Inleiding behandelmethoden: Artikelen
*In het tentamen zullen vooral de grote lijnen en de belangrijkste concepten, begrippen en
conclusies aan bod komen. Er zal bijvoorbeeld niet worden gevraagd naar specifieke
statistieken. Probeer in plaats daarvan de belangrijkste concepten, definities en principes te
onthouden en te begrijpen. Tentamenvragen zouden gaan over de principes, de
toepassingen, effectiviteit, kenmerken, enzovoorts.
1. Rector, N. A. (2010). Cognitive behavioural therapy: An information guide. Centre for
Addiction & Mental Health. Chapters 2, 3, & 4 (page 6-32).
https://www.camh.ca/-/media/files/guides-and-publications/cbt-guideen.pdf?la=en&ha
sh=BDA5FF472AA16E82C6AAE307EBCD3BE50347FBFE
2. Beck, J. (2011). Cognitive behavior therapy: Basics and beyond. NY/London: The
Guilford Press. Chapter 1 (page 1-16)
https://img3.reoveme.com/m/be38edbbfc79330a.pdf
3. Driessen, E., & Hollon, S. D. (2010). Cognitive behavioral therapy for mood
disorders: Efficacy, moderators and mediators. Psychiatric Clinics of North America,
33(3), 537-555.
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2933381/pdf/nihms213883.pdf
4. Kaczkurkin, A. N., & Foa, E. B. (2015). Cognitive-behavioral therapy for anxiety
disorders: An update on the empirical evidence. Dialogues in Clinical Neuroscience,
17, 337-346. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4610618/
5. Wampold, B. E. (2015). How important are the common factors in psychotherapy? An
update. World Psychiatry, 14(3), 270-277.
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4592639/
6. Bateman, A., & Fonagy, P. (2010). Mentalization based treatment for borderline
personality disorder. World Psychiatry, 9, 11-15.
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2816926/pdf/wpa010011.pdf
7. Yeomans, F.E., Clarkin, J.F., & Kernberg, O.F., (2015) Transference focused
psychotherapy for borderline personality disorder: a clinical guide. Chapter 1: The
nature of normal and abnormal personality organization.
https://tilburguniversity-on-worldcatorg.tilburguniversity.idm.oclc.org/oclc/1020318833
8. Korrelboom, K., de Jong, M., Huijbrechts, I., & Daansen, P. (2009). Competitive
memory training (COMET) for treating low self-esteem in patients with eating
disorders: A randomized clinical trial. Journal of Consulting and Clinical Psychology,
77(5), 974–980. https://doi-org.tilburguniversity.idm.oclc.org/10.1037/a0016742
9. Young, J.E., Klosko, J.S. and Weisman, S.E. (2003). Schema therapy: A
practitioner’s guide. NY/London: The Guilford Press. Chapter 1 (page 1-62)
https://www.guilford.com/excerpts/young.pdf?t
10. Van den Hout, M. A., & Engelhard, I. M. (2012). How does EMDR work? Journal of
Experimental Psychopathology, 3(5), 724-738.
https://journals.sagepub.com/doi/10.5127/jep.028212
11. Hayes, S. C. (2004). Acceptance and Commitment Therapy, Relational Frame
Theory, and the third wave of behavioral and cognitive therapies. Behavior Therapy,
35, 639-665. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0005789404800133
12. Harris, R. (2006). Embracing your demons: An overview of acceptance and
commitment therapy. Psychotherapy in Australia, 12(4), 70.
https://www.semanticscholar.org/paper/Embracing-your-demons%3A-an-overview-of
acceptance-Harris/c56a9a707d4e73ba452ab5466274eafba66608d3
,13. Witty, Marjorie. (2007). Client-Centered Therapy. Chapter 2 (page 35-48)
https://link.springer.com/content/pdf/10.1007%2F978-0-387-29681-4.pdf
14. Pos, A. & Greenberg, L. (2007). Emotion-focused therapy: The transforming power of
affect. Journal of Contemporary Psychotherapy, 37, 25-31.
