Hoofdstuk 1
1.1 Wetgeving
De wetgeving voor jaarrekeningen is in Nederland opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. De basis voor deze
wetgeving is grotendeels gevormd door de Vierde (1978) en de Zevende (1983) EEG-richtlijn
vennootschapsrecht. In 2013 is ter vervanging daarvan de EU-richtlijn jaarrekening (Richtlijn
2013/34/EU) verschenen, waarvan de aangepaste regels in 2015 zijn verwerkt in Titel 9 Boek 2 BW.
In het BW zijn regels en voorschriften opgenomen over het opmaken en openbaar maken (deponeren) van
de jaarrekening door een Nederlandse rechtspersoon. Belangrijk onderdeel daarvan wordt gevormd door
een aantal aanvullende besluiten:
» Besluit actuele waarde
» Besluit modellen jaarrekening
» Besluit inhoud bestuursverslag
Vooral onder invloed van de IFRS is Titel 9 Boek 2 BW gewijzigd in 2005. In Europa beursgenoteerde
vennootschappen werden vanaf 2005 op grond van de EG-verordening verplicht om de geconsolideerde
jaarrekening op te stellen op basis van IFRS. Deze EG-verordening geeft ook de opties dat lidstaten kunnen
toestaan of verplichten dat IFRS wordt toegepast:
» In de enkelvoudige jaarrekening van beursvennootschappen; en/of
» In de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening van niet-beursvennootschappen
De mogelijkheid om vrijwillig IFRS toe te passen is in 2005 opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Hierbij is ook
de mogelijkheid opgenomen om bepaalde activa te waarderen tegen reële waarde.
1.2 Werkingssfeer
De jaarrekeningvoorschriften uit Titel 9 Boek 2 BW zijn van toepassing op de volgende Nederlandse
rechtspersonen:
» Naamloze vennootschappen
» Besloten vennootschappen
» Coöperaties
» Onderlinge waarborgmaatschappijen
» Commerciële verenigingen en stichtingen
» Vennootschap onder firma
» Commanditaire vennootschap
» Banken, betaalinstellingen, elektronisch geldinstellingen, (beheerders van) beleggingsinstellingen
(of ICBE) en -maatschappijen alsmede verzekeringsmaatschappijen financiële instellingen
» Formeel buitenlandse vennootschappen (o.b.v. Wfbv)
1.3 Algemene bepalingen
Het bestuur is, behoudens beperkingen volgens de statuten, belast met het besturen van de
rechtspersoon. Daarbij dient het bestuur zich te richten nar het belang van de rechtspersoon en de met
haar verbonden onderneming. Bevoegdheden en verplichtingen bestuur:
» Verantwoordelijk voor het beheren van de financiën, waaronder het voeren van een goede
administratie van de vermogenstoestand van de rechtspersoon en voor het bewaren van deze
gegevens (boekhouding) gedurende een wettelijke termijn van zeven jaar;
» Verplichting tot het jaarlijks opmaken van de jaarrekening hiermee legt zij verantwoording af
over het door haar gevoerde beheer
» Verplichting tot het opstellen van een bestuursverslag
Nadat de jaarrekening is opgemaakt door bestuur dient deze te worden overgelegd om te kunnen worden
vastgesteld. Bevoegde organen om de jaarrekening vast te stellen zijn:
» Algemene vergadering (bij een NV of BV)
» Ledenvergadering (bij een coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij of commerciële
vereniging)
» Toezichthoudende orgaan (bij een commerciële stichting). Indien toezichthoudend orgaan
ontbreekt, dan door het bestuur
,De jaarrekening dient te zijn ondertekend door alle bestuurders van de rechtspersoon en indien van
toepassing door alle commissarissen (raad van commissarissen). Indien een handtekening ontbreekt, dan
moet dit onder opgaaf van de reden worden vermeld.
Onder de overige gegevens dient de controleverklaring (accountantsverklaring) opgenomen te worden of
een mededeling waarom een dergelijke verklaring ontbreekt. Een verklaring kan enkel ontbreken indien
de jaarrekening geen wettelijke controleplicht heeft. Dit is het geval bij kleine of micro rechtspersonen.
Zolang een controleverklaring ontbreekt, kan de jaarrekening niet worden vastgesteld.
Ten aanzien van een NV of BV is wettelijk vastgelegd dat de vaststelling van de jaarrekening exclusief
toebehoort aan de algemene vergadering.
Het is mogelijk om in de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening verschillende
verslaggevingsstelsels te hanteren. Bijvoorbeeld bij de enkelvoudige jaarrekening Titel 9 Boek 2 BW (NL
GAAP / Dutch GAAP) en bij de geconsolideerde jaarrekening IFRS. Andersom is niet mogelijk.
Alle regelgeving die betrekking heeft op ‘de jaarrekening’ is zowel op de enkelvoudige jaarrekening als op
de geconsolideerde jaarrekening van toepassing.
1.4 Onderdeel financieel verslag
De wettelijke jaarrekeningvoorschriften van Titel 9 Boek 2 BW hebben betrekking op:
» De jaarrekening
» Het bestuursverslag (c.q. directieverslag)
» De overige gegevens
Gezamenlijk ook wel financieel verslag genoemd.
1.4.1 Jaarrekening
De jaarrekening moet een zodanig inzicht geven dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd
omtrent het vermogen en resultaat, alsmede, voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent
de solvabiliteit en liquiditeit van de rechtspersoon.
