Snap jij die ouders?
Hoofdstuk 1: de tijdloze en kwetsbare relatie van een ouder met zijn kind.
1.2 Over de geboorte van een kind en de geboorte van ouderschap
Aan het begin van een nieuw leven worden de gevaren en de kwetsbaarheid in het verdere verloop ervan vaak sterk
ervaren. Ouders voelen en beseffen dar ze daar verantwoordelijk voor zijn.
Ouderschap is onsterfelijk, tijdloos dus en de onvoorwaardelijke opdracht die de ouder zichzelf daarbij geeft luidt:
‘Ik zal alles doen wat nodig is om goed voor jou te zijn.’
Met het ontstaan van de ouder-kindrelatie ontstaat er een loyaliteitsband tussen ouder en kind.
1.3 De geboorte van de onvoorwaardelijkheid
Ouders ervaren dat het bestaan van het kind en het eigen bestaan nooit meer los van elkaar staan. Dat maakt
ouderschap tot een vorm van bestaan, een existentie. Een manier van ‘zijn’ die tijdloos is.
Tijdloosheid van het vader- of moeder- zijn betekent dat het niet is te koppelen aan een bepaalde levensfase en niet
aan bepaalde levensgebeurtenissen. Ben je eenmaal ouder van een kind dan zal je dit ook levenslang blijven. Dat
geldt ook voor een ouder die bewust kiest om het contact met zijn kind te verbreken.
1.4 Ouderschap, een nieuwe identiteit
Het krijgen van een kind is niet alleen een biologische, maar ook een bijzonder emotionele gebeurtenis met een
grote psychologische betekenis.
Hoe een bepaalde ouder zijn ouder-zijn beleeft, welke invloed het heeft op zijn persoon is en blijft subjectief.
Door een kind als ouders te omarmen, verandert het zelfbeeld van de volwassene. De eerder bestaande persoonlijke
behoeften, ideeën, wensen en verlangens verdwijnen niet. Ze zijn er nog steeds maar het ‘nieuwe´ beïnvloedt het
denken, voelen en doen van iemands persoonlijkheid zodanig dat je kunt spreken van een nieuwe identiteit als
ouder. Niet alleen je eigen beeld verandert maar ook het beeld dat andere mensen van je hebben.
Diverse relaties veranderen als een kind wordt geboren, je ouders zijn opeens opa en oma, jij bent een moeder, je
partner wordt vader, etc.
1.5 ouderschap en het overdragen van de opvoeding van je kind
Niet iedere ouder die zich onvoorwaardelijk aan een kind verbindt is per definitie dezelfde als degene die het kind
verzorgt. Zo kun je denken aan bijvoorbeeld mensen die in de gevangenis zitten of die door gezondheidsredenen in
een kliniek of ziekenhuis zijn opgenomen. Door de omstandigheden kan deze persoon geen verzorger of opvoeder
zijn van z’n kind, maar is ondanks die situatie evengoed ouder.
Soms zijn er omstandigheden, van kortere of langere duur, waardoor iemand de opvoeding van zijn kind aan
anderen moet overlaten. De emotionele reactie van omstanders op zo’n besluit krijgt vaak de klank mee van
ongeloof en verontwaardiging.
Het besluit om de opvoeding van een kind aan een ander over te laten kunnen we ook zien als een afweging van de
ouder, een ander kan het kind meer bieden dan ik denk dat zelf te kunnen. De ouder staat voor een enorme taak om
te leren omgaan met de psychische pijn van zijn onomkeerbare besluit nooit meer als ouder zelf opvoeder te kunnen
zijn en met de onzekerheid hoe de gevolgen van dat besluit in het leven van zijn kind doorwerken.
, 2
1.6 over onzekerheid, tegenstrijdige gevoelens en kwetsbaarheid van ouders
Vanaf het eerste moment dat er bekend is dat je ouder gaat worden spelen vele prangende vragen, vragen die de
koppeling verraden tussen de ontwikkeling van de identiteit van het kind en de aanstaande ouder. Deze vragen
komen altijd voor. Dat komt niet alleen omdat ieder kind uniek is, maar ook omdat iedere aanstaande ouder een
unieke persoon is met eigen kwaliteiten en karaktereigenschappen. Het aanstaande ouderschap zijn ingrijpend voor
het leven van de volwassene en hoe deze wordt beïnvloed door de komst van hun kind.
Het krijgen van een kind raakt je gehele mens-zijn en bepaalt voortaan je manier van in het leven staan.
Een andere bron van spanning komt voort uit de tegenstelling tussen enerzijds de permanente ouderlijke zorg voor
het kind en anderzijds de levensdrang en de behoefte aan zelfstandigheid van het kind. Deze spanning blijft zelfs nog
enigszins voelbaar als het kind al volwassen en zelfstandig is.
Als ouder sta je vaak voor een dilemma, laat je de behoefte van je kind voortgaan of die van jezelf? Vaak als ouder
zijnde laat je de behoefte van je kind voor gaan, doe je dat niet dan zal je wel van andere kritiek erop krijgen.
Wanneer er iets niet goed gaat met het kind dan voelen ouders zich vaak schuldig. Schaubroeck (2010) merkte dat
ouders zich altijd schuldig voelen door een verpletterend gevoel van verantwoordelijkheid.
1.7 Eenmaal ouder altijd ouder, maar voor ieder kind anders
Met de ontwikkeling van het kind verandert het kind, de ouder-kindrelatie en ook de ouder zelf. Vanaf het moment
waarop de ouder een kind krijgt, zijn het nooit meer alleen de eigen persoonlijke ontwikkelingen die bepalend zijn
voor zijn keuzes en levensgeluk, maar ook van het kind. Ook als het kind volwassene is. Dat maakt ouderschap
tijdloos en ouders kwetsbaar.
Wat goed is voor het kind dringt zich altijd weer voor de vraag wat goed is voor de ouder zelf. Altijd, tijdens hele
verdere leven. Het besef dar elke keuze, elk besluit er voortaan ook een is omwille van het kind, maakt niet alleen
het leven van een kind kwetsbaar maar ook het eigen leven van de ouders en legt het fundament voor het gevaar
dat ze falen. Het is immers onmogelijk een leven lang altijd de juiste dingen te doen.