Casusbespreking depressie
1. Kenmerken en classificatie
• DSM-5 criteria major depressive disorder (MDD)
Depressieve stoornis: aanwezigheid van 5 van onderstaande symptomen, waarvan minimaal 1
kernsymptoom, gedurende minstens 2 aaneengesloten weken
Kernsymptomen
• Sombere stemming gedurende het grootste deel van de dag
• Duidelijke vermindering van interesse of plezier in (vrijwel) alle activiteiten, bijna dagelijks en
gedurende het grootste deel van de dag
Overige symptomen
• Duidelijke gewichtsvermindering of -toename
• Slapeloosheid of overmatig slapen
• Psychomotorische agitatie of remming
• Moeheid of energieverlies
• Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens
• Verminderd vermogen tot nadenken, concentratieverlies of besluiteloosheid
• Terugkerende gedachten aan de dood, terugkerende suïcidegedachten, een suïcidepoging of een
specifiek plan om suïcide te plegen
• Meting ernst verschijnselen depressie en effectiviteit behandeling: Hamilton Depression
Rating Scale (HDRS), definitie respons en remissie.
HDRS: Hamilton Depression Rating Scale
• Een manier om het depressieniveau van een patiënt vóór, tijdens en na de behandeling te
bepalen
o De onderwerpen van de vragen hebben onder andere betrekking op depressieve
stemming, schuldgevoelens, retardatie, ziekte-inzichtverlies, suïcide en
interesseverlies.
• HDRS is een vragenlijst van 17 vragen over symptomen en ervaringen van depressie in de
afgelopen weken
o Zoals depressieve stemmingen, zelfmoordneigingen, slaapproblemen, angst,
lichamelijke klachten, gewichtsverlies etc.
o De meerkeuze opties zijn bepaalde punten waard en deze opgeteld zorgt voor een
score
§ 0-7 Normaal
§ 8-13 Milde depressie
§ 14-18 Matige depressie
§ 19-22 Ernstige depressie
§ >23 Zeer ernstige depressie
Respons ® als er een reactie is op het antidepressivum, waardoor de HDRS kleiner wordt
Remissie ® als de patiënt drie weken lang verlost is van symptomen.
o Dit betekent nog geen genezing, want dan moeten de symptomen vier maanden weg
zijn.
,2. Etiologie en pathogenese
• Verklaringsmodellen: monoamine hypothese, stresshypothese, neuroplasticiteit,
immunologische afwijkingen
Monoamine deficiëntie ® te weinig SER, NE en DA
• Serotonine ® werkt op obsessies en dwang
o Kan misschien NE en DA reguleren
o Tryptofaan is nodig om serotonine te maken, bij minder tryptofaan is er minder
serotonine en kan er makkelijker depressie ontstaan
• Noradrenaline ® werkt op anxiety en attention
• Dopamine ® werkt op attention, motivatie en geluk
Depressie ontstaat door een tekort aan serotonine als gevolg van een te tekort aan tryptofaan
waaruit serotonine gemaakt wordt. Als gevolg van de lage serotonine concentratie kan er ook een
tekort ontstaan in noradrenaline en dopamine met als gevolg depressieve gevoelens. Ook kan een
tekort van noradrenaline de oorzaak zijn van depressie, doordat er te weinig tyrosine aanwezig is
waaruit noradrenaline gemaakt wordt.
, Serotonine pathway
• Serotonine wordt gemaakt uit tryptofaan door tryptofaan hyrdoxylase
• Serotonine wordt opgeslagen in vesicles in het presynaptische neuron en vrijgelaten in de
synapsspleet, heeft effect op zowel de pre- als de postsynaptische neuronen
• 5-HTA1A- en 5-HTA1B-receptoren nemen serotonine terug op uit de synpasspleet
• MAO-A kataboliseert serotonine en bepaald indirect de inhoud van de vesicles
• P11 versterkt de werking van 5HT1B
• Serotonine bindt aan een Pi-coupled receptor met daaraan een G-eiwit en PLC
• Binding aan de receptor activeert PLC die vervolgens IP3 en DAG maakt en deze activeren
PKC
• PKC heeft een effect op CREB in de nucleus
Noradrenaline pathway
• Noradrenaline wordt gemaakt uit tyrosine door tyrosine hyrdoxylase
• Noradrenaline wordt opgeslagen in vesicles in het presynaptische neuron en vrijgelaten in de
synapsspleet, heeft effect op zowel de pre- als de postsynaptische neuronen
• De α2-noradrenergic nemen noradrenaline terug op uit de synpasspleet
• MAO-A kataboliseert serotonine en bepaald indirect de inhoud van de vesicles
• Noradrenaline bindt aan een cAMP-coupled receptor met daaraan een G-eiwit en AC
• Binding aan de receptor activeert AC die vervolgens cAMP maakt en deze activeert PKA
• PKA heeft een effect op CREB in de nucleus
Stress ® zorgt voor depressie
• Tijdens de depressie wordt de hypocampus kleiner, er is een verlies van neuronverbindingen
• Neurogenese ® aanmaak van nieuwe neuronen, verbeterd de symptomen van depressie