Samenvatting blok 2
Probleem 1: Inner Drives
Sigmund Freud / psychoanalyse:
Freuds energy model de mens is een energy system, het lichaam en de geest werken
samen. Mentale content is niet gewoon opgeslagen, maar het geef signalen door. De
energie is een activiteit, als er teveel energie in de ene activiteit wordt gezet, is er minder
energie over voor andere activiteiten.
(vb. energie voor culturele doeleinden kan niet meer worden ingezet voor seksuele doeleinden)
Drie levels van bewustzijn/topografical model of mind:
1. Conscious level de gedachten waar we ons op dat moment bewust van zijn.
2. Preconscious level de mentale content waar we ons gemakkelijk bewust van kunnen
worden.
3. Unconscious level de mentale content waar we ons niet bewust van zijn/kunnen
worden, alleen onder speciale omstandigheden.
Motivated unconscious alles is onderbewust voor een reden, als je bijv. een trauma
hebt probeer je er onbewust alles aan te doen om die gevoelens niet bewust te laten
worden. Het onderbewuste heeft dus invloed op het bewuste.
Parapraxes iets wat je onbewust bezighoudt wat je dan op een bepaalde manier tot
uiting komt, dit kunnen we expres en per ongeluk doen. Er zijn een aantal manieren waarop
dit kan gebeuren:
1. Slips of the tongue/freudian slip
2. Verkeerd handelen
3. Vergeten
4. Verspreken
5. Leesfouten
6. Verschrijvingen
Perception without awareness je bent je niet bewust van bepaalde informatie die je in
je hoofd hebt. Tegenwoordig wordt dit subliminal perception of het registreren van een
stimuli op een niveau dat onder het bewustzijn ligt.
(vb. Het eend experiment)
Perceptual defense selectief reageren op emotionele stimuli, het is een proces waarbij je
jezelf beschermt tegen angst dat samengaat met het herkennen van een gevaarlijke stimuli.
Subliminal psychodynamic activation onderzoekers proberen de onbewuste wensen
van iemand te stimuleren zonder dat diegene zich er bewust van wordt.
De psychoanalytische visie:
- Nadruk op onlogische en irrationele onbewuste processen
- Nadruk van content op motieven en wensen
- Nadruk op gemotiveerde aspecten van onbewust functioneren.
Id Ego Superego
Van geboorte tot 18 2 tot 3 jaar oud 3 tot 5 jaar oud
maanden
Alle driften Tussenweg tussen Id en Belichaming van normen en
Superego waarden
Zoekt directe bevrediging Ego strength: hoe goed kan Bestaat uit ego ideal en
iemand omgaan met zijn geweten
impulsen
Bevrediging door actie of Reality testing: will this Introjection
fantasie work?
Werkt vanuit primary Werkt via secondary Wilt ongewenste impulsen
processes: bv. Wish processen van id voorkoen en dwingt
, Samenvatting blok 2
fulfillment ego om moreel te handelen
Werkt in unconscious Werkt in conscious Werkt in preconcious
Pleasure principe Reality principle Dwingt tot perfectie
Eros en thanatos/life and
death instinct
Catharsis opgebouwde energie uiteindelijk niet meer kunnen onderdrukken, dus de
emotionele spanning wordt losgelaten.
Cathexis investeren energie, dis heeft vier vormen:
1. Cathexis id psychische energie geïnvesteerd
2. Ego cathexis investeren in reality testing via secondary proces
3. Anticathexis energie investering tegen id-driften
4. Object cathexis energie gebruikt door id om driften te bevredigen
5. Identification energie gebruikt door superego om normen/waarden te betrekken
Drie soorten anxiety:
1. Objective reality anxiety komt van gevaren uit de buitenwereld
2. Neurotic anxiety onbewust angst dat de Id impulsen niet meer onderdruk kunnen
worden en dat je ervoor gestraft wordt. Je hebt dus een angst voor de straf.
3. Moral anxiety angst die men ervaart als ze hun morele codes schenden, dit is een
interne angst. Er ontstaat dan een conflict tussen ego en superego.
Afweermechanismen die worden gebruik bij angst:
1. Denial ontkennen van traumatische gedachte of gebeurtenis.
2. Projection waarnemen van eigen negatieve eigenschappen in iets of iemand anders.
3. Isolation emotie die bij de gedachte of handeling hoort, wordt ervan weggehaald.
4. Reaction formation tegenovergestelde doen van wat iemand (onbewust) werkelijk
wilt.