https://link-springer-com.tilburguniversity.idm.oclc.org/article/10.1007/s10879-006-90
31-z
15. Elliott, R., & Greenberg, L.S. (2016). Humanistic-experiential psychotherapy in
practice: Emotion-focused therapy. In A.J. Consoli, L.E. Beutler, & B. Bongar (eds.),
Comprehensive textbook of psychotherapy: Theory and practice (2nd ed.). New York:
Oxford University Press. In press version, page 1-13, see link:
https://strathprints.strath.ac.uk/57807/1/Elliott_Greenberg_OUP2016_Humanistic_ex
perie ntial_psychotherapy_in_practice.pdf
, 1.Rector, N. A. (2010). Cognitive behavioural therapy: An information guide.
Centre for Addiction & Mental Health. Chapters 2, 3, & 4 (page 6-32).
CBT in grote lijnen
-Vroeger was psychoanalyse de dominante vorm van psychotherapie. Deze vorm was
meerdere keren per week en duurde vaak wel jaren. In 1970 kwamen er meerdere
verschillende vormen van psychotherapie die korter waren, een week of maand.
-CBT wordt gezien als “de gouden standaard” en is de beste therapie voor problemen als
depressie, angst, fobieën en stress gerelateerde problemen. CBT is effectief voor mensen
van alle leeftijden en voor verschillende educatie niveaus, inkomen en culturele achtergrond.
Het is zowel effectief in groepsvorm en individueel.
-CBT is intensief, kort (20 sessies), probleem georiënteerd, praktisch, doelgericht. Focus op
hier en nu. Helpt men inzien hoe zij interpreteren en evalueren en wat dit voor effect heeft op
hun emotionele ervaring. Vroege ervaringen zijn niet de focus maar er wordt wel naar
gekeken. Gevoel is gelinkt aan de gedachten over een situatie.
-Negatieve denkpatronen zijn gelinkt aan depressie. Het verminderen hiervan leidt tot
verbeterde stemming.
-In CBT leer je gedachten, overtuigingen en assumpties te
identificeren/veranderen/bevragen in relatie tot je emotionele problematiek en gedrag.Door
het monitoren en opnemen van je gedachten in emotionele situaties. Je kan emotionele
problemen verminderen door: identificeren problemen in je denken, eigen gedachten niet
zien als feiten, en situatie van een andere hoek bekijken.
-Je moet open staan voor je gedachten en bereid zijn om deze te bespreken. Ook wordt er
gevraagd huiswerk te doen.
-Effectief voor: stemmingsstoornissen, angst, eetstoornissen, body dysmorphic stoornissen
en middelenafhankelijkheid. Maar ook voor psychose, tics, slapeloosheid, pijn ect.
Effectief omdat: structuur, probleem en doel georiënteerd, aanleren van strategieën en
vaardigheden, vergroot impact van goede relatie tussen therapeut en cliënt
-Basis CGT: hoe je een situatie waarneemt en welke betekenis je het geeft bepaald hoe je
een emotionele reactie ziet.
-Automatic thoughts: snelle gedachten om situatie te evalueren. Het opmerken van deze
automatische gedachten is een skill die je leert in CBT.
Cognitive trade of depression: negatieve perceptie van jezelf, de wereld om je heen en de
toekomst.
Ook is het een skill om je error/distortions in je denken te detecteren. Let op: iedereen heeft
deze automatische gedachten en cognitieve distorties maar op een ander level. Deze
worden aangestuurd door: rules and assumptions and core beliefs. CBT helpt je hier meer
bewust van te worden en hoe deze bijdragen aan je negatieve patronen. Mensen met
negatieve core beliefs lopen meer risico op ontwikkeling van depressie/angst. Als je deze
skills geleerd hebt wordt je je eigen therapeut.