Management accounting
Hoofdstuk 1
1.1 Plaatsbepaling van management accounting
Management accounting houdt zich bezig met informatieverschaffing aan de ondernemingsleiding
ten behoeve van het nemen van beslissingen en het beheersen van bedrijfsprocessen. Management
accounting betreft dus interne informatieverschaffing.
De overeenkomst tussen management accounting en financial accounting is dat beiden informatie
verschaffen. Deze informatie wordt verkregen uit het administratief systeem van de onderneming.
Verschil met externe informatieverschaffing tabel 1.1:
Op interne verslaglegging zijn geen wettelijke regels van toepassing
Intern vindt er vrijwel doorlopend informatieverschaffing plaats
Interne informatie is veelal zeer gedetailleerd
Interne informatie is voor de leiding sneller beschikbaar dan externe voor de
belanghebbende
Creative accounting: het kunstmatig verfraaien van balans en resultatenrekening
1.2 Historische ontwikkeling van management accounting
De bedrijfsadministratie vormt de basis van accounting.
In 1914 verscheen het boek Summa de arithmetica, Geometria Proportione e Proportionalita. Later
heeft Simon Stevin een bijdrage geleverd aan het internationaal verspreiden van het ‘Italiaanse
boeckhouden’. Ten behoeve van de beleggers werd uiteindelijk overgegaan op een periodieke
winstrapportage.
1.3 De contingencybenadering
Standaardoplossingen in de management accounting bestaan niet. Iedere onderneming heeft haar
eigen bijzondere kenmerken en heeft daarom behoefte aan maatwerkoplossingen op het gebied van
kostprijs- en winstbepaling, van beslissingscalculaties en van de beheersing van bedrijfsprocessen. Dit
uitgangspunt wordt aangeduid als de contingencybenadering.
Vier soorten ondernemingen onderscheiden aan de hand van de verschillen in inputs,
transformatieproces en outputs:
Landbouw en extractie
Industrie
Handel
Dienstverlening
Andere factoren die invloed hebben op de manier van management accounting:
Omgeving
Afhankelijkheid tussen bedrijfsonderdelen
Grootte van de onderneming
Ondernemingscultuur
, Hoofdstuk 2
2.1 Product costs en period costs
Intergrale kostprijs: alle kosten worden aan het product toegerekend (product costs).
Sommige kosten kunnen niet direct aan het product toegerekend worden (periode costs). In dat
geval is de informatieve waarde van de kostprijs geringer, in die zin dat hij niet langer beschouwd kan
worden als de minimale verkoopprijs waarbij nog net quitte wordt gespeeld. Het verschil tussen
omzet en kostprijs verkopen dient zodanig te zijn dat er nog een marge is voor het goedmaken van
de period costs.
2.2 Werkelijke kosten en standaardkosten
Alleen het gebruik van standaardkosten biedt aanknopingspunten voor het beheersen van de
bedrijfsprocessen. Door de verspilling te analyseren naar oorzaken kunnen verbeterverslagen met
betrekking tot de efficiency worden gemaakt.
2.3 Variabele kosten en constante kosten
Het onderscheid tussen variabele kosten en constante kosten is gebaseerd op de relatie tussen de
hoogte van deze kosten en de bedrijfsdrukte.
Bedrijfsdrukte: is de algemene benaming voor de omvang van de ondernemingsactiviteiten in een
periode. Is de productieomvang in een periode, waarbij het begrip productie een zeer ruime inhoudt
heeft.
Variabele kosten: het totale kostenbedrag per tijdseenheid afhankelijk van de bedrijfsdrukte; bij
toename van de productie stijgen de totale variabele kosten.
Bij proportioneel variabele kosten nemen de koste evenredig met de productie toe, bij progressie
stijgen ze in verhouding sterker dan de bedrijfsdrukte en bij degressie minder sterk.
Bij constante kosten is het periodieke kostenbedrag binnen zekere productiegrenzen niet afhankelijk
van de bedrijfsdrukte.
Naijlen van kosten: personeel in vaste dienst, dat is aangenomen in voorspoedige tijden, kan als
gevolg van sociale wetgeving niet op stel en sprong van de loonlijst worden afgevoerd.
Als het aandeel van de constante kosten in het totaal van de kosten relatief hoog is, brengt dat
risico’s voor de onderneming met zich mee: een geringe terugval in de afzet zal grote consequenties
voor de winst hebben. Mogelijkheden om constante kosten te variabiliseren:
Duurzame productiemiddelen worden gehuurd of geleased, waarbij het contract elk moment
door de gebruiker beëindigd kan worden. In dat geval ontstaat voor de gebruiker beëindigt
kan worden. In dat geval ontstaan voor de gebruiker variabele kosten: voor de verhuur- of
leasemaatschappij is er sprake van constante kosten.
Personeel wordt ingehuurd via een uitzendbureau. De inlener heeft nog slechts te maken
met variabele kosten; voor het uitzendbureau kan er sprake zijn van constante kosten of
variabele kosten.
Werk wordt uitbesteed. Als een bedrijf bijvoorbeeld de transsportafdeling of de kantine gaat
outsourcen, dan vervangt het bedrijf kosten die vroeger in hoge mate vast waren, door
variabele kosten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ninavanelburg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.