Lang spiekbriefje Inleiding in de Psychologie
Hoofdstuk 2 Biologie
Witte stof: axonen bij elkaar
Gliacellen: lijm cellen, verzorgen neuronen, kunnen zich delen
GABA: negatief, hyperpolariseerd, inhiberend
Glutamaat: positief, depolariseerd, actiepotentiaal!
Schakelcellen (tussen sensorisch en motorisch) zijn alleen te vinden in CZS en in de ogen
Linker hemisfeer: taal en rekenen
Rechter hemisfeer: patronen, inzicht, geen taal
Split: alles wat in de rechter hemisfeer wordt waargenomen, kan niet worden uitgesproken
Sensorisch= afferent van zintuigen naar hersenen
Motorisch= efferen van hersenen naar spieren
Avasie: Broca (frontale cortex) - taal verstoort (losse woordjes, wel begrip)
Wernicke (temporale cortex) - begrip verstoord (snel praten maar gaat nergens over)
Hoofdstuk 3 Psychologische ontwikkeling
Na 3 maanden al goed geheugen.
Assimilatie: waarnemingen opnemen in een schema
Accommodatie: nieuw schema aanmaken
Piaget:
Sensomotirisch (0-2 jaar)
- Object permanentie
- A-not-B: motorische skills zijn nog niet goed
ontwikkeld Preoperationeel (2-7 jaar)
- Gebruik taal - Theory of mind: iedereen ziet de wereld vanuit hun perspectief
- Geen conservatie - Egocentrisme
- Objecten classificeren a.d.h.v. een enkele
eigenschap Concreet operationeel (7-11 jaar)
- Conservatie - Regels kunnen verschillen per locatie
Metacognitie: denken over denken
Vygotsky: invloed sociale cultuur
Hoofdstuk 4 Sensorische processen
Transductie: neurale codering gebeurt in de zintuigen (stimulus naar neuraal vuren)
Zien
Licht gaat eerst door de hoornvlies, op weg naar de retina
Letrale inhibitie: Je kunt niet alles tegelijk scherp zien doordat ganglioncellen (doorgeefcellen) van
kegeltjes inhiberend werken (omliggende neuronen kunnen minder vuren) De axonen van de
gangioncellen vormen de optische zenuw
Horen
Timbre: complexiteit tonen Hoge tonen: plaats theorie
Toonhoogte: frequentie in HZ Lage tonen: frequentie theorie
Toonsterkte: amplitude in decibel
Receptoren gehoor in basilair membraan
PAG poort dicht: neuronen die endorfine afgeven →zenuwbaan wordt geinhibeerd → minder pijn
, lOMoARcPSD|383 406 3
Hoofdstuk 5 Perceptie
Inattentionele blindheid: whodunnit
Diepte zien kan niet a.d.h.v. retinal image, maar volgens een aantal ques:
- Binoculair: verschil tussen de 2 ogen
- Monoculair: relatieve hoogte m.b.v. lijnen etc.
Bottom-up: ruwe sensorische data
Top-down: context (verwachtingen en herinneringen)
Objectherkenning: grandmother cells in temporaal kwab
Hoofdstuk 6 Bewustzijn
Onbewust: waar we niet bij kunnen
Onderbewust: waar we, indien nodig, wel bij kunnen
Dissociatie: 2 dingen tegelijk kunnen doen (tv kijken en drinken), onder bewust
Monitoring: selectief stimuli opnemen
Dromen: in temporaal kwam beginnen neuronen willekeurig te vuren waarna de frontaal kwab hier
een verhaaltje bij verzint (interpretatie)
Drugs
Psychische afkickverschijnselen houden langer aan dan fysieke verschijnselen
Amfetamine werkt d.m.v. dopamine en norepinefine
Cocaïne: werkt d.m.v. dopamine (blokkeert de heropname)
Heroïne: werkt d.m.v. endorfine receptoren te immiteren (pijn verlichting, endorfine aanmaak
daalt en daardoor heb je steeds meer nodig)
Tolerantie is een klassiek geconditioneerd respons van het lichaam
Hoofdstuk 7 Leren
Non-associatief leren: habituatie (wennen)
Associatief: - klassiek →CR is anticipatie op US
- operant leren → Law of effect: shaping, goed gedrag belonen
Variabele ratio: niet weten wanneer je je beloning krijgt (=verslavend)
Exentriek motivatie: beloning komt van buiten jou (bijv. snoep of geld)
Intentriek motivatie: beloning komt uit jezelf (het is een beloning om te doen), kan verdwijnen
door exentrieke motivatie
Latent leren: leren zonder gedragsverandering
Long Term Potentiation: meer glutamaat → meer acAepotenAaal → sterkere synapsen →
sterkere verbindingen in de hersenen
Hoofdstuk 8 Geheugen
Eloboratie: verbindingen leggen tussen wat je leert en eerdere ervaringen (context+verhaaltjes)
Interferentie: als je je iets probeert te herinneren en er komen allemaal gerelateerde gedachtes bij
die het zoeken moeilijker maken, storing
Bartlett schema’s: herinneringen aanvullen met kennis uit schema’s (bijv. 2 auto’s knallen op elkaar
dus is er gebroken glas)
Korte termijn geheugen: fonologische loop → houdt 3 sec verbale info vast (bij lange woorden is de
fonologische loop sneller vol dus onthoudt je minder)
Hoofdstuk 9 Taal en gedachten
Impliciet geheugen: vaardigheden
Expliciet geheugen: episodisch (wat je in je leven hebt meegemaakt)
Schade Hippocampus: expliciet geheugen verpest, impliciet geheugen intact
Angst verdringt details in een herinnering
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper summaryking. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.