100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie alle stof havo 5 €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Bedrijfseconomie alle stof havo 5

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting gebaseerd op het samengevat boekje

Voorbeeld 4 van de 41  pagina's

  • Ja
  • 17 mei 2021
  • 41
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (512)
avatar-seller
shannonaotten
Bedrijfseconomie alle stof
Domein B ‘Van persoon naar rechtspersoon’

Indexcijfer = getal dat aangeeft hoe een grootheid is veranderd ten opzichte van het basisjaar.

Basis = één bepaalde waarneming van de grootheid wordt op 100 (%) gesteld.

-> Indexcijfer = waarde van grootheid/ waarde van grootheid basisjaar x 100%

Keuze voor een opleiding

• Kosten opleiding
-> Cursus- of collegegeld
-> Studieboeken
-> Gemiste inkomsten = omdat er niet fulltime gewerkt kan worden
• Opbrengsten opleiding
-> Persoonlijke opbrengsten (hogere verdiencapaciteit)
-> Maatschappelijke opbrengsten (hogere belastinginkomsten)

Verzekeringen

• Levensverzekering = keert een bepaald bedrag uit bij leven of overlijden van een persoon
-> Overlijdensverzekering = uitkeringen aan nabestaanden als verzekerde overlijdt
-> Overlijdensrisicoverzekering = bij een hypothecaire lening uitkering aan nabestaanden van
overleden verzekerde om hypotheeklasten te beperken
-> Lijfrenteverzekering = jaarlijks uitgekeerd bedrag uit aan de verzekerde, al of niet
levenslang
• Schadeverzekering = keert gelden schade uit
-> Reisverzekering = dekt schades die opgelopen zijn tijdens een reis
-> Inboedelverzekering = dekt schade aan goederen in huis
-> Opstalverzekering = dekt schade door brand etc. aan een woning (opstal) en is verplicht bij
een woning waar een hypotheek op rust
-> Aansprakelijkheidsverzekering = dekt onder andere schade die ouders hebben omdat zij
aansprakelijk zijn voor schade aan derden die hun kinderen veroorzaken
-> Zorgverzekering = dekt gemaakte ziektekosten
-> Rechtsbijstandverzekering = dekt kosten voor juridische hulp en proceskosten

Hypothecaire leningen, aflossingsplan

• Hypothecaire lening = lening met onroerend goed als onderpand (zekerheid)
• Bruto maanduitgaven = maandelijks te betalen bedragen aan aflossing + interest
• Netto maanduitgaven = bruto maanduitgaven – maandelijks belastingvoordeel
• Belastingvoordeel = belastingvermindering, omdat je interest aftrekbaar is
• Aflossingsplan = schema met aflossing- en interestbedragen over een aantal perioden

,Hypothecaire leningen: soorten

• Lineaire hypotheek
-> Aflossingsbedrag blijft gelijk
-> Schuld daalt regelmatig (er wordt steeds eenzelfde bedrag afgelost)
-> Interestbedrag daalt (omdat de schuld daalt)
-> Belastingvoordeel daalt (omdat het interestbedrag daalt)
-> Bruto en netto maanduitgaven dalen




• Annuïteitenhypotheek
-> Aflossing + interestbedrag = annuïteit (elke periode een vast bedrag)
-> Schuld daalt (omdat er wordt afgelost)
-> Interestbedrag daalt (omdat de schuld daalt)
-> Belastingvoordeel daalt (omdat het interestbedrag daalt)
-> Bruto maanduitgaven blijven gelijk, netto maanduitgaven stijgen (minder
belastingvoordeel)




Consumptief krediet

• Persoonlijke lening
-> Terugbetalen met vaste bedragen (voor aflossing en interest)
-> Ongedekte lening = er is geen onderpand (goederen)
• Doorlopend krediet
-> Het interest percentage kan per klant verschillen. Dit hangt af van het inkomen van de
kredietnemer, de leeftijd van de kredietnemer en het betaalgedrag van de kredietnemer.
-> Afgeloste bedragen kun je weer opnemen
-> Gevaar = lening wordt nooit afgelost
• Koop op afbetaling
-> Bij aankoop duurzame consumptiegoederen (auto’s)
-> Totale prijs = aanbetaling + het totaal van de termijnbedragen
-> Koper wordt eigenaar bij aankoop

, • Huurkoop
-> Variant van koop op afbetaling
-> Koper is eigenaar na de betaling van het laatste termijn
• Private lease = variant van koop op afbetaling, maar dan zonder aanbetaling

Hypothecair krediet en consumptief krediet (verschillen)

Consumptief krediet = zijn alle typen leningen die gebruikt worden voor de aankoop van
consumptiegoederen. Het gaat bijvoorbeeld om de aankoop van een auto of een verbouwing. Ook
studies worden gefinancierd met consumptief krediet.

• Looptijd
-> Consumptief krediet = kort(er)
-> Hypothecair krediet = lang
• Bestemming
-> Consumptief krediet = voor meubels, auto’s etc. (roerende goederen)
-> Hypothecair krediet = voor woningen, bedrijfsgebouwen etc. (onroerende goederen)
• Zekerheid (onderpand)
-> Consumptief krediet = weinig of geen zekerheid, ongedekte lening, daarom hogere
interestpercentage
-> Hypothecair krediet = woning is onderpand, gedekte lening, daarom lagere
interestpercentage




Interest

• Interest = vergoeding van het vermogen
• Enkelvoudige interest = interest alleen berekend over het (begin)kapitaal
• Samengestelde interest = interest berekend over het (begin)kapitaal en opgebouwde interest



Enkelvoudige interest

• Interestformule = kapitaal x percentage x tijd (K x P x T)
-> Tijd is altijd in jaren
-> Eerste dag wel meetellen, laatste dag niet

, Leningen met enkelvoudige interest

• Lineaire leningen
-> Elke periode een gelijk bedrag aflossen
-> Interestbedrag daalt regelmatig
• Lening met aflossing ineens
-> Lening in één keer aflossen einde looptijd
-> Interestbedrag blijft gelijk

Samengestelde interest

• Eindwaarde één bedrag = E = C x (1 + i)^n
-> E = eindwaarde
-> n = aantal perioden
-> C = constante waarde of beginwaarde
-> i = perunage = p/100
• Constante waarde één bedrag = C = E x 1/ (1 + i)^n
-> C = constante waarde of beginwaarde
-> E = eindwaarde
-> n = aantal perioden
-> i = perunage = p/100
• Interest over periode t
-> Interest = p x beginwaardebeginwaarde periode t
-> Interest = eindwaarde periode t – beginwaarde periode t
• Gelijkwaardige percentages
-> Van maand naar jaar = 0,5% per maand = 1,005^12 – 1 = 0,062 = 6,2% per jaar
-> Van jaar naar maand = 3 % per jaar = 1,03^1/12 – 1 = 0,002467 = 0,2467% per maand

Vrijwillig en verplicht sparen

• Vrijwillig sparen = particulier persoon beslist zelf of hij spaart
-> Vrij opneembare spaarrekening
-> Niet-vrij opneembare spaardepositrekening
• Verplicht sparen = particulier spaart verplicht voor pensioen bij de wekgever
-> Werkgever houdt pensioenpremie in (op inkomen werknemer)
-> Werkgever draagt pensioenpremies af aan bedrijfspensioenfonds
-> Bedrijfspensioenfonds belegt pensioenpremies

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper shannonaotten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd