Een samenvatting van paragraaf 10.3 + 10.4, deze samenvatting is een aansluiting op het vak Goederenrecht. Kijk voor andere handige samenvattingen/stukken op mijn profiel.
H10. De overheid, andere marktpartijen en crediteuren
10.3 Verhaalsrecht
Verhaalsrecht (Art. 3:276) -> Dit rechtsgebied beschrijft de rechtspositie en de
mogelijkheden van crediteuren in geval van wanbetaling door de debiteur. Een crediteur
kan zijn vordering op alle goederen van zijn debiteur verhalen. Als de debiteur niet
betaalt, dan kan de crediteur door een deurwaarder beslag laten leggen op de goederen.
Als er meerdere crediteuren zijn, dan geldt dat zij naar evenredigheid van hun vordering
in de netto-opbrengst van de verkoop delen (Art. 3:277). Hierbij speelt het tijdstip en
bedrag bij het ontstaan van het vorderingsrecht geen rol.
Crediteuren hebben volgens de wet gelijke verhaalsrechten en zijn hierdoor elkaars
concurrenten. Deze hoofdregel van gelijkheid of ook wel concurrentie genoemd, wordt
doorbroken door de regels van voorrang (Art. 3:277 Lid 1). Wanneer een crediteur in
aanmerking komt voor de voorrangsregel dan zegt de wet (Art. 3:278); “Voorrang
ontstaat door pand, hypotheek en voorrecht en andere in de wet aangegeven gronden”.
In de verhouding pand en hypotheek enerzijds en voorrecht anderzijds, gaan pand en
hypotheek boven voorrecht (Art. 3:279).
Pand en hypotheek ontstaan niet automatisch, maar zij ontstaan als zij worden
overeengekomen. Zij worden daardoor ook wel contractuele voorrang genoemd.
Voorrecht, dat evenals pand en hypotheek leidt tot voorrang, kan niet worden
overeengekomen, het ontstaat automatisch als aan de wettelijke omschrijving van het
voorrecht is voldaan. Er zijn twee hoofdgroepen van voorrechten:
1. Algemene voorrechten -> Een voorbeeld is de loonvordering van een werknemer
op zijn werkgever (Art. 3:288 sub e).
2. Bijzondere voorrechten (Art. 3:283 t/m 3:287) -> Een voorbeeld is “Kosten tot
behoud van een goed gemaakt (Art. 3:284)”. Als een autobedrijf de auto weer
maakt en dus wordt behouden.
Rangorde Crediteuren:
,Het BW gaat ervan uit dat een crediteur zijn vordering op de goederen van zijn debiteur
kan verhalen, niet op de goederen die van derden zijn. In de belastingwetgeving wordt
er uitgegaan van een ander standpunt.
Art. 22 Invorderingswet-> Geeft aan dat fiscaal beslag kan worden gelegd op roerende
zaken die zich op de bodem van de belastingplichtige bevinden om het perceel van de
belastingplichtige geschikt te doen zijn voor het gebruik waarvoor het bestemd is. De
fiscus mag hierdoor op goederen die zich op de bodem van de belastingplichtige
bevinden beslag leggen, terwijl deze goederen van derden zijn.
10.4 Faillissement
De debiteur die zijn schulden niet betaalt kan door de rechtbank failliet worden
verklaard (Art. 1 FW).
Faillissement -> Een algemeen beslag op het vermogen van de debiteur om daarmee
uiteindelijk al zijn crediteuren te kunnen betalen.
Boedel -> Failliet verklaarde vermogen.
Een faillissement ontstaan niet automatisch, het wordt uitgesproken door de rechter als
daartoe een verzoek is aangevraagd. Deze aanvraag kan woeden ingediend door de
schuldenaar zelf, crediteuren of door het Openbaar Ministerie. Nadat de aanvraag is
ingediend, wordt het faillissement uitgesproken als volgens Art. 6 Fw wordt aangetoond
dat de schuldenaar zijn schulden niet betaalt en dat er ten minste twee crediteuren zijn
(Voldoende als één van de crediteuren het aanvraagt).
Pluraliteitseis -> Ten minste twee crediteuren zijn in geval van faillissement.
Het faillissementvonnis is uitvoerbaar bij voorraad (Art. 4 lid 4 FW). Dat betekent dat
het faillissement en de gevolgen hiervan direct door het uitspreken van het vonnis
intreden.
Het vonnis houdt ook de benoeming van een rechter-commissaris en van een curator in.
Rechter-commissaris -> Houdt toezicht op de curator (Art. 64 FW). De curator heeft een
voor diverse handelingen een machtiging nodig (Art. 68 Lid 2 FW), zoals bij het geven
van ontslag. Doet de curator dit niet via een machtiging dan is het ontslag vernietigbaar
(Art. 72 Lid 2 FW).
