Ethiek en digitale media – Marcel
Becker (2015)
Inleiding
Bepaalt de mens hoe hij omgaat met techniek (ethiek over digitale media) of bepaalt de
techniek het handelen van de mens (ethiek vanuit de digitale media)?
Instrumentalisme:
De mens zet naar eigen willekeur techniek in, gedachtegoed onstond in moderne tijd.
- Descartes: scheiding tussen rationele kern van de mens (cogito) en de fysieke
voorwerpen van de natuurlijke wereld. Met de ontwikkeling van technieken zet de
mens de materiële omgeving naar zijn hand.
- Het instrumentalisme zien we terug bij beleidsmakers die vertrouwen op de
invoering van nieuwe technieken om problemen op te lossen.
!!! Kritiek:
- Rationalistisch uitgangspunt is te simplistisch het innerlijk hoeft niet geheel
rationeel te werken, wellicht wordt het wel gestuurd door invloeden zonder dat de
mens dat bewust in de gaten heeft. De mens laat zich leiden door de buitenwereld
(maatschappelijke klasse, de wil tot macht). De mens is in dat geval niet
onafhankelijk van de techniek.
- Gebrekkige visie op de dynamiek van technische ontwikkelingen De techniek is
niet ondergeschikt aan de menselijke wil, de manier waarop uitvindingen worden
gebruikt en toegepast kan niet worden voorzien en gecontroleerd.
- Reboundeffect: techniek heeft precies tegenovergestelde uitwerking dan hoe het
bedoeld was.
Technologisch determinisme: techniek heeft een eigen macht en invloed waarmee ze
het menselijk leven bepaalt (determineert).
- Milde vorm: techniek beïnvloedt de mens, maar de mens heeft als ontwerper daar
iets over te zeggen.
- Extreme vorm: technische ontwikkelingen hebben een eigen dynamiek waar de
mens geen macht meer over heeft.
o Optimisme: techniek opende nieuwe wegen, die de mens gretig zouden
inslaan. Karl Marx Techniek als de motor van de maatschappelijke
ontwikkelingen
o Pessimisme: De techniek was zodanig dominant dat zij niet alleen het
maken van voorwerpen bepaalde, maar ook een manier van denken was
die overal binnendrong, gericht op overheersing, uniformiteit en
berekening. Martin Heidegger de leefwereld van de mens gedomineerd
door het technisch bestel (technisch tijdperk).
- Technologisch determinisme hedendaags zien we terug in voorspellingen over hoe
de wereld zich de komende jaren onder invloed van techniek gaat ontwikkelen.
!!! Kritiek:
- Er bestaat niet ‘de techniek’ met bepaalde vaste kenmerken als ‘rekenende
denken’ technieken onderling hebben grote verschillen.
- Technologische determinist erkent niet het verschil tussen de technologische en
ethische invalshoek: iemand die de technische zaken goed beheerst, is niet
degene die de ethische vraag goed kan beantwoorden.
- Optimistische determinist: ziet niet in dat overgave aan en afhankelijkheid van
technische toepassingen leidt tot verslapping van bepaalde vermogens.
toetsenbord leidt tot verminderde aandacht goed handschrift, maar ook:
technologie maakt keuzes voor mensen, waardoor mensen hun moreel besef
verzwakt. Door technologie denken mensen minder zelfstandig.
1
, - Toename moral disability: bijvoorbeeld poortjes op station waar je niet overheen
kunt springen en je dus een treinkaartje moet kopen verplicht. Versus zonder
poortjes op station, maakte jezelf morele keuze: ga ik zwartrijden.
- Grootste probleem onder zowel optimisten als pessimisten: verlammend effect op
ethische discussies. Terwijl een beschrijving van een ontwikkeling iets anders is
dan het oordeel over de juistheid ervan wat het technologisch determinisme doet:
‘’ontwikkelingen zijn onvermijdelijk, we moeten ze accepteren.’’
= ethische luiheid self-fulfilling prophecy
Techniekfilosofie: hoezeer zijn mens en techniek met elkaar verweven?
1. Mens en machine smelten samen: slimme omgevingen waarin sensoren meten
wat de mens doet en daarop reageren.
2. Cultuursector als sciencefictionfilms. terminator, cyborg, etc.
De technische mens en de menselijke techniek
De mens is een technisch wezen: exteriorisering en extensie
Volgens Stiegler worden menselijke ervaringen en gedachtegangen doorgezet naar het
vormgeven van ontwerpen om hen heen veruitwendigen/exterioriseren en Stiegeler
noemt dit: het tekort van de oorsprong. Het technische voorwerp is een vorm van
geheugen waarin de verworven kundigheden en ervaringen vastliggen.
Clark en Chalmers erkennen in hun extensietheorie dat de menselijke geest naar
buiten is gericht en direct interacteert met de technische voorwerpen. materiële zaken
buiten het lichaam maken deel uit van het cognitieve proces. Gedachten worden door de
materiële zaken ontwikkeld. Kennis bestaat niet louter in onze geest, het kernproces
sterkkt zich uit (extends) naar de voorwepren die we gebruiken.
VS Descartes die zegt dat we eerst in de binnenwereld ons bewustzijn creëren.
