SAMENVATTING
LNAH
Semester 2 --> Periode 3
Iris van de Wijngaart
|
,Inhoudsopgave
1. De student laat zien hoe hij de kennis over etiologie, symptomatologie, herstel en prognose van afasie
dysartrie dysfagie communicatieproblemen t.g.v. dementie neurologische communicatiestoornissen
degeneratieve neurogene aandoeningen (MS, Parkinson, ALS…) (in het vervolg: ‘logopedische stoornissen bij
NAH’) toepast in aangeboden casuïstiek, indien aanwezig volgens de geldende richtlijnen.............................2
2. De student doorloopt de verschillende fasen van het Methodisch Logopedisch Handelen (logopedisch
onderzoek, analyse/formuleren diagnose, globaal en specifiek behandelplan, evaluatie/afsluiting) bij
casuïstiek betreffende logopedie bij NAH, indien aanwezig volgens de geldende richtlijnen. ........................23
3. De student gebruikt zijn kennis van andere aandoeningen, bijv. neuropsycholische functiestoornissen
adequaat bij het MLH van cliënten met NAH................................................................................................31
4. De student werkt binnen de verschillende schakels van ketenzorg inter- en intraprofessioneel samen om
effectieve afstemming en besluitvorming rond de cliënt met NAH te realiseren. ..........................................33
1
, 1. De student laat zien hoe hij de kennis over etiologie, symptomatologie, herstel
en prognose van afasie dysartrie dysfagie communicatieproblemen t.g.v.
dementie neurologische communicatiestoornissen degeneratieve neurogene
aandoeningen (MS, Parkinson, ALS…) (in het vervolg: ‘logopedische
stoornissen bij NAH’) toepast in aangeboden casuïstiek, indien aanwezig
volgens de geldende richtlijnen.
Kun je gebruiken om zelf mee te leren!!
Stoornis Etiologie
Symptomatologie Herstel
Prognose
Stoornis
Etiologie
Symptomatologie
Herstel
Prognose
Onderzoek
Behandeling
2
, Afasie
Stoornis
Een verworven taalstoornis, veroorzaakt door focaal hersenletsel dat ontstaat nadat
de taal verworven is.
- Semantisch systeem, grammaticale encodering, fonologische verwerking
Etiologie
- CVA
- Beroerte
- Trauma
- Tumor
- Ontsteking
Symptomatologie
Afasie uit zich zowel in het productieve als in het receptieve taalgebruik. Het komt op
verschillende linguïstische niveaus voor: Fonologie, lexicon en grammatica.
Afasiesyndromen
Amnestische afasie Afasie van Wernicke
- Woordvindingsproblemen - Taalbegrip
- Taalproductie: vloeiend, pauzes en - Taalproductie: vloeiend, fonematische
omschrijvingen parafrasieën, neologismen
- Taalbegrip: relatief goed, grammaticaal - Taalbegrip: gestoord, zowel op woord als op
complexere zinnen zijn lastig zinsniveau Globale afasie
Afasie van Broca - Niet of nauwelijk
- Telegramstijl spreken, moeite
- Taalproductie: niet vloeiend, beperkt tot inhoudswoorden, functiewoorden en met begrijpen en
grammaticale morfemen worden weggelaten gesproken taal
- Taalbegrip: relatief goed, problemen met grammaticale complexere zinnen - Amper uitingen
(jargon, echolalie,
steoptype
Behandeling uitingen)
1. Stoornisgericht of functioneel
2. Eerst stoornisgericht daarna functioneel
3. Stoornisgericht en functioneel
Stoornisgericht
- Stimulatiebenadering
- Cognitieve, neuropsychogische, neurolinguistische benadering
- Linguïstisch georiënteerde benadering
- Oefening (fonologische que, semantische que)
Functionele benadering
- Psychosociale benadering
- Omgevings- systeembenadering
- Pragmatische georiënteerde therapie (praktische handelingen)
- Partnertraining
Dysartrie
3
,Stoornis
Spraakstoornis die veroorzaakt wordt door beschadiging van zenuwstelsel. De
spieren voor de mondmotoriek werken onvoldoende.
- Realiseren van de spraakbeweging
Classificatie dysartrie
Therapiedoel
bereiken van optimale manier van communiceren tussen patiënt en zijn omgeving.
Reversibel: herstel mogelijk
Stationair: aanpassing leren
Progressief: vertragen
Algemene
therapieprincipes
Behandeltechnieken Vroegtijdige behandeling
Ziekte inzicht v.d. patiënt/
- Revalidatietechnieken omgeving
o Herstellen van Uitleg aan de patiënt/ afwijkende fysiologie
o Resultaat omgeving merkbaar na langere tijd
Factor onderkennen die
oefenen
spraak meest verstoort
- Compensatietechnieken Componenten
o Compenseren spreekgedrag werken van of aanpassen aan de
afwijkende samen fysiologie
o Resultaat direct Therapie inpassen in ADL merkbaar bij consequentie
toepassing (frequent + functioneel
oefenen)
Compensatietechnieken: Gebruik spraak/
Spreektempo communicatiemiddel
Resonans
Intonatie/ prosodie
Luidheid
Ademhalingsoefeningen
Ondersteunende communicatie/ alternatieve communicatie
4
, Spraakapraxie
Ook wel apraxie van de spraak
In literatuur wordt ook gesproken over verbale apraxie
Komt geïsoleerd zelden voor, wel vaak combinatie met een afasie
Is een stoornis bij de articulatorische programmering en planning van de spraak
- Buccofaciale apraxie (onvermogen om iets op verzoek te doen, bijv. bewust eten of
drinken)
Diagnostiek spraakapraxie
DIAS diagnostisch instrument apraxie van de spraak
Diagnose spraakapraxie
Diagnose buccofaciale apraxie
Bepaling van de ernst mag elke 3 maanden herhaald worden
Therapie
Therapiedoelstelling algemeen: Het maximaliseren van de effectiviteit, de efficiëntie
en de natuurlijkheid van de communicatie.
o Met behulp van TIAS (therapeutisch instrument apraxie spraak)
o TIAS bevat oefeningen die aansluiten op oriëntatie-, oefen-, automatiserings- en
transferfase in de logopedische behandeling van spraakapraxie.
o TIAS app: maakt het voor cliënten gemakkelijker om zelfstandig te oefenen
Verschillende therapiemogelijkheden
Motorische leren (door te doen)
Integrale stimulatie (Ques geven, imitatie, zowel visuele als auditief voorbeeld)
Articulatorische- kinetische behandeling (klankbeelden, visueel, sleutelwoorden)
Prompts for restucturing oral muscular targets (fysiek druk toepassen)
Prosodische behandeling (ritme, tempo, intonatiegebruik, gebruik van ritme
metronoom of ritmebord)
Melodic intonation therapy (zinnen met patiënt op ritme, tempo, intonatiegebruik)
Speech- music therapie for aphasie (MIT, samen met muziektherapeut)
Kenmerken NDO-V:
1. Trisyllabische diadochokinesereeks opvallend slechter dan monosyllabische reeksen
2. Hoorbaar en visueel zoekend mond en/of spreekgedrag
3. initiatieproblemen
5