Strafrechtelijk sanctierecht HC 1
Inleiding en uitgangspunten
Benaderingen strafrechtelijk sanctierecht
Theoretisch: waarom sanctioneren?
Effectiviteit van sanctioneren helpt het wel om een veroordeelde op te sluiten,
wordt hij hier beter van of juist niet? Moeten we wel eisen van sancties dat je er niet
slechter uitkomt dan dat je erin gaat? Welke doelen streven we na en behalen we die
doelen ook?
Rechtshistorisch: what works? om te kijken of sancties tegemoet komen aan de
doelen, heb je niet heel veel aan enkel de theoretische benadering. Je moet ook
kijken naar het arsenaal aan sancties van nu en welke sancties we hadden, waarom
zijn deze afgevallen en waarom zijn er nieuwe sancties geïntroduceerd? Helpen deze
nieuwe sancties ook bij het bereiken van de doelen?
Recente ontwikkelingen
Theoretische benadering: waarom straffen?
Vergelding (grondslag) vergelding vormt de grondslag van straf (wordt gezegd).
Dit hanteren we al heel lang: oog om oog, tand om tand. Klaasen: het strafrecht
kampt met een legitimiteitscrisis. Het morele uitgangspunt is eigenlijk dat je anderen
moet behandelen zoals je zelf ook behandeld wordt. Hoe kunnen we dit conflict
oplossen met het oog op het rechtvaardig opleggen van straffen? Klaasen laat zien
dat het principe van oog om oog, tand om tand ging om proportionaliteit. Het is
terecht dat de staat conflicten oplost tussen burgers, want privaatrechtelijke
vergelding kan leiden tot een bende, terwijl dit vroeger wel zo ging. Waarom is dan
vergelding nu specifiek zo’n belangrijke grondslag? Dit kan worden teruggeleid naar
wraakneming en dit is ingebakken in de mens. Hebben slachtoffers eigenlijk wel
behoefte aan vergelding of willen ze juist gehoord en erkend worden in het proces als
slachtoffer? Volgens Luuk Hulsman lost straffen niets op, vergelden is juist het
toevoegen van verdient leed: irrationele rechtvaardiging van straffen. Het lijkt
rationeel, maar er wordt een inbreuk gemaakt op een grondnorm van de staat, dus de
staat doet vervolgens hetzelfde bij de verdachte. Hoe kunnen we deze impasse
doorbreken?
Normbevestiging wraakneming bevestigt een norm: als we niets doen dan wordt
de norm die we stellen niet bevestigd. Door wel te straffen bevestigen we dat het
verbreken van de norm echt niet mag. De norm die overschreden is, moet wel echt
de norm zijn en vandaar dat we straffen. Maar je kunt dan toch ook herstelrecht als
uitgangspunt nemen?
Speciale en generale preventie meer oog voor herstel. We willen sancties
opleggen met het oog op voorkomen van delicten in de toekomst, maar er is geen
empirisch onderzoek dat straffen ook echt werken. We proberen het wel, ook middels
resocialisatie, maar telkens blijkt toch uit onderzoek dat hoe graag we het ook willen,
er geen bewijs bestaat dat het opleggen van straffen ook daadwerkelijk preventief
werkt.
Herstel RSJ-congres 2019, ruimte voor herstel en slachtoffer tijdens detentie:
visies, regelgeving, praktijk. Heeft het strafrecht als zodanig wel zin?
Met theorieën rationeel rechtvaardigen irrationele wortels straffen drie theorieën
- Vergeldingstheorieën (absoluut) de rechtvaardiging van straffen wordt puur en
alleen gezien als vergelding. Vergelding vormt dan dus de rechtsgrond en
legitimeert de straf. Vergelding limiteert echter ook de straf, want het eist relatieve
gelijkheid tussen straf en misdaad. Je kunt niet voor meer worden vergolden, dan
, waarvoor je hebt mis gedaan (proportionele gelijkheid). Straf kan nooit
verdergaan dan strikt noodzakelijk is gelet op de ernst van het delict.
- Preventieve theorie (relatief) hier gaat het puur en alleen om het doel van straf:
preventie. Het gaat dus echt alleen om preventie, dus op het voorkomen van
strafbare feiten. Later kwam de gedachte op dat niet zozeer meer de daad, maar
ook de dader centraal moest staan met het oog op de toekomst. Ook hier is kritiek
op: omdat de rechtvaardiging van straffen in deze theorie het voorkomen van
strafbare feiten is, wordt straf niet gelimiteerd. Zolang we het doel maar bereiken,
kunnen we straffen, dus het doel heiligt alle middelen. Als je iemand maar lang
genoeg opsluit, dan kan hij niets meer doen. Er zit dus geen grens op:
proportionaliteit speelt in deze theorie geen rol.