Indien er wordt afgeweken van Titel 9 Boek 2 BW dan dient de reden van deze afwijking en het effect
daarvan op het vermogen en resultaat in de toelichting van de jaarrekening worden vermeld.
Een post of toelichting hoeft niet afzonderlijk in de jaarrekening te worden vermeld, indien deze in het
geheel van de jaarrekening van te verwaarlozen betekenis is voor het wettelijk vereiste inzicht. Te
verwaarlozen betekenis is gelijk aan de term niet-materieel. De volgende vermeldingen mogen nooit
achterwege blijven:
» Mutaties in het eigen vermogen
» Gemiddeld aantal werknemers
» Betalingen, leningen etc. aan (voormalige) bestuurders en commissarissen
De jaarrekening bestaat uit:
» Balans
» Winst- en verliesrekening
» Toelichting
Saldering van activa en passiva of baten en lasten is niet toegestaan, tenzij deze posten niet afzonderlijk
behoeven te worden opgenomen.
1.4.2 Bestuursverslag
Een bestuursverslag moet een getrouw beeld geven omtrent de toestand op balansdatum en de gang van
zaken tijdens het boekjaar. De inhoud van het bestuursverslag mag niet in strijd zijn met de inhoud van de
jaarrekening.
In het bestuursverslag worden mededelingen gedaan omtrent:
» De verwachte gang van zaken, zoals investeringen, financieren, personeelsbezetting,
omstandigheden waarvan de ontwikkeling van omzet en rentabiliteit afhankelijk is
» De werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling
, » Bijzondere gebeurtenissen waarmee in de jaarrekening geen rekening behoeft te worden
gehouden; gebeurtenissen na balansdatum
» Een niet-financiële verklaring. Vanaf boekjaren beginnend op of na 1 januari 2017 geldt voor
beursvennootschappen met meer dan 500 werknemers het Besluit bekendmaking niet-financiële
informatie. Een dergelijke niet-financiële verklaring dient te worden opgenomen in het
bestuursverslag. In die verklaring moet een beschrijving worden opgenomen van het
bedrijfsmodel alsmede de niet-financiële prestatie-indicatoren. Teven moet melding worden
gemaakt van het beleid, resultaten en de voornaamste risico’s van:
≻ Milieu-, sociale en personeelsaangelegenheden
≻ Eerbiediging van mensenrechten
≻ Bestrijding van corruptie en omkoping
» Een eventueel niet-evenwichtige verdeling over mannen en vrouwen (ten minste 30%) bij de
leden van de raad van bestuur en raad van commissarissen (m.u.v. voor klein of micro BV of NV).
Er moet worden opgenomen:
≻ Waarom de zetels in de raad van bestuur en raad van commissarissen niet evenwichtig
zijn verdeeld (evenwichtig wil zeggen ten minste 30% vrouwen en ten minste 30%
mannen);
≻ Op welke wijze de vennootschap heeft getracht tot een evenwichtige verdeling van de
zetels te komen; en
≻ Op welke wijze de vennootschap beoogt in de toekomst een evenwichtige verdeling van
de zetels te realiseren
» Een verklaring inzake corporate governance (bij beursvennootschappen) met onder meer
informatie over de naleving – ‘pas-toe-of-leg-uit’ – van de Nederlandse Corporate Governance
Code of toelichting waarom deze code (gedeeltelijk) niet is nageleefd
1.4.3 Overige gegevens
In het onderdeel ‘overige gegevens’ dient het volgende te worden opgenomen:
» De accountantsverklaring van de externe accountant of een mededeling waarom deze ontbreekt
» Statutaire regeling omtrent de bestemming van de winst
» Statutaire regeling omtrent de bijdrage in het tekort bij een coöperatie of een onderlinge
waarborgmaatschappij, voor zover deze afwijkt van de wettelijke bepalingen
» Lijst van namen van degenen die een bijzonder statutair zeggenschapsrecht hebben in de
rechtspersoon, met een omschrijving van de aard van dat recht, tenzij over deze gegevens
mededeling is gedaan in het bestuursverslag. Als dit recht in (prioriteits)aandelen is belichaamd
moet het aantal van deze aandelen worden vermeld. Is deze rechthebbende een rechtspersoon
(vennootschap, vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij of stichting) dan
moeten tevens de namen van de bestuurders van die rechtspersoon worden medegedeeld
» Een opgave van het aantal stemrechtloze en/of winstrechtloze aandelen bij de BV
» Opgave van het bestaan van nevenvestigingen (filialen) en van de landen waar nevenvestigingen
zijn, alsmede van hun handelsnaam indien deze afwijkt van die van de rechtspersoon
1.5 Halfjaarverslaggeving en andere tussentijdse cijfers
Op grond van Wft moeten beursvennootschappen halfjaarcijfers openbaar maken en deponeren bij de
AFM, binnen drie maanden na afloop van het halve jaar. Het is ook gebruikelijk om kwartaalberichten
openbaar te maken, maar dat is niet (meer) verplicht.
1.6 Vergelijkbaarheid van cijfers
Alleen wegens gegronde redenen mag de indeling van de jaarrekening afwijken van die van het
voorgaande boekjaar, waarbij in de toelichting de verschillen worden aangegeven en de redenen die tot
afwijkingen hebben geleid.
1.7 Termijn
1.7.1 Opmaken jaarrekening
De jaarrekening dient jaarlijks binnen vier (beursgenoteerde BV of NV) vijf (NV en BV) of zes (coöperatie,
onderlinge waarborgmaatschappij en commerciële vereniging en stichting) maanden na afloop van het
boekjaar te worden opgemaakt door het bestuur.