DESCRIPTIEVE EN NORMATIEVE KENNISGEBIEDEN
veel universitaire studies behoren tot de descriptieve kennisgebieden
studie rechten behoort tot de normatieve kennisgebieden
descriptief kennisgebieden = beschrijven de werkelijkheid in algemene regels
- niet hoe de werkelijkheid behoort te zijn
- empirisch van aard = toetsing door middel van waarneming
- tegenbewijs kan een natuurwet onderuithalen
normatief kennisgebieden = beschrijven algemene regels voor wenselijk gedrag
- hoe de werkelijkheid behoort te zijn (= prescriptieve kennisgebieden)
- bestaan vooral uit normen en waarden
- waarden = idealen en motieven die als belangrijk worden beschouwd
- normen = concrete richtlijnen voor het handelen naar waarden
VERSCHILLENDE GEDRAGSNORMEN
gedragsnormen = ongeschreven regels die omschrijven hoe gedrag hoort te zijn
houden zich vooral bezig met het nastreven van een ideale werkelijkheid
1. rechtsnormen
rechtsnormen = normen die vastgelegd zijn in wetten en regels van de staat
naleving van de regels is een plicht
controle door de overheid
2. godsdienstige normen
godsdienstige normen = normen die voortvloeien uit een geloofsovertuiging
iedere godsdienst heeft eigen normen en waarden
geen plicht maar wel mogelijkheid tot sancties vanuit het kerkgenootschap
3. morele normen
morele normen = normen die uit eigen geweten worden gehaald
het worden van een goed mens staat centraal
geen verplichte opvolging maar nastreving van eigen geweten (schuld)
binding komt mede door sancties van medemens
4. fatsoensnormen
fatsoensnormen = ongeschreven regels die gewenst gedrag omschrijven
niet afdwingbaar door het recht
uiterlijk gepast gedrag binnen een groep
het worden van een net mens staat centraal
RECHTSBRONNEN
rechtsregels = normen die zijn vastgelegd in rechtsbronnen
rechtsbronnen = bronnen waaruit geldend recht gehaald kan worden
1. wet (geschreven recht)
2. verdragen (geschreven recht)
3. gewoonterecht (ongeschreven recht)
4. jurisprudentie (ongeschreven recht)
, POSITIEF RECHT EN NATUURRECHT
er bestaat discussie over de compleetheid van het recht door rechtsbronnen
meerdere stromingen binnen de bovenstaande discussie
1. stroming van het rechtspositivisme
rechtspositivisme = stroming die beweert dat er maar één soort recht is
recht wat door de mens is gesteld zonder enige uitzonderingen
positief recht = geheel van geldende rechtsregels (= objectief recht)
subjectief recht = bevoegdheid die wordt ontleend aan regel van positief recht
2. stroming van het natuurrecht
staat tegenover het positief recht
natuurrecht = stroming die beweert dat het recht ook van nature geldt
verbonden met fundamentele normen en waarden
zodra het positieve recht ingaat tegen natuurlijke rechtvaardigheid dan
behoren deze wetten ongeldig te worden verklaart
NATIONAAL EN INTERNATIONAAL RECHT
soevereiniteit = landen bepalen in beginsel zelf welke wetgeving zij nodig achten
- omvat het toekomen van bevoegdheden aan bestuur en de rechterlijke macht
- soevereiniteit werkt zowel naar binnen als naar buiten toe:
- soevereine staten ondervinden geen macht van buitenaf zonder toestemming
- binnen landen heeft de overheid een exclusieve bevoegdheid
volkenrecht = internationaal recht dat verhoudingen tussen staten onderling en
tussen staten en volkenrechtelijke organisaties regelt
- bestaat uit verdragen, besluiten en gewoonterecht
- verdrag = schriftelijke en bindende regeling
1. dualistisch systeem (= transformatiesysteem)
dualisme = systeem dat vereist dat de regering eerst transformatiewetten
maakt om de internationale verdragen om te zetten in nationale wetgeving
nationale overheid houdt greep op haar eigen rechtsorde
2. monistisch systeem (= incorporatiesysteem)
monisme = systeem waarbij rechtsregels uit een verdrag deel uitmaken van
het nationale recht zonder dat daar omzetting tot nationaal recht voor nodig is
geen sprake van tussenkomst van de nationale overheid
nationale regel in strijd met regel of besluit van internationale herkomst
- internationale regel gaat boven de nationale regel
- voorwaarde: regel of besluit kan een ieder naar zijn inhoud verbinden
RECHTSGEBIEDEN
publiekrecht = recht dat over de inrichting van de overheid en aan de overheid
toegekende bevoegdheden gaat (verhoudingen tussen staat en burgers)
verticaal karakter
privaatrecht = recht dat gebaseerd is op een in beginsel gelijkwaardige
rechtsverhouding tussen natuurlijke personen (verhoudingen tussen personen)
horizontaal karakter
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esmee15. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.