Hoofdstuk 1
Een administratieve organisatie (AO) speelt zich af binnen organisaties. Een organisatie is
een samenwerkingsverband van mensen die met behulp van middelen (input) een bepaalde
prestatie leveren (output) om daarmee een doelstelling te bereiken.
- 2+ mensen die met elkaar samenwerken
- Doelstelling hebben, deze hoeft niet overeen te komen met de doelstellingen van de
mensen die er werken
- Input nodig, er zijn 4 soorten; geld (kapitaal), goederen, mensen (kapitaalintensief en
arbeidsintensief) en informatie
- Een output leveren
Er moet onderscheid gemaakt worden tussen de output en de doelstellingen. Zo kan er ook
een financiële doelstelling zijn die gaat over x aantal % winst maken.
Bij grote organisaties is er een hoofdboodschap waarbij de organisatie ‘technocratisch’ kan
worden aangestuurd…
Een bedrijf is een specifieke vorm van een organisatie, een organisatie waar het doel is het
behalen van winst.
Agencytheory = hierin worden twee partijen onderscheiden, de principaal (eigenaar) en de
agent (nieuwe leiding). Eigenaar kan benadeeld worden doordat de leiding over alle
informatie beschikt die de eigenaar niet meer heeft. Hierbij heeft de eigenaar 2 problemen:
1. Hidden action, hij weet niet of de leiding zijn best doet
2. Hidden information, weet niet of hij de waarheid vertelt aan de eigenaar
De punten 1 en 2 samen noemen we ook wel informatiesymetrie. De ene partij heeft een
informatievoorsprong en weet dus hoe het echt zit. Hierdoor is de behoefte aan controle
ontstaan.
organisatie doelstellingen
Input gaat de organisatie in en met de output worden de doelstellingen gerealiseerd. Echter
worden er in de praktijk gerealiseerde doelstellingen vergeleken met de gewenste
doelstellingen en worden hierna aanpassingen gedaan.
Pagina 1 van 23
,Uitleg schema:
Het begint met het formuleren van de strategie, ook wel strategische uitgangspunten
genoemd. Hierin komen we missie en visie tegen. Missie/visie staan voor wat de organisatie
wil bereiken en formuleren voor hoe. Missie is een beknopte verklaring met daarin;
1. De reden van bestaan,
2. Primaire doel waarop de activiteiten zijn gericht,
3. De kernwaarden die als richtlijn functioneren voor de werkzaamheden van de
werknemers,
4. De wijze waarop de organisatie verwacht de concurrentie aan te gaan
5. De wijze waarop de organisatie verwacht klanten waarde te bieden.
Missie wordt vertaald in een visie. In de visie moet duidelijk worden gemaakt welke richting
de organisatie op wil. Het moet ook iedereen in de organisatie helpen om te zien waarom en
hoe zij hun bijdrage aan de organisatie moet leveren. De visie is een verklaring van de
doelstelling van de organisatie op middellange tot lange termijn, extern en marktgericht, die
duidelijk moet maken in vaak kleurrijke of visionaire bewoordingen, hoe de organisatie door
de wereld wil worden gezien. De missie zal niet vaak veranderen en de visie periodiek
geactualiseerd.
Strategie van een organisatie kan wijzigen door vooral de buitenwereld, want deze is
complex en dynamisch. Daarnaast gaan de ontwikkelingen snel. Dingen die van invloed zijn
op de strategie vind je in het DESTEP-model.
D Demografisch hoe ontwikkelt de bevolking?
E Economisch Hoe ontwikkelt de economie?
S Sociaal Hoe ontwikkelt de maatschappij?
T Technologisch Zijn er belangrijke ontwikkelingen?
E Ecologisch Welke eisen stelt de zorg voor milieu en klimaat?
P Politiek Zijn er politieke maatregelen te verwachten
De volgende stap is de strategie vertalen naar doelen en plannen. Onder plannen vallen
concrete acties die moeten leiden tot realiseren van de strategie. Zowel de doelen als de
plannen moet SMART geformuleerd zijn; specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en
tijdgebonden.
Pagina 2 van 23
, Daarna is het vertalen van de plannen in geld. In het Budget wordt financieel weergegeven
wat het bedrijf en de afdelingen die daarbinnen functioneren het komende jaar moeten
bereiken, ook wel targets genoemd.
Met het plannen en het budget zijn we bij het tactische niveau, dat niet zelf strategie bepaalt
maar ook niet de eigenlijke organisatieactiviteiten verricht, of terwijl middle management. Het
is verantwoordelijk voor vertalen van de strategie naar uitvoering en het bewaken van de
doelstellingen, een onderdeel van control.
Daarna komt de uitvoering. Bij uitvoering hebben de planning verlaten en komen we bij de
control. Bij de uitvoering hebben we het over de dagelijkse activiteiten. Al hoewel er jaarlijkse
plannen en budgetten zijn lopen de dagelijkse activiteiten gewoon door. Al deze activiteiten
hebben gemeen dat mensen in de organisatie met behulp van input een output produceren.
Deze output moet leiden dat de doelstellingen worden behaald. Bij uitvoering is ook
informatie nodig, operationele informatie. Dit zijn gedetailleerde en concrete informatie die
mensen nodig hebben om hun werk te kunnen doen.
Voorbeelden:
Welke producten moeten er worden gemaakt? (hoofd productie), welke grondstoffen zijn
nodig? (productiemedewerker), waar vindt de les plaat (docent), welke mensen zijn er in
dienst met welk salaris? (salarisadministrateur).
Geaggregeerde informatie, ook wel samengevatte informatie, is de tactische en de
strategische informatie samengevoegd.
Zodra de uitvoering is gestart is er een grote plaats voor meten en registreren. Hiermee
bedoelt men dat er van alles wordt vastgelegd omtrent de uitvoering. Met deze metingen
ontstaat er informatie waarmee kan worden bijgestuurd aan de uitvoering, verantwoording
afleggen, beoordelen of budget en strategie zijn behaald, gegevensverwerkend proces.
Succes factoren zijn factoren die voor het succes van de organisatie van doorslaggevende
betekenis zijn (essentieel). Zonder die informatie kan de organisatie niet functioneren en
bestuurd worden. voorbeelden kunnen zijn: marktpositie, concurrentiepositie, motivatie
personeel, prijs, uitleveringssnelheid, minimalisering klantenpercentage, minimalisering
percentage nee verkopen & omzet/winst stabiel.
Control staat centraal in het schema. Via dit blokje vindt een confrontatie plaats van de
werkelijkheid met de plannen. Deze confrontatie kan leiden tot bijsturing. Bijsturen kan in drie
niveaus; operationeel (de uitvoering loopt niet lekker), tactisch (het budget wordt niet gehaald
of overschreden) en strategisch (strategische doelstellingen worden niet behaald.
Dit was het schema. Dit schema wordt ook wel cybernetisch principe genoemd. Hiermee
bedoelen we dat de werkelijkheid wordt afgezet tegen een vooraf geformuleerde norm op
grond waarvan bijsturing plaatsvindt. Een thermostaat is een goed voorbeeld. Hierbij komt de
IST-situatie en de SOLL-situatie ook kijken.
Pagina 3 van 23