5. Sublimation uiten van behoeften op een manier waarop de maatschappij het
toejuicht.
6. Rationalization verzinnen van een plausibele onzinverklaring voor eigen gedrag.
7. Repression niet tot het bewuste toelaten van verontrustende gedachten of
behoeften.
8. Verplaatsing het verschuiven van ontoelaatbare behoeften naar een object waar dat
wel geuit kan worden.
9. Intellectualization koude afstandelijke manier van omgaan met bedreiging.
10. Undoing ongedaan maken van slecht gedrag.
11. Displacement verschuiven van impuls van het ene target naar iets anders.
12. Regression door stress terugvallen in een vorige fase (fixatie).
Freuds theory of psychosexual stages of development:
1. Oral stage 0-18 maanden, orale bevrediging komt voort uit voeden, duimzuigen en
andere mondbewegingen. Fixatie bij volwassenen: eten, kauwgum kauwen, roken,
zoenen.
2. Anal stage 18 maanden – 3 jaar, opwinding komt uit de anus en beweging van
ontlasting door anale doorgang.
3. Phallic stage 4-5 jaar, opwinding en spanning is gefocust op genitaliën. Realisatie
verschil in mannen en vrouwen. Voor jongens: Oedipus complex, castration anxiety.
Voor meisjes electra complex, penis envy.
4. Latency stage daling in seksuele behoeften en interesses.
5. Genital stage adolescence en adulthood, de meeste mensen komen volgens Freud
niet eens in deze fase. Dit is de ideale seksuele gezondheid.
, Samenvatting blok 2
Fixations ontwikkelingsstilstand of -stop op een bepaald punt in de psychoseksuele
ontwikkeling van een persoon.
Regression geeft uitdrukking aan iemand terugkeer naar een eerder stadium van
ontwikkeling, ze gaan dan weer om met de wereld zoals ze dat toen deden.
Drie persoonlijkheidstypen die voorkomen uit fixaties:
1. Oral personality narcistisch, veeleisend, jaloers, depressief, vertrouwen niet snel,
pessimistisch, hebzuchtig.
2. Anal personality streven naar macht en controle, zorgen over of je moet
gehoorzamen of rebelleren, angst over verlies van controle.
3. Phallic personality man: streven naar succes, nadruk op mannelijkheid,
exhibitionistisch. Vrouw: naïef, verleidend, flirterig, exhibitionistisch.
De krachten en de limieten van psychoanalytische theorie:
Krachten Limieten
Geeft een ontdekking en onderzoek naar veel Slaagt er niet in al zijn concepten duidelijk en
interessante fenomenen. duidelijk te definiëren.
Ontwikkelt technieken voor onderzoek en Maakt empirisch testen moeilijk en soms zelfs
therapie (vrije associatie, droom interpretatie, onmogelijk.
transference analyses).
Herkent de complexiteit van het menselijk Onderschrijft het twijfelachtige beeld van de
gedrag. persoon als energiesysteem
Omvat een breed scala aan fenomenen. Tolereert weerstand van delen van het beroep
tegen empirisch onderzoek en verandering in
de theorie
Ontwikkeling neurotische angst en problemen:
Probleem 2: External Forces
Tekst geconditioneerde emotionele reacties – Watson en Rayner:
Experiment op Albert B. Hij was een zeer stabiel kind, over het algemeen niet emotioneel.
Albert liet bij het tonen van neutrale voorwerpen geen angst zien, daarna werd hij
geconfronteerd met een hard geluid. Na drie keer horen van dit geluid, moest hij pas huilen.
Met dit onderzoek wilde ze 4 dingen testen:
1. Kan er angst voor een dier worden gecreëerd als er gelijktijdig een hard geluid wordt
gemaakt?
2. Kan die angst worden overgedragen naar andere dieren/objecten?
3. Wat is het effect van tijd op de geconditioneerde emotionele respons?
4. Wat kan er gedaan worden om de angstige reactie weer weg te krijgen bij het kind?
Conclusie: er is bij Albert emotionele transfer gaan plaatsvinden. De reacties die hieruit
voortkomen zijn erg intens. De transfer blijft net als de emotionele respons hangen, wel
verlies het intensiteit voor een periode langer dan 1 maand.
Boeken: