Colleges Ontwikkelingspsychologie RuG 2014-2015
College 1 (11 september):
H1 + H2
Additionele literatuur:
Gabbard, C. (2009). A developmental systems approach to the study of motor development. In:
Handbook of motor skills, edited by L.T. Pelligrino
College 2 (18 september):
H3+H4
Additionele literatuur:
Hadders-Algra, M. (2004). General movements: a window for early identification of children at risk
for developmentald delay. The Journal of Pediatrics, 145 (2 Suppl): S12-S18
Gabbard, C. (2009). A developmental systems approach to the study of motor development. In:
Handbook of motor skills, edited by L.T. Pelligrino
College 3 (25 september):
H4+H5
Additionele literatuur:
Diamond, A. (2000). Close interrelation of motor and cognitive development and of the cerebellum
and prefrontal cortex. Child Development, 71, 44-56.
Huizinga, M. (2007). De ontwikkeling van executieve functies tussen kindertijd en jongvolwassenheid.
Neuropraxis, 11, 69-76.
College 4 (2 oktober):
H6+H7
Additionele literatuur:
Lereya, S.T., Samara, M., & Wolke, D. (2013). Parenting behavior and the risk of becoming a victim
and a bully/victim: a meta-analysis study. Child Abuse & Neglect,
http://dx.doi.org/10.1016/j.chiabu.2013.03.001
College 5 (9 oktober):
H8+H9
Additionele literatuur:
Crone, E.A., & Dahl, R.E. (2012). Understanding adolescence as a period of social-affective
engagement and goal flexibility. Nature Reviews Neuroscience, 13, 636-649. doi: 10.1038/nrn3313.
16 oktober is er GEEN college
College 6 (23 oktober):
H10+H11+H12
Additionele literatuur:
,Bielak, A.A.(2010). How can we not 'lose it' if we still don't understand how to 'use it'? Unanswered
questions about the influence of activity participation on cognitive performance in older age--a mini-
review. Gerontology, 56, 507-19.
Tentamen:
28 oktober van 14.00 tot 17.00 uur
Hertentamen:
27 november van 14.00 tot 17.00 uur
Ontwikkelingspsychologie
College 1 Hoofdstuk 1
Doel: Opdoen van basiskennis over ontwikkeling in verschillende ontwikkelingspsychologische
domeinen en het belang daarvan voor bestudering van vraagstukken in relatie tot opvoeding.
Gerontologie= wetenschappelijk onderzoek over ouder worden.
Ontwikkelingspsychologie= het identificeren en beschrijven van veranderingen in verschillende
ontwikkelingsdomeinen en de processen achter deze veranderingen – normale ontwikkeling.
- Ontwikkeling van levensloop
- Multidisciplinair (alle aspecten van menselijk leven
- Kijkt naar individu zelf
Cohort= groep mensen van dezelfde leeftijd. Babyboomcohort= na oorlog geboren, hele grote groep.
Vroeger geen gevoel van dat ontwikkeling en opgroeien belangrijk is voor een kind, nu wel.
Vanaf ’80 jaren Rousseau: kind is tabula rasa, moet liefde worden gegeven.
Vanaf ’90 basisschool kwam op, in plaats van werken.
Begin 20e eeuw, meneer Hall: term adolescentie, term bestaat nog maar 70 jaar.
Belangrijkste gebeurtenis in mensenleven: levensverwachting revolutie. Levensverwachting ging
met 30 jaar omhoog.
1900-1930: Levensverwachting omhoog, van besmettelijke ziekten naar chronische ziekten
1970-2030: Lifestyle revolutie: vrouwenbeweging en scheidingen zijn normaal, meer vrijheid.
Impact van SES
Ontwikkelde landen: hoge SES en hoge levensverwachting
Ontwikkelingslanden: Lage SES, armoede, ongelijke inkomens, weinig educatie
Collectivistische culturen: sociale harmonie, families leven samen, kinderen moeten gehoorzamen,
respect, groepen
Individualistische culturen: onafhankelijkheid, competitie, persoonlijk succes, open emoties,
zelfstandigheid (westerse landen).
Orthopedagogiek in praktijk
- Diagnostiek > diagnostische cyclus
o Klachten: alles moet altijd hetzelfde gaan, praat raar en is heel erg gericht op
dinosaurussen
o Hypothese orthopedagoog (op basis van kennis): stoornis in het autistische spectrum
o Onderzoeksmiddelen vaststellen
, o Indien hypothese bevestigd: handelingsplan
- Behandeling
- Advisering
- Beleidszaken
Voor kennis over normale ontwikkeling:
- Moet je beschikken over een goede kennis van verschillende theorieën
- Weten op welke verschillende manieren onderzoek wordt uitgevoerd, zodat je resultaten op
de juiste manier kunt beoordelen
- Oftewel: in staat zijn op een wetenschappelijk manier te denken.
Verschil psycholoog pedagoog:
- Empirische wetenschap (ontwikkelingspsychologie: feiten) vs theoretische wetenschap
(pedagogiek: levensovertuigingen, ideeën en opvattingen)
- Bepalen wat goede opvoeding is? Waardevrij (ontwikkelingspsychologie) vs waarden-
principes (pedagogiek)
Wat is ontwikkeling? Ontwikkeling is verandering, alleen als verandering onomkeerbaar en blijvend
is. Want verandering is niet altijd ontwikkeling. Ook sprake van reeks van veranderingsprocessen.
Kan groei zijn, maar ook afname als we ouder worden. Ontwikkeling is dus multi directioneel.
Omgeving, Kind zelf, interactie met andere settings en verandering in tijd.
Multidimensionale ontwikkeling, Bronfenbrenner. Factoren:
- Onmiddellijke omgeving
o Gezin
o Peers
o School
- Sociale en economische context
- Biologische kenmerken
o Genetisch
o evolutionair
- Culturele context
Context van de ontwikkeling
Normatief= Gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen in bepaalde groepen voltrekken.
-Normatief leeftijdsgebonden (motoriek, taal – leeftijdsgroep baby’s en jonge kinderen)
-Normatief historische invloeden (cohort=groep mensen zelfde leeftijd, invloed historie en
gebeurtenissen op deze mensen, vb: grootouders oorlog meegemaakt)
-Niet-normatieve invloeden (persoonsgebonden gebeurtenissen, vb: je krijgt een ziekte, winnen van
geld)
Gevolg van unieke samenspel van invloeden:
- DE ontwikkeling bestaat niet
- Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier
- Ontwikkeling van kind totaal onvoorspelbaar? Nee!
o Normatieve ontwikkelingsstappen (mijlpalen)
o Stabiliteit in ontwikkelingspaden (IQ-scores)
Conclusie:
Ontwikkeling= uniek proces, toch in zekere mate voorspelbaar > niet in termen van zekerheden,
maar wel in termen van kansen.
Enkel algemene lijn schetsen (hoe verloopt normale ontwikkeling gemiddeld genomen)
wetende dat afwijkingen (binnen bepaalde grenzen) heel gewoon zijn.