Hoofdstuk 1: Conceptions of Personality Development in Adulthood
Het fenomeen ‚midlife crisis’ ontstond rond 1970. Het boek Passages door Gail Sheehy in 1976
zette veel mensen aan het denken, maar leidde wel tot discussies onder de sociale wetenschappers
over welke van de theorieën nou daadwerkelijk bruikbaar is. Voordat dit fenomeen ter sprake kan
werd er namelijk geen aandacht besteed aan de persoonlijkheid ontwikkeling van een persoon na
de adolescentie.
Gaan de veranderingen binnen de ontwikkeling van de volwassenen soepel en naadloos? Of zijn er
duidelijke verschuivingen zichtbaar? Om dit soort vragen te beantwoorden zijn er 3 brede
theoretische perspectieven gevonden:
1. De eerste gaat er vanuit dat een persoonlijkheidsstructuur wordt gevormd in de eerste jaren
van een kind, die niet veranderd kan worden.
2. De tweede zegt dat de ontwikkeling van een mens in fases verloopt zoals de theorie van
Erikson etc.
3. De derde gaat er van uit dat er een constante spanning is tussen de basisbehoeften, dus deze
theorie zegt dat ontwikkeling nooit ophoudt.
Ervaringen tijdens de kinderjaren vormen je volwassen jaren. Dit is jarenlang de opvatting
geweest over de ontwikkeling van de persoonlijkheid van een mens. De theorieën die hierop
voortvloeien worden Early Formation Theories genoemd. Deze theorieën zijn meestal op basis
van de psychoanalyse, behalve die van George Kelly:
1. De eerste theorie is de Personal Construct Theory van George Kelly (1955). Ons gedrag
wordt beïnvloed door onze percepties. We reageren op wat we denken te zien of te horen, dus
niet op wat daadwerkelijk te zien of horen is. Hierdoor is de perceptie van iemand op
eendezelfde stimulus niet hetzelfde als die van een ander. Deze theorie zegt dus dat
interpretatie een resultaat is van cognitieve determinanten.
Wat bij het concept van Kelly centraal staat is het voorstel dat mensen net als wetenschappers
zijn, we zijn constant aan het ontwikkelen, testen en onze constructen aan het veranderen om
de hoop om dingen en mensen te begrijpen en voorspellen. Kelly heeft een instrument
ontwikkeld om te testen welke constructen iemand heeft: the Role Construct Repertory Test
(ook de REP test genoemd). Deze test is anders dan andere persoonlijkheidstesten omdat
hierbij de participant kan kiezen welke basis dimensies in de test komen in plaats van (zoals
gewoonlijk) de onderzoeker.
Waarom past deze theorie bij de Early Formation Theories? Omdat hij vindt dat zonder het
creëren van contructen we wereld een homogene plek i, daarnaast zegt hij dat wij constructen
zodra ze zijn gevormd, onbewust gebruiken en niet merken dat het onze beslissingen bepaald.
Kelly vond overigens wel dat mensen alternatieve verklaringen voor dingen kunnen vinden en
dat zou een rede zijn om hem niet in dit rijtje te zetten.
2. De tweede theorie is de Psychoanalytic Theory.
Wordt verder besproken in H2. Nu alleen de rede waarom het een Early Formation Theory is:
De klassieke psychoanalytische theorie, ondanks de vele modificaties, gaat er vanuit dat
persoonlijkheid voor het grootste gedeelte wordt gevormd in de eerste 5 jaar van iemands
,Adult Personality Development - Wrightsman
leven. De structuur die dan wordt gelegd heeft invloed op het gedrag van de rest van het leven.
3. De derde en meest extreme vorm van de psychoanalytische theorie is The Life Script
Approach van Eric Berne. Deze theorie houdt in dat een kind een consistente oriëntatie
ontwikkelt tegenover anderen en tegenover zijn/haar sociale omgeving. Deze uitgestippelde
oriëntatie blijft bij die persoon voor de rest van zijn jeugd, adolescentie en volwassenheid. Het
is een vorm van de psychoanalyse omdat het ook zegt dat identiteit wordt gevormd tijdens de
eerste 5 levensjaren en daarna de rest van het leven het gedrag beïnvloed.
Wat absoluut fundamenteel is bij deze theorie, is de assumptie dat mensen een karakteristieke
interpersoonlijke strategie vormen in hun jeugd, en dat deze strategie onherroepelijk invloed
heeft op de interacties met anderen voor de rest van hun leven. Berne nam aan dat ieder van
ons vecht met de keuze tussen de natuur van ons script en de wens om een persoonlijke ramp
te voorkomen. Dit wordt in het boek gelijkgesteld aan een Grieks drama (bijvoorbeeld
Oedipus Rex): Het individu wilt een bepaald resultaat krijgen met zijn acties, maar haalt
daarbij niet het gewenste resultaat maar het tegenovergestelde.
Stage theories of Adult Development
Erikson heeft een theorie ontwikkelt die ook is gebaseerd op de psychoanalyse, maar hij heeft de
ontwikkeling verdeelt in 8 fases van ontwikkeling. In elke fase moet de persoon een crisis
oplossen en zodra die opgelost is, is er een soort abrupte overgang naar de volgende fase.
