Algemeen; triade van tekorten; sociale ontwikkeling, taal en gedrag.
Asperger; beperkingen in wederzijdse interacties en beperkte of herhaaldelijke activiteiten en
interesses. Op intellectueel en taalgebied is er geen vertraging. Goed geheugen voor feiten en
figuren.
Rett; beperkingen op sociaal en communicatief gebied en door herhaaldelijk gedrag. Niet aanwezig
bij geboorte, pas vanaf 5 tot 30 maanden. Vertraging van de groei van het hoofd. Kenmerkend zijn
het verlies van doelbewuste handbewegingen en de ontwikkeling van stereotype wrijvende
handbewegingen. Comorbide met laag IQ en epilepsie.
Desintegratieve stoornis; zelfde kenmerken als bij autisme maar voorafgaand aan normale
ontwikkeling van ten minste 2 jaar.
PDD-NOS; symptomen komen pas na 3 jaar naar voren of niet alle symptomen zijn aanwezig.
Prevalentie;
30-100 per 10.000, waarvan man 4 : 1 vrouw. Dit verschil is het hoogst bij de normale IQ’s.
75% IQ lagen dan 70, waarbij PIQ hoger dan VIQ.
Asperger; 2,5 per 10.000.
Rett’s syndroom; 1 per 10.000, waarvan alleen maar vrouwen.
Desintegratieve stoornis; 1 per 50.000.
PDD-NOS; het meest voorkomend, cijfer is onbekend.
Comorbiditeit;
Het blijkt dat er zeer veel neuropsychiatrische stoornissen frequent voorkomen met ASS. Het is
echter niet eenduidig doordat er enerzijds veel verschillende methodologie wordt gebruikt en
anderzijds er veel oplap is tussen de symptomen. Ook is er de discussie over wat nu precies
comorbiditeit mag worden genoemd.
Verstandelijke beperking; ernstige taal en spraakproblemen, zoals niet (functioneel) spreken
komen voor bij zowel verstandelijke beperking als ASS. Vrij grof algemeen wordt gezegd dat
50% van de mensen met ASS niet tot functioneel spreken komt.
Theorieën;
Psychogenetische theorieën;
o Wijzen naar de kwaliteit van opvoeding en patronen van familie-interacties als
primair oorzaak van autisme. Het autistisch terugtrekken is een reactie op koude,
niet-emotionele en inadequate opvoeding. Deze theorie wordt niet ondersteund.
Biologische theorieën;
o Kijken naar de invloed van genetische, omgevings-, neuroanatomische,
neurochemische en fysiologische factoren en perinatale complicaties.
Meerdere genen zijn betrokken
, Meer autisme bij pre en perinatale complicaties, bv laag geboortegewicht of
alcohol gebruik door de moeder.
Omvang van de hersenen groter, amygdala (emoties) en fusiform face area
(waarneming van gezichten) zijn minder actief.
Disregulatie in het serotonine systeem.
Epilepsie komt vaak voor
Cognitieve theorieën;
o Centrale coherentie theorie (breed); belangrijk tekort is het omgaan met informatie
input ze hebben niet de drang om iets betekenisvols te maken van globale
kenmerken van een situatie. Ze verwerken informatie afzonderlijk i.p.v. in een
context. Ze gebruiken bottom-up i.p.v. top-down benadering. Zien details i.p.v.
geheel.
o Executieve functie theorie (breed); belangrijk tekort bij informatie output
executieve disfunctie staat centraal. Problemen bij planningsgedrag, inhibitie, moeite
met problemen oplossen en cognitieve flexibiliteit. Niet bij elke autist aanwezig en
soms op andere gebieden. Daarnaast ook bij andere stoornissen.
Cognitive complexity and control theory (CCC); EF is verbonden met de TOM
omdat TOM en executieve vaardigheid hogere orde regels bevatten.
Executieve functies zijn nodig om goed te presteren op de TOM taken en
andersom ook. Deze theorie zou ook sommige aspecten van de Centrale
coherentie theorie kunnen verklaren.
o Theorie of mind (smal); moeite met het representeren van andermans gevoelens.
o Tekort in het verwerken van informatie (smal); encoderen, opeenvolging en
abstractie wat bijdraagt aan vertraagde taalontwikkeling.
o Joint attention (smal); tekort in de capaciteit om samen met iemand anders de
aandacht ergens op te richten en hierbij richten op het sociale aspect.
o Imiteren (praxis theorie)(smal); tekort om anderen na te doen, zorgt voor taal en
sociale tekorten.
o Informatie over gezichtsuitdrukkingen en emoties van andere anders verwerken.
o Autobiografisch geheugen (smal); hier problemen in door het onvermogen om het
belang van gebeurtenissen voor de persoon zelf te evalueren.
Er is nog geen volledig geïntegreerde theorie die zowel ieder kenmerk van autisme beschrijft en
verklaart. Autisme zou een goed voorbeeld kunnen zijn van zowel equifinaliteit (meer dan 1
ontwikkelingspad naar een gegeven uitkomst) en multifinaliteit (vroege ervaringen resulteren niet
noodzakelijk naar dezelfde uitkomst).
Behandeling;
Psychoeducatie;
Schoolplaatsing; normale of speciale school.
Family-based benadering; ouders worden betrokken in programma’s.
Gedragsbehandeling; het aanleren van taal, communicatie en zelfhulpvaardigheden.
Vaardighedentraining; leren om zichzelf te verzorgen en academische vaardigheden.
Communicatietraining; richt zich op de communicatie en niet op de spraak zelf.
, Omgaan met probleem/uitdagend gedrag; stimuli die probleemgedrag oproepen moeten
verwijderd worden. Of het aanleren van copingsstragieën.
Psychofarmacologische behandeling; niet op autisme zelf maar op comorbide symptomen.
o Respirodone agressie
o SSRI’s stereotype gedrag
o Psychostimulants - hyperactieve
o Anti-consulvants gedrag epilepsie en stabiliseren de stemming
korte termijn; sociale vaardigheid aanleren en gedragen die interfereren met leren verminderen.
Lange termijn; adaptieve vaardigheden ondersteunen, bv structuur.
MCDD; geen stoornis in de DSM-IV. Meestal gediagnosticeerd met PDD-NOS.
- Verstoorde regulatie van affectieve staten in de vorm van angsten.
- Beperking in sociaal gedrag in de vorm van onthechting, sociale desinteresse, terugtrekking
en agressie, komt overeen met PDD.
- Beperkte gedachte processen in de vorm van magisch denken, ongewone gedachten en
problemen met het scheiden van fantasie en werkelijkheid.
Verschil met PDD-NOS;
1. MCDD hadden grotere mate van angst, bv scheidingsangst. Ook lieten ze meer OCD zien.
2. MCDD hadden psychotische gedachte problemen zoals wanen etc.
3. MCDD lieten hogere aantallen van ODD en CD zien.
4. MCDD minder beperkt in sociaal contact dan PDD-NOS kinderen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper henk25. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.