= verwevenheid van mens en techniek vanuit de kant van de mens.
Techniek is menselijk: het script van de techniek
Volgens Latour nodigen technische artefacten ons als mens uit of suggereren ze een
bepaalde handeling en dringen ze aan op het voorkómen van andere handelingen.
dingen dragen een script en vraagt om uitgevoerd te worden. Het script is
contextafhankelijk.
Rebound-effect: wat de maker in het product legt, hoeft niet door de gebruiker er ‘uit’
gehaald te worden. Technologische voorwerpen oefenen een aandrang uit, die in
wisselwerking met de mens vorm krijgt. Een ontwerper heeft morele
verantwoordelijkheid en kan mensen tot goede of minder goede handelingen aanzetten
welk script geeft de ontwerper het product mee?
Menselijke handelingen en menselijke intentionaliteit
Fenomenologie = de mens is spontaan gericht op zaken in zijn leefwereld en drukt deze
relatie uit met het begrip intentionaliteit. In de waarneming van het concrete ‘ding’ ligt al
besloten dat mensen dat ‘iets’ ook al bepalen hij geeft ze meteen betekenis.
Hermeneutiek: bestudeert de mens als interpreterend wezen.
Hermeneutiek en fenomenologie en techniekfilosofie: technische voorwerpen bepalen
sterk hoe de hedendaagse mens de dingen om hen heen ervaart en bepaalt. Technische
voorwerpen zijn door het wetenschappelijke denken tot stand gekomen, maar in het
dagelijkse leven bepalen ze hoe de mens de buitenwereld beleeft. De spontane ervaring
van de dingen om ons heen wordt sterk bepaald door techniek. (Ihde, achterhuis en
Verbeek). Hoe verschillend ook, steeds bepaalt de techniek sterk de beleving van de
wereld en daarmee de intentionaliteit en betekenisgeving.
Met de centrale plaats die fenomenologie en hermeneutiek toekennen aan het
begrip ‘betekenis’ openen ze diepgaande ethische vragen: technische vragen hebben
betrekking op onze manier van leven, onze levensstijl, samenlevingspatroon en
persoonlijke ontwikkeling etc. Betekenissen bieden een oriëntatiekader voor ons
handelen. De mens heeft iets voor ogen dat hij als belangrijk ervaart en dat erom vraagt
gerealiseerd te worden. Want de mens wil zijn tijd goed, zinvol besteden.
2
, Iedere handeling met technische voorwerpen zegt dus iets over de manier waarop de
wereld en onszelf vormgeven. ethische vragen: hoe laten we ze inwerken op ons
leven? De handelende mens doet niet alleen aan betekenisgeving, hij ontvang ook
betekenis. Het bovenindividuele karakter van betekenis maakt het mogelijk om over
ethische zaken te communiceren en mensen te overtuigen. Om een ander te overtuigen
moet iemand meer doen dan zijn mening te presenteren. Daarvoor is nodig dat hij op
betekenissen wijst waarvan zijn gesprekspartner de kracht inziet. Als deze een betekenis
anders interpreteert ontstaat daarover een gesprek. Hij moet wijzen op de kracht en
kwaliteit van de zaak waarop hij is gericht!
Kenmerken van digitale media
1. Informatisering: informatie- en communicatietechnieken. Informatie-uitwisseling is
overdracht van losstaande eenheden. Het duidt op overdracht van entiteiten die in
beperkte mate een eigen betekenis hebben. In de informatiesamenleving worden
zaken beschreven in termen van informatie:
a. Geld wordt uitgedrukt in termen van informatie.
b. Oorlogsvoering is in toenemende mate informatieoorlog
c. Informationele privacy ipv de ruimtelijke privacy zoals voorheen
d. In de economie zijn steeds meer goederen gerelateerd aan stromen van
(elektronische) informatie.
e. Ten slotte, de biologie beschrijft het leven zelf als een informatiesysteem.
Digitalisering van informatie heeft naast informatisering nog enkele algemene kenmerken
die de goederen en de uitwisselingsprocessen veranderen:
- Informatie los van bron en context. Digitale techniek maakt het meer dan ooit
mogelijk dat informatie een eigen leven leidt, los van de bron waarvan ze
afkomstig is
- IJzeren geheugen. Informatie is digitaal moeilijk weer offline te krijgen
- Oneindige reproductie. Een kopie in digitale media is zo goed als een prefecte
replica oneindige reproductie zonder dat de bron dit merkt.
- Vloeibaarheid: digitaal opgeslagen informatie is snel te veranderen.
- Convergentie: bij digitalisering zijn zeer uiteeenlopende vormen van informatie op
één drager samen te brengen (webpagina bevat foto’s, tekst, video’s etc.)
- Delokalisering: de fysieke plaats waar iemand zich bevindt is minder belangrijk
- Integratie van de schermwerkelijkheid: de mens is steeds minder vastgeklonken
aan inkadering. De kleine smartphone is altijd bij de hand. Google Glass die
verbindingen legt tussen de ‘echte’ en virtuele ruimte.
- Uniformiteit van activiteiten: veel activiteiten krijgen zelfde vorm door
informatisering: boodschappen doen, ruzie maken met je vriend, een tekst
schrijven gebeurt allemaal achter toetsenbord.
3