Er zijn 3 grote verschillen met de theorie van Erikson en de Early Formation Theories:
1. De vorm van het model gaat er minder vanuit dat alles afhankelijk is van de jeugd, hoewel als
de eerste crisis niet voldoende wordt opgelost het toch een verstoring zorgt in de
opeenvolgende fases.
2. De fase theorieën zeggen dat er bepaalde taken zijn waarvan we het gevoel hebben dat we
moeten vervullen.
3. Erikson erkent het feit dat de determinanten van de ontwikkeling van de persoonlijk niet
alleen biologisch en familie zijn. De maatschappij en zijn instituties zijn ook van invloed.
Naast verschillen is er ook een overeenkomst:
1. Erikson zegt dat er een conflict moet worden opgelost en dat het daarna een gesloten
hoofdstuk is. Berne (Life Script Theorie) zegt ook dat er een blauwdruk wordt gevormd die
ook een einde van iets betekend.
Dialectical Approach to Personality Development
De volgende assumpties staan centraal bij de dialectica approach:
1. Persoonlijkheid kan worden beschreven worden als een collectie van paren van
karakteristieken die allemaal controle willen hebben binnen het individu.
2. Persoonlijkheid ontwikkeling reflecteert het streven naar voldoening of volbrenging van elk
van deze krachten.
3. De karakteristieken die tegenover elkaar staan, zijn niet puur het tegenovergestelde van elkaar.
Elke factor heeft een kwaliteit die de persoon moet bezitten en de kunst is om er een balans in
te vinden.
, Adult Personality Development - Wrightsman
4. De karakteristieken die tegenover elkaar staan zullen altijd een spanning tussen elkaar hebben
en zullen niet stabiel blijven. Het meest belangrijke van deze approach is dan ook dat het
karakter een strijd is die nooit eindigt.
5. Het concept van balans is niet vast, het is in de natuur van gedrag dat het altijd zal blijven
veranderen. In tegenstelling tot de vorige assumpties is het toch de conclusie dat
psychosociale ontwikkeling van de mens nooit stil zou blijven staan.
6. Verandering, binnen deze approach, kan worden gezien als een cumulatief proces.
Hoofdstuk 2: Psychoanalysis as an Early Formation Theory
Freud stelde dat er drie systemen binnen eenpersoons zijn die verschillende behoeftes of
motivaties reflecteren en dat deze systemen tegen elkaar strijden om de controle over het gedrag
te hebben. Deze systemen functioneren voor een groot deel in ons onbewustzijn.
1. Hij zei dat er een soort dierachtig instinct in ons zit die ontstaat met de geboorte, dit noemde
hij het id. In kleine kinderen heeft het id de overhand, ze zoeken naar genot en laten hun
onbedoelde destructieve impulsen los op de wereld. Het principe waarmee kinderen leven heet
pleasure principle.
2. Op gegeven moment krijgt een persoon een interne controle over zijn externe gedrag. Dit
noemde Freud het superego, ook wel moral principle genoemd. Goed versus slecht is het
enige waar dit principe zich mee bezig houdt. Wat id en superego in overeenkomt hebben is
dat ze beide niet realistisch zijn of kijken naar de consequenties.
3. De capaciteit om intellectueel en rationeel te redeneren noemt Freud het ego.
Volgens Freud gaan kinderen door voorspelbare en duidelijke fases van
persoonlijkheidsontwikkeling.
- Oral stage (eerste jaar): Kinderen in deze fase zijn erg gefocust op hun mond. Ze ontdekken
door dingen in hun mond te stoppen en hun libido is dan ook daar op gericht. Pas als hun orale
behoeftes zijn vervuld kunnen ze door naar de volgende fase, anders raken ze gefixeerd.
Volwassenen die vast zaten in deze fase: roken, praten te veel, sarcastisch of bot als ze tegen
mensen praten.
- Anal stage (2-3 jaar): In deze fase gaat het kind leren om zindelijk te worden en dus controle
over zich zelf te leren. Moeders die heel streng zijn in dit proces kunnen een kind creëren die
heel erg perfectionistisch is en moeder die juist heel belonend zijn kunnen een kind creëren vol
creativiteit en productiviteit.
- Phallic stage (3,4,5 jaar): In deze fase worden kinderen bewust van hun genitaliën. In deze tijd
kan masturbatie of zelf-stimulatie voorkomen. Daarnaast kunnen kinderen jaloers worden op
hun ouder van dezelfde sekse en gevoelens krijgen voor de ouder van de andere sekse. Het
Oedipus complex houdt in dat het kind jaloers is op de vader om zijn relatie met zijn moeder.
Als fixatie ontstaat kunnen mannen bijvoorbeeld later een vrouw kiezen die erg op hun moeder
lijkt. Ook is er iets zoals penis envy ook wel Elektra complex, hierbij zijn meisjes jaloers op
de penis van de vaders, boos op hun moeders omdat zij hen een meisje heeft gemaakt en
krijgen ze gevoelens voor hun vaders.
- Latency periode (5 tot adolescentie): Het libido is nog niet volledig gevormd, mede omdat het
kind zijn gevoelens voor zijn/haar vader/moeder moet onderdrukken. Seksuele verlangen
worden omgezet in schoolwerk, sporten en vrienden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Dominique93. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.