Een samenvatting van de reader over mediatheorie/medialandschap. Met uitleg over de ontwikkelingen in de mediarevolutie en samenvattingen van de volgende artikelen: Digitale Media en cognitieve structuur / Wat doet de digitale revolutie met ons? (Jos de Mul). Toekomst voor de journalistiek (Prof. D...
De vier ontwikkelingen van de Mediarevolutie (Johan Snel)
Concentratie
De ontwikkeling waarbij steeds meer media onderdeel zijn geworden van grotere bedrijven.
Zij opereren voor een deel boven de wet, mede omdat de concentraties van dien aard zijn,
dat er nauwelijks nog sprake is van marktwerking en concurrentie. In Nederland is dit
voornamelijk te zien in de tijdschriftenbranche. Dagbladen en tijdschriften zijn bijna allemaal
in de handen van een paar grote uitgevers. Die vormen op hun beurt weer een kleine
afdeling van grote concerns. In al deze gevallen is journalistiek dus slechts een marginaal
onderdeel van de bedrijfsvoering, dat alleen bestaansrecht heeft als er aanzienlijke winsten
kunnen worden afgeschreven.
Commercialisering
Pas na de Koude Oorlog konden media, ook in West-Europa, worden opgevat als ‘markt’ en
namen commerciële bedrijven het over van de staatsomroepen en kleine uitgevers die het
grootste deel van de twintigste eeuw het beeld hadden bepaald. Pas sinds de jaren negentig
werken journalisten in Europa voor de grote concerns die deze nieuwe ‘markt’ veroverden,
en dus niet meer voor de socialistische of katholieke uitgevers die daarvoor vaak de
dagblad-en tijdschriftenwereld hadden beheerst. Ook publieke omroepen verloren sinds
1990 in veel landen een meerderheid van de kijkers en luisteraars aan commerciële
zenders. Journalistiek is in korte tijd in handen geraakt van heel andere eigenaars met ook
heel andere motieven (beurzen, aandelen, winstmaximalisatie e.d.).
Convergentie
Convergentie slaat op het hele proces waarin verschillende media bij elkaar komen dankzij
digitale technieken. Zo is bij praktisch alle media internet er als vanzelfsprekend bij gekomen
en op zijn beurt werd internet een drager van al die verschillende vormen, van tekst en beeld
en geluid en video. Journalisten werken minder voor één type media en vaker in een
multimediale omgeving. De digitale revolutie, ook pas ingezet in de jaren negentig, vormt de
meest zichtbare vorm waarin de bredere mediarevolutie zich voltrekt.
Commodificatie
Commodificatie staat voor de tendens om alles –in dit geval dus nieuws en journalistiek –op
te vatten als producten voor een publiek van consumenten. De voornaamste waarde wordt
dan de verkoopbaarheid ervan, en commerciële meters als kijk-en luistercijfers, hits en
andere scores worden bepalend voor de waarde van wat journalisten doen.Kijkcijfers en
andere indicatoren van de commodificatie drijven de ‘machtswellustige twintigste-eeuwse
rendementsdenkers’ tot een rusteloze omroeppolitiek waarbij alles, zeker ook de
journalistiek, telkens op de schop gaat op zoek naar hogere scores. Het is wat Rob Wijnberg
in De Nieuwsfabriek de ‘aandachtseconomie’ noemt: niet de inhoud of betekenis van het
nieuws doet ertoe, maar enkel of iets scoort. Nieuws is niet langer nieuws omdat het nieuws
is, maar omdat het aandacht weet te trekken.
, Digitale Media en cognitieve structuur / Wat doet de digitale revolutie met ons? (Jos
de Mul)
Sinds de door Kant aan het eind van de achttiende eeuw bewerkstelligde copernicaanse
revolutie in de wijsbegeerte zijn de meeste filosofen het er over eens dat onze ervaring van
de werkelijkheid geen passief ondergaan van indrukken is, maar dat onze geest deze
ervaring mede constitueert en structureert.
In de loop van de negentiende eeuw werd door uiteenlopende denkers betoogd dat onze
cognitieve structuur historisch en cultureel variabel is. In de twintigste eeuw kwam daar het
inzicht bij dat de cognitieve structuur in belangrijke mate wordt bepaald door het medium
waarin het denken plaatsvindt. Onder invloed van de zogenaamde 'linguistic turn' –die zich,
langs verschillende wegen, zowel in de angelsaksische en continentale wijsbegeerte voltrok
–werd daarbij vooral de aandacht gericht op de vormende rol van de verbale taal.
De opkomst van de nieuwe media telefoon, radio en televisie, die de dominante plaats van
het schrift ondermijnden en de geboorte inluidden van de multimediale cultuur, richtte de
aandacht vervolgens op de rol van non-verbale media. McLuhans slogan 'the medium is the
message' bracht op provocerende wijze tot uitdrukking dat het medium waarin de
boodschap wordt gegoten mede bepalend is voor de inhoud ervan.
Ong argumenteert dat de overgang van oraliteit naar geletterdheid een fundamentele
transformatie met zich meebrengt van zowel de cognitieve structuur van de mens als van
diens wereldbeeld. Dat wordt duidelijk wanneer we enkele fundamentele kenmerken van de
orale cultuur contrasteren met die van de schriftcultuur.Het gesproken woord is om te
beginnen bijzonder vluchtig, het bestaat alleen op het moment dat het wordt uitgesproken:
"Without writing, words as such have no conceivable meaning, even when the objects they
represent are visual. They are sounds. You might 'call' them back –'recall' them. But there is
nowhere to 'look' for them. They have no focus and no trace (a visual metaphor, showing
dependency on writing), not even a trajectory. They are occurences, events".Dat heeft tot
gevolg dat geheugentechnieken centraal staan in de cognitieve structuur van de orale mens.
Om vitale kennis te laten overleven in zo’n cultuur is de orale cultuur vooral narratief
georganiseerd. Het is verder nauw verbonden met de leefwereld, sociaal van aard en het
nodigt uit tot participatie. Doordat de verhalen niet worden vastgelegd is er sprake van veel
transformatie. Zo ontstonden alle verschillende varianten op bijvoorbeeld sprookjes.
In een schriftcultuur is de geheugenfunctie minder belangrijk, in plaats daarvan wordt
selectie en analyse van de beschikbare kennis tot de kern van de cognitieve structuur. De
hoeveelheid kennis neemt toe, en bijvoorbeeld de woordenschat wordt ook een stuk groter.
Deze veranderingen gingen geleidelijk. De overgang van een orale cultuur naar een
schriftcultuur werd pas echt duidelijk na de introductie van de boekdrukkunst.
Sinds de Tweede Wereldoorlog is de multimediale cultuur dominant geworden in de
Westerse samenleving. Ong verdedigt de these dat we hier te maken hebben met een
secundaire oraliteit. Dankzij radio, televisie en film is het gesproken woord opnieuw een
belangrijke medium van kennisoverdracht geworden: "This new orality has striking
resemblances to the old in its participatory mystique, its fostering of a communal sense, its
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lonneketijhof. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,09. Je zit daarna nergens aan vast.