In deze samenvatting, heb ik de hoofdstukken 1 tot en met 8 beschreven van het boek jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid, ook is er een onderdeel samengevat (moresprudentie) wat ook getoetst werd bij mij.
Organisatiekunde en beleid
Jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid
Hoofdstuk 1. Jeugdbeleid in Nederland
Het beleid is een plan van een bestuur waarin doel en de manier waarop het doel bereikt kan
worden zijn omschreven. Beleid bestaat uit een welbewust, doordacht en uitvoerbaar plan of visie
om zo een doel te bereiken of een maatschappelijke kwestie op te lossen.
Binnen het jeugd- en gezinsbeleid kunnen we de volgende beleden onderscheiden:
Curatief beleid: het beperken van negatieve gevolgen van een situatie door achteraf maatregelen te
treffen.
Preventief beleid: Het voorkomen van een ongewenste situatie door voortijdig maatregelen te
treffen.
Repressief beleid: het onderdrukken en bedwingen van een ongewenste (acute) situatie.
Bijvoorbeeld het toepassen van dwangmaatregelen.
De overheid vormt het hoogst bevoegde gezag op een bepaald gebied en bestaat uit bestuurder,
bestuursorganen en het ambtelijke apparaat.
Belangrijke kerntaken van de overheid:
1. Zorgen voor openbare orde en veiligheid
2. Zorgen voor sociaaleconomische zaken zoals werkgelegenheid, sociale zekerheid en
arbeidsomstandigheden.
3. Zorgen voor sociaal-culturele zaken zoals welzijn, onderwijs, volksgezondheid en kunst.
Binnen het bestuur kan er gesproken worden van getemde problemen en ongetemde problemen.
Getemde problemen: eenvoudige kwesties waarvan deskundigen inzicht hebben tussen oorzaak n
gevolg en hoe ze dit doormiddel van beleid zijn op te lossen.
Ongetemde problemen: Inzichten en kennis loopt uiteen, mensen hebben verschillende meningen
over de meest wenselijke kwestie. (Deskundigen weten niet welke maatregel helpt).
Tijdlijn:
1901: Afschaffing kinderarbeid en invoering Leerplichtwet, kinderwetten in werking
1915: Er is een commissie ingesteld om de ontwikkeling van jeugdige personen bij te houden.
1948: De regering gaf opdracht om een onderzoek in te stellen naar het ontstaan en de beïnvloeding van de mentaliteit van
de massajeugd. (Overheid moest zich intensiever gaan bemoeien met ouders en jeugdigen)
1952: Ministerie van maatschappelijk werk werd opgericht. (Overheid houdt zich buiten school met het opgroeiproces van
jeugdigen)
1965-1982: In het jeugdbeleid werden begrippen centraal gesteld zoals emancipatie of participatie en in deze jaren werd de
Nederlandse verzorgingsstaat gevormd.
1982: Nieuwe ministerie van welzijn, volksgezondheid en cultuur kwamen met een nieuwe visie en missie. Van
verzorgingsstaat tot zorgzame samenleving.
1989: Wet op de jeugdhulpverlening kwam van kracht.
1993: Kabinet Lubbers zette in op de ‘risicojeugd’
2005: De wet op de jeugdzorg trad in.
2006: het idee ontstond om in alle gemeenten een centrum voor jeugd en gezin te vestigen.
, Vanaf 2015: gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor alle jeugdzorgtaken.
Hoofdstuk 2. Jeugdbeleid binnen bestuurlijke organisaties
De bestuurlijke hoofdstructuur van Nederland bestaat formeel uit drie territoriale bestuurslagen:
Nationale overheid (het Rijk)
De Provincies
De Gemeenten
Belangrijk kenmerk van de bestuurlijke inrichting; is dat de Nederlandse overheid een
gedecentraliseerd eenheidsstaat is. Dat wil zeggen dat Nederland een centraal geregeerd land is,
maar dat een groot aantal taken en bevoegdheden van die centrale overheid overgeheveld is naar
lagere bestuurslagen; de provincies en de gemeenten.
Eerste bestuurslaag, de nationale overheid: heeft de algehele verantwoordelijkheid voor onder
andere het jeugdbeleid. Zorgt voor de wet- en regelgeving. Volgt alle zaken en is verantwoordelijk
voor zaken die de provincies en gemeenten niet of moeilijk kunnen vervullen. (Ministerie van VWS is
het belangrijkste departement)
Tweede bestuurslaag, de provincies: voor 2015 hadden de provincies een belangrijke taak, maar
sinds 2015 is de provinciale functie vervallen en is jeugdhulp primair in handen komen te liggen van
de gemeenten.
Derde bestuurslaag, de gemeenten: houden zich voornamelijk bezig met het vaststellen en
aansturen van het lokale jeugdbeleid, het financieren van lokale instellingen en organisatie die op
uiteenlopende terreinen werken voor gezinnen en jongeren en het stimuleren van de samenwerking
tussen jeugdzorgorganisaties.
Medebewind: In alle Nederlandse gemeenten moeten landelijk vastgestelde regels en wetten op
dezelfde manier worden toegepast. (Wettelijke voorschriften mogen niet overtreden worden)
Autonomie: toch hebben gemeenten een zekere mate van autonomie, want een gemeentebestuur is
bevoegd en maf bepaalde zaken naar eigen inzicht reguleren en/of regelen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jemmaheather25. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,29. Je zit daarna nergens aan vast.