- Verenigingstheorie (combinatie) uitgangspunt: vergelding is grondslag van de
straf en rechtvaardigt dus de straf en limiteert de straf (vergelding bepaald de
strafruimte die er is) en vervolgens binnen deze strafruimte is er plaats voor
overwegingen van speciale en generale preventie. De grondslag rechtvaardiging
is vergelding, de doelen die we vervolgens stellen aan de straf die kunnen worden
ingekleurd door overwegingen van preventie. Deze theorie is leidend in het
Nederlandse sanctierecht. Tegelijkertijd lijken de laatste jaren beide kanten van
deze theorie in overtreffende trap naar buiten te komen, zoals de roep om harder
en langer te straffen. De kant van vergelding slaat steeds meer om. Tegelijkertijd
is er steeds meer oog voor preventie en risicotaxatie. Er is steeds meer behoefte
voor het beïnvloeden van gedrag.
Geen straf zonder schuld (in de zin van verwijtbaarheid) je moet de dader wel iets
kunnen verwijten, anders valt er niets te vergelden. Als je iets minder kunt verwijten,
dan kun je ook minder straffen.
- HR melk en water
Straf naar de mate van schuld? dit beginsel vindt geen steun in het recht. De
zwaarte van de straf wordt primair bepaald door de ernst en de gevolgen van het
delict. de mate van schuld kan hierbij een rol spelen, maar hoeveel invloed dit een rol
speelt in de uiteindelijke straf, laat zich niet in abstracto uiten, tenzij alle mate van
schuld ontbreekt.
- HR Antilliaanse amokmaker
- HR 4 december 2007, NJ 2008/19
Tweesporenstelsel
Straf en maatregel doordat we naast straffen ook maatregelen hebben, is het
minder noodzakelijk om buiten de verwijtbaarheid te straffen en dus strenger te
straffen dan de mate van verwijtbaarheid in eerste instantie lijkt te rechtvaardigen.
Maatregel heeft geen grondslag in vergelding, maar in de opheffing van een
ongewenste situatie. Hierbij spelen vergelding en proportionaliteit met de ernst van
een delict geen rol. Het doel van de maatregel is primair een bepaalde ongewenste
situatie beëindigen. Denk bijvoorbeeld aan de schadevergoedingsmaatregel of
ontnemingsmaatregel.
- Beëindiging ongewenste situatie door de straf? (HR Afroomboete) hebben we
de maatregel wel nodig of kunnen we de ongewenste situatie ook opheffen door
het opleggen van straf? Je hebt naast de schadevergoeding namelijk ook de
boete bijvoorbeeld. Waarschijnlijk niet, want straffen hebben de grondslag in
vergelding en dus voor de inhoud van de straf is proportionaliteit van belang. Het
verschil tussen bijvoorbeeld de gevangenisstraf en de tbs maatregel is dat de
gevangenisstraf na 15 jaar klaar is, maar de tbs maatregel telkens kan worden
verlengd tot het zijn vruchten heeft afgeworpen. Bij tbs speelt proportionaliteit van
15 jaar dus geen rol. Je kunt niet meer straffen dan de wet toelaat, dus ook niet
met het oog op het voorkomen van gevaar.
, - Proportionaliteit? door de proportionaliteit hebben we naast de straffen ook
maatregelen nodig. Bovendien moet voor het opleggen van een straf ook de tll
bewezen worden. Je moet ook wel een mate van schuld hebben. Bij maatregelen
is dit toch anders, want bij een stoornis kun je wel een tbs maatregel opleggen,
maar geen straf. Voor de maatregel hoeft ook niet altijd de tll worden bewezen. In
bepaalde gevallen kan de maatregel onttrekking aan het verkeer dus alsnog
worden opgelegd, zelfs in geval van vrijspraak kan dit onder bepaalde
omstandigheden. Proportionaliteit bij straffen gaat om de verhouding tussen de
hoogte van de straf en de ernst van het delict, maar bij maatregelen gaat het om
de duur van de maatregel en de mate van gevaarlijkheid van het individu. Is de
maatregel nog wel noodzakelijk met het gevaar van het individu? Er zit dus wel
nog proportionaliteit in, maar anders dan bij de straf.