Curator -> De taken staan verspreid in de wet. Enkele taken zijn het in stand houden van
de boedel en het afwikkelen van het faillissement. Deze twee onderwerpen worden ook
wel beheer en vereffening genoemd (Art. 68 FW). Het opmaken van een beschrijving
van het vermogen (Art. 94 FW) en het opmaken van een lijst van tegoeden en schulden
(Art. 96 FW) behoren ook tot de taak van de curator. Tot slot kan de curator het failliet
verklaarde bedrijf voortzetten (Art. 98 FW).
Post die is gericht aan de gefailleerde wordt doorgestuurd naar de curator (Bevoegd).
Het faillissement wordt openbaar gemaakt, doordat de curator het vermeldt in de
Nederlandse Staatscourant of andere kranten (Art. 14 Lid 3 FW). Ook wordt het vonnis
ingeschreven in het faillissementsregister bij de rechtbank (Art. 19 FW).
10.4.1 Gevolgen faillissement
Het faillissement omvat het hele vermogen inclusief datgene wat de gefailleerde
tijdens het faillissement verwerft (Art. 20 FW). Als de gefailleerde buitenlandse
bezittingen heeft dan vallen deze onder de werking van het Nederlandse
faillissement. Dit is anders als deze bezittingen staan op een buitenlandse
rechtspersoon.
, Een ander gevolg van faillissement is, dat de debiteur beschikkingsonbevoegd is
geworden (Art. 23 FW). Dat betekent, dat de gefailleerde geen eigendom meer
kan overdragen en geen pand- en hypotheekrecht op zijn eigendommen kan
vestigen.
Bij een faillissement kan levering niet meer plaatsvinden. Volgens Art. 3:84 BW
staan drie opgesomde eisen voor een rechtsgeldige eigendomsoverdracht. Een
van die eisen is dat degene die de eigendomsrechten overdraagt, bevoegd is om
over deze rechten te beschikken. Doordat degene failliet is verklaard, is hij niet
meer bevoegd om over deze rechten te beschikken.
Faillissement heeft ook invloed op nog niet volledige uitgevoerde
overeenkomsten, zoals huur, een arbeids- of koopovereenkomst.
Art. 37 FW -> De andere contactpartij kan aan de curator vragen of de curator de
overeenkomst na te komen (Curator is niet verplicht). Als de curator geen prijs
opstelt, dan heeft de andere contactpartij recht de overeenkomst te ontbinden.
Geeft de curator wel aan te zullen nakomen, dan is hij verplicht zekerheid en
garantie te bieden.
10.4.2 Benadering crediteuren
Op het moment dat een failliet verklaarde rechtspersoon zijn bedrijfspand voor de
uitspraak snel verkoopt aan een familielid voor een lagere prijs dan de waarde, en de
crediteuren van mening zijn dat zij hierdoor worden benadeeld, dan kan de curator de
overeenkomst laten vernietigen. Dit onderdeel van de theorie heet ook wel ‘Actio
Pauliana’ (Klassieke Romeinse Privaatrecht). Art. 42 FW vormt de basis voor deze
vernietiging. De artikelen 43,45 en 47 FW sommen diverse rechtshandelingen op
waarbij het voor de curator eenvoudig is gemaakt om de desbetreffende
overeenkomsten te vernietigen. Als namelijk een van deze overeenkomsten is verricht
binnen een jaar voor het faillissement, dan kan de curator de overeenkomst vernietigen.
10.4.3 Separatisten en boedelcrediteuren
Separatisten (Art. 57 FW) -> Crediteuren die hun recht uitoefenen alsof het
faillissement niet bestaat. Hun rechtspositie wordt eigenlijk niet beïnvloedt door het
faillissement. Dat zijn vaker crediteuren die kunnen beroepen op pandrecht en
hypotheekrecht.
Parate executie -> Een pand met een hypothecaire lening mag door de
hypotheekverstrekker zonder rechtelijk vonnis verkopen.
Boedelcrediteuren -> Leveranciers die op verzoek van de curator nog orders uitvoeren
(bijvoorbeeld om een doorstart niet te blokkeren) krijgen bij voorrang betaald. De
schulden die hieraan gekoppeld zijn, worden boedelschulden genoemd.
Boedelschulden -> Schulden ontstaan vanaf en door het faillissement. Binnen de
rangorde van betalingen moeten zij het eerste worden betaald. Voorbeelden zijn
huurprijs (Art. 39 FW), loon- en premieschulden (Art. 40 FW) en salaris van de curator
(Art. 16 en 71 FW).
10.4.4 Faillissementsprocedure
Een faillissement bestaat theoretisch uit 2 fasen:
1. Conservatoire fase
De curator beheert de boedel en dat betekent, dat hij de inkomsten en schulden en de
omvang van de waarde van het vermogen inventariseert. Als blijkt dat deze waarde en
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Fellip19. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.