
als Germaanse troepen drie Romeinse legioenen verslaan. De Friezen komen 29 na Chr. in
opstand. De Rijn wordt de natuurlijke noordgrens van het Romeinse Rijk. De Romeinse
invloeden op de Friezen gaan wel door.
De bekendste opstand is die van de Bataven in het jaar 69. Tijdens de strijd om de macht
die na de dood van keizer Nero ontstaat, neemt Civilis de leiding op zich van een opstand,
die de Romeinen na ongeveer een jaar weten neer te slaan. Dit verhaal van verzet wordt
later gebruikt tijdens het verzet tegen Spanje in de Tachtigjarige Oorlog.
Na flink wat Germaanse invallen zijn de Romein genoodzaakt om de limes te verlaten en
zich terug te trekken achter de Alpen.
Tijd van Monniken en Ridders
Willibrord (Verbreiding van het christendom)
De Friezen worden door christen gezien als heidenen. Dit volk laat zich
niet bekeren, totdat de Engelse monnik Willibrord arriveert. Hij weet veel
Friezen te bekeren tot het christendom, maar een deel blijft zich ook
vasthouden aan hun oude geloof (Wodan en Donar). Het bekeren van de
Friezen is geen eenvoudige zaak, daarom vraagt Willibrord steun bij het
Frankische Rijk, want dit grens aan het Friese gebied. De strijd tussen
Franken en Friezen kent een wisselende geschiedenis van
bondgenootschappen en conflicten. Er is geen sprake van een harde
grens tussen Fries en Frankisch gebied: na elk gevecht schuiven óf de
Friezen een stukje naar het zuiden óf de Franken naar het noorden. Op
aandringen van de Frankische vorsten benoemt de paus Willibrord tot 'aartsbisschop van de
Friezen'. De Franken kunnen zo via de aartsbisschop invloed uitoefenen op het bestuur van
de Friese gebieden. Hij bouwt nieuwe kerken en sticht een klooster. Aan de grens bekeren
veel mensen zich. De missionarissen (die het geloof verspreiden) stuiten verder in het land
op verzet. Het bekendste verhaal is van Bonifatius die werd vermoord. Aan het einde van de
achtste eeuw komt er een eind aan de strijd door de wapens van de Franken.
Karel de Grote (Keizer van het Westen)
Karel de Grote was een van de grootste heersers van de
middeleeuwen. Hij was in bezit van een enorm rijk wat hem de
bijnaam ‘de Grote’ opleverde. Hij was de koning van de Franken.
Zijn hele leven trekt Karel ten strijde, waardoor hij zijn rijk steeds
verder kan uitbreiden. Hij wordt later door de paus gekroond door
de paus gekroond tot keizer van het Westen. Door zijn grote rijk
ontwerpt hij een slim bestuursstelsel wat gebaseerd is op
wederzijdse trouw en hulp. Leden van de Frankische elite nemen
bestuurlijke, rechterlijke en oorlogstaken op zich, daarvoor
ontvangen ze als vergoeding landgoederen in ruil. Inspecteurs
komen regelmatig langs om het bestuur te controleren. De belangrijkste wetten laat hij
vastleggen in verordeningen: de capitularia. Karel hecht groot belang aan onderwijs, cultuur
en wetenschap. Hij laten scholen oprichten en leert ook zelf lezen. Ook laat hij een
munteenheid invoeren die overal in het rijk geldig is. Hij wordt na zijn dood als heilige
verklaard.
, Tijd van Steden en Staten
Hebban olla vogala (Nederlandse taal in
ontwikkeling)
'Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu,
wat unbidan we nu?' is een van de bekendste zinnen uit de
Nederlandse taal- en literatuurgeschiedenis. Het betekent:
'Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve ik en jij. Waar
wachten we nog op?'. Het is niet duidelijk wie dit heeft
opgeschreven, maar het gaat waarschijnlijk om een monnik
uit Vlaanderen die een groot deel van zijn werkdag vult met
het kopiëren van Latijnse teksten. De Nederlandse taal is
dan al eeuwen in ontwikkeling. Het is eerst vooral
spreektaal en geen schrijftaal. De Nederlandse taal en
literatuur ontwikkelen zich vanaf het begin in een voortdurend contact met de buurvolken.
De Hanze (Samenwerken loont)
Zwolle, Kampen, Zutphen en Deventer groeien in de late middeleeuwen uit tot voorname
handelssteden. Ze zijn lid van de Hanze: eerst een samenwerkingsverband van kooplieden
en vanaf 1356 ook een handelsnetwerk van steden wat gunstig is
voor het uitbreiden en beschermen van de eigen handelsactiviteiten.
Tussen de twaalfde en zestiende eeuw ontwikkelt een aantal
Nederlandse steden zich tot een belangrijke en welvarende
handelscentra. Ze danken hun positie aan hun lidmaatschap van het
Hanzeverbond. De Hanze is oorspronkelijk een
samenwerkingsverband tussen kooplieden uit verschillende steden
die dezelfde producten verhandelen. Door samen te werken kunnen
zij de kosten drukken, gezamenlijk en daarom veiliger reizen, op
grotere schaal inkopen of verkopen en zich als groep verzetten tegen
beslissingen van machtige landsheren. Later drijven ze ook handel
met partners uit het buitenland. De handel bloeit en de steden
groeien. Het zelfvertrouwen van de Hanzesteden groeit. Ze laten een
brug bouwen over de IJssel zonder toestemming van de bisschop. Elk schip wat er
doorheen vaart moet betalen. De andere Hanzesteden rond de IJssel en de Rijn protesteren
en willen een vrije doorvaart. De bisschop beveelt de brug af te breken, maar Kamoen
weigert.
In de loop van de zestiende eeuw neemt de macht van de Hanze af. Holland wordt
economisch steeds sterker ten koste van de IJsselsteden, die last krijgen van verzanding
van de rivier. Na de val van Antwerpen wordt Amsterdam een echt belangrijk
handelscentrum. De Nederlandse handel raakt steeds meer op de wereldzeeën
georiënteerd. Maar de handel op de Oostzee blijft tot laat in de zeventiende eeuw zo
belangrijk voor de economie en voedselvoorziening hier, dat ze ‘moedernegotie’ wordt
genoemd: moeder van alle handel.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper haasnoothanna. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.