Samenvatting uitgangspunten strafrechtelijk sanctierecht
Doelen: vergelding, speciale en generale preventie, herstel, normbevestiging
Beginsel: geen straf zonder schuld
Straf naar de mate van schuld vindt geen steun in het recht
Tweesporenstelsel: straffen en maatregelen
Wettelijk sanctiestelsel / wettelijk kader
Hoofdstraffen: art. 9 Sr (vgl. Art. 61 lid 1 Sr)
- Gevangenisstraf
- Hechtenis
- Taakstraf
- Geldboete
Bijkomende straffen:
- Ontzetting van bepaalde rechten
- Verbeurdverklaring
- Openbaarmaking rechterlijke uitspraak
- Ontzegging rijbevoegdheid (art. 179 en 179a WVW 1994; art. 257a Sv)
- Stillegging onderneming (art. 7 WED)
Maatregelen
Onttrekking aan het verkeer
Voordeelontneming
Schadevergoeding
TBS
ISD
Vrijheidsbeperkende maatregel
Maatregel tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking
Onderbewindstelling onderneming (art. 8 WED)
Herstelverplichting (art. 8 WED)
Sanctiemodaliteit: voorwaardelijke straf
Art. 14a Sr
- Boete, taakstraf, (vv) hechtenis en gevangenisstraf
- Ten hoogste 2 jaar: kan geheel voorwaardelijk
- Tussen 2 – 4 jaar: max 2 jaar voorwaardelijk
Algemene en bijzondere voorwaarden: art. 14c Sr
- Geen strafbaar feit plegen algemene voorwaarde, maar hiernaast nog
bepaalde gedragsvoorwaarden
- Gedragsvoorwaarden, volgens HR:
a. Ter bevordering goed levensgedrag
b. Gedraging waartoe veroordeelde uit oogpunt maatschappelijke betamelijkheid
gehouden moet worden geacht denk bijvoorbeeld aan schadevergoeding
, Proeftijd: art. 14b Sr je moet je gedurende de proeftijd houden aan deze
voorwaarden, anders wordt de straf alsnog ten uitvoer gelegd.
Dadelijk uitvoerbaar: art. 14e lid 1 Sr de voorwaarden kunnen dadelijk uitvoerbaar
worden verklaard
- Onschuldpresumptie? Zie HC 4 je moet je meteen aan de voorwaarden
houden, ondanks het feit dat je nog in hoger beroep gaat en dus jouw schuld nog
niet definitief bewezen is.
OM houdt toezicht: 6.6.14 Sv aanvankelijk stond dit allemaal geregeld in Sr, maar
dit is overgeheveld naar Sv.
Praktijk van reclassering: moet niet-naleving melden bij OM en minister, 6.6.14 lid 4
Sv
Aanhouding en voorlopig tullen bij vermoeden niet naleven vw (6:3:15, 6:6:21 e.v. Sv)
- OvJ kan aanhouding bevelen als de rechter de tul toespreekt, tegen deze
beslissing staat geen gewoon rechtsmiddel open, lees dit na in het artikel
- OvJ vordert voorlopige tul bij RC en tul bij rechter
- Geen gewoon rechtsmiddel (6:6:7 jo. 6:6:22 Sv)
Elektronisch toezicht, art. 14c lid 4 Sr het is niet op zichzelf als zodanig een
voorwaarde die kan worden gesteld aan de voorwaardelijke straf, maar het is een
manier om toezicht te houden op de gestelde voorwaarden.
VRAPT
Virtual reality in tbs klinieken stel jij wordt vrijgelaten uit tbs en jij wordt op een bepaalde
manier benaderd en dit roept bepaalde emoties op: hoe ga je hier dan mee om? De tbs’er
kan in de kliniek alvast oefenen met dit soort situaties. Dit doen we nu middels verlof, maar
hier gaan nog te vaak dingen bij mis en dan is er direct schade. Als er iets in de virtuele
wereld misgaat, is het lang niet zo erg.
Rechtsbescherming
- Fysieke integriteit wat doet het met iemands lichaam als je verplicht moet
deelnemen aan zo’n sessie. Wat is het doel van deze therapie? Je moet anders
omgaan met dergelijke situaties, dus je probeert iemands mentale vermogens te
beïnvloeden.
- Mentale integriteit maak je hier inbreuk op? Kennen we dit recht wel en waar
wordt dit gewaarborgd?
- Persoonsgegevens voor wie worden deze persoonsgegevens bewaart?
Jeugdsancties: art. 77a e.v. Sr
Jeugddententie duurt niet langer dan een jaar en de doelen zijn anders. Het doel ziet
namelijk ook op heropvoeding en dit hangt samen met het eigen karakter van de jeugdigen.
Adolescentenstrafrecht
Er is wel een onderscheid tussen volwassenen en jeugdigen, maar er moet ook nog een
onderscheid worden gemaakt tussen adolescenten, want hun brein wordt ook nog steeds
ontwikkeld. Precies dat deel van de hersenen wat verantwoordelijk is voor impuls controle,
emotionele responses etc. blijft zich nog ontwikkelen tot het 25e levensjaar. Dit deel van de
hersenen heeft juist ook invloed op strafrechtelijke handelingen. Als het delict niet volledig in
abstracto aan de verdachte kan worden toegerekend gelet op de ontwikkeling van het brein,
dan moet de mogelijkheid worden geboden om het jeugdstrafrecht toe te passen.
Art. 77c Sr: toepassing jeugdstrafrecht op adolescent 18-23 jaar
Art. 77b Sr: toepassing volwassenenstrafrecht op jeugdige 16-18 jaar