100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting 10voorBiologie Hoofdstuk 24 Milieubiologie €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting 10voorBiologie Hoofdstuk 24 Milieubiologie

1 beoordeling
 49 keer bekeken  2 keer verkocht

In deze samenvatting heb ik 'hoofdstuk 24: Milieubiologie van 10voorBiologie' zoveel mogelijk kennis in een zo compact mogelijke vorm samengevat. De samenvatting heeft mij een erg hoog cijfer opgeleverd, omdat alles erin staat!

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 24 mei 2021
  • 5
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5516)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: lunavinckhof • 3 jaar geleden

avatar-seller
merlijnzwart
Hoofdstuk 24 Milieubiologie

24.1. Landbouw en Veeteelt
-

24.1.1. Van Kleinschalige Naar Grootschalige Landbouw
Nederland is oorspronkelijk bedekt met veen en bos. In de middeleeuwen begon men dit het
bos te rooien en het veen werd afgeplagd. Er ontstonden weilanden. De boeren hielden
kleine hoeveelheden dieren en verbouwden weinig gewassen: kleinschalige landbouw. De
boeren hadden een zogeheten gemengd bedrijf. Deze kleinschaligheid leverde veel ruimte op
voor plant en dier. Doordat elke streek andere gewoontes had, ontstonden er verschillende
soorten planten en dieren: rassen.
De groei van de bevolking zorgde voor de overgang naar grootschalige landbouw;
boerenbedrijven voegden zich samen. Landrassen raakten uit beeld, omdat er werd
geselecteerd op de grootste opbrengst van een gewas of dier.

24.1.2. Moderne Landbouw
In een climaxecosysteem is sprake van een grote biodiversiteit in tegenstelling tot de
moderne landbouw. Hier mag alleen het gewenste gewas groeien, en wordt de rest geweerd.
Een groot gebied dat met een soort gewas is beplant, wordt een monocultuur genoemd.
Monoculturen zijn verarmde en kwetsbare biotopen. Economisch zijn ze gunstig maar voor
de omgeving niet. Als de grond te nat is wordt deze gedraineerd, wat betekent dat het
grondwaterpeil zakt. Dit zakt niet alleen voor de gewenste grond, maar ook voor de
omgeving.
De kans op een plaag of een ziekte is erg groot, omdat bacteriën en schimmels een groot
voedselaanbod hebben en omdat er geen natuurlijke vijanden aanwezig zijn.

24.1.3. Chemische bestrijdingsmiddelen
Pesticiden zijn giftige stoffen. Herbiciden zijn om onkruid te bestrijden; insecticiden om
insecten te bestrijden. Tegen schimmels worden fungiciden gebruikt.
Contactbestrijdingsmiddelen zijn pesticiden een organisme doden bij rechtstreeks contact.
Systeembestrijdingsmiddelen worden in een groeiende plant gespoten, of het zaadje wordt
omhuld door pesticiden. Bij sapstroom wordt dit verdeeld over de plant. Als er geen
sapstroom is (bv. omdat de plant niet groeit), wordt de pesticiden niet verdeeld en blijft het
geconcentreerd in de grond zitten. Nog een nadeel van deze middelen zijn dat het ook nuttige
insecten dood. Dit worden neonicotinoïden genoemd. Deze verzwakken de weerstand van
een insect.
De drie voornaamste nadelen van bestrijdingsmiddelen zijn:
1. Ze zijn meestal niet soortspecifiek, wat betekent dat er ook soorten worden gedood
die niet dood hoeven. Omdat meestal hierdoor ook natuurlijke vijanden van een
insect worden gedood, komt er een plaag van dit bepaalde insect als het middel is
uitgewerkt.
2. Soms zijn de middelen persistent, wat wil zeggen dat ze nauwelijks afbreekbaar
zijn. Dit heeft als gevolg dat dieren ze opslaan, en dat dit zich opstapelt als dieren
elkaar opeten (accumulatie).
3. Een plaaginsect kan resistent worden door mutatie. Hierdoor kan een soort
ongevoelig worden voor een bepaalde stof.

, 24.1.4. Biologische Bestrijdingsmethoden
De 5 voornaamste biologische bestrijdingsmethoden zijn:
1. Het inschakelen van een predator van de veroorzaker van de plaag.
2. Het weglokken van de mannetjes van de plaaginsecten met de lokstoffen van
vrouwtjes.
3. Het rond spuiten van hormoonpreparaten waardoor dieren op het verkeerde moment
vervellen.
4. Het gebruik van plantaardige producten, zogenaamde botanische insecticiden.
Sommige planten maken gifstoffen aan tegen bepaalde insecten.
5. Het toepassen van wisselteelt, waardoor doorgefokte kwaaltjes verdwijnen.

24.1.5. Geïntegreerde bestrijding
Soms wordt er gebruik gemaakt van een menging tussen biologische- en chemische
bestrijdingsmiddelen, geïntegreerde bestrijding.

24.2. Bemesting
Akkerbodems verarmen doordat er tijdens oogsten veel anorganische stoffen worden
onttrokken aan de landbouwgrond. Om dit terug te brengen wordt gebruik gemaakt van
bemesting. Stalmest bestaat vooral uit organische stoffen, terwijl kunstmest alleen maar uit
mineralen (anorganische stoffen) bestaat.

24.2.1. Intensieve veehouderij
De enorme import van organische stoffen van Nederland zorgt voor een mestoverschot. De
stikstofverbindingen hierin worden omgezet in ammoniak. Dit gas vormt me zwaveldioxide
ammoniumsulfaat. Wat terecht komt in de bodem, waar het wordt omgezet in nitraat.
Hierbij komen er zuren vrij, en dus verzuurt de grond.

24.2.2. Overbemesting
Bij overbemesting worden niet alle mineralen uit het water opgenomen, waardoor dit oplost
in water en later in sloten of op andere akkers terecht komt. Dit heet uitspoeling. Water
wordt hierbij verrijkt, eutrofiëring.
In dit verrijkte water groeien meer algen, waardoor er minder zonlicht op de bodem van
bijvoorbeeld een sloot terechtkomt. Het zuurstofgehalte daalt, waardoor er soms een
levenloze zwarte sloot overblijft.
Op de volgende manieren wordt dit tegen gaan:
1. Wanneer er geen planten op de akker staan, mag er geen mest uit worden gereden.
2. Boerenbedrijven krijgen een mestquotum: een maximale hoeveelheid mest die ze
over hun land mogen uitrijden. Ze kunnen overwegen om aan de naastliggende akker
te vragen of het daarop mag. Ook moet er worden boekgehouden over de hoeveelheid
geproduceerde mest.

24.3. Biologische Producten
Bij biologische productie is er sprake van extensieve veeteelt: weinig dieren met veel
leefruimte. Ook wordt er niet gebruik gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen, en door
de wisselteelt raakt de grond minder snel uitgeput. Bij groenbemesting maakt men
gebruik van de stikstofbindende bacteriën. De opgenomen stikstof wordt opgenomen in de
grond of in de plant zelf terecht.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merlijnzwart. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77254 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  2x  verkocht
  • (1)
  Kopen