Een uiteenzetting van de rechtsregels uit de arresten van formeel strafrecht uit jaar 2020/2021 leerjaar 2. Deze zijn allemaal verplicht, het is een handig overzichtje om te snappen wat het belangrijkst uit elk arrest is. Samen met je arrestenbundel gaat dit goed komen! :)
Actieve participatie
Plaatsen van de duim van verdachte op zijn telefoon maakt geen inbreuk op het nemo tentur beginsel.
Verdachte is gehouden tot het (passief) ondergaan en dulden van onderzoeksmaatregelen
Het ondergaan van de deze onderzoeksmaatregel dient geen actieve medewerking van verdachte en maakt het een
geringe inbreuk op de lichamelijke integriteit van de verdachte
Dat het plaatsen van de duim toegang wordt verkregen tot mogelijk wilsonafhankelijke en belastende gegevens maakt
dit niet anders.
HR Nalatige inspecteur
Verhoor, art. 29 lid 2 Sr ‘cautie’.
Verhoor = alle vragen aan een door opsporingsambtenaar als verdachte aangemerkt persoon betreffende dienst betrokkenheid
bij een geconstateerd strafbaar feit
HR Plastic boodschappentasje
Verdachte begrip
In casus toen de man werd verhoord, was hij nog geen aangemerkte verdachte uit art. 27 Sv. Hij werd pas gezien als
verdachtenadat hij de 2e vraag had beantwoord, namelijk dat hij de boeken had gestolen. Omdat hij dit verklaard had voordat hij
als verdachte was aangemerkt, was de cautie niet nodig.
HR Spontane bekentis II
Verhoor
Hier was sprake van een verhoor, want hij was een verdachte en de vragen hadden betrekking op dienst betrokkenheid bij een
strafbaar feit. Cautie had dus moeten worden gegeven. De spontane bekentenis zelf was geen verhoor, dus ook geen cautie.
Echter volgde de politie de man voor een ander strafbaar feit, toen de man werd aangehouden voor dat feit – onverzekerd rijden
– had de cautie moeten worden gegeven.
EHRM Jalloh
Nemo tenetur beginsel
Wanneer de inbreuk een ‘minimum level of severinty’ bereikt, valt de inbreuk toch onder het bereik van 3 EVRM. De Jalloh
Criteria:
Aard en de mate hoeveelheid dwang
Gewicht van de maatschappelijke belangen
Procedurele waarborgen
Gebruik van het bewijs
EHRM Gafgen II
Art. 3 en 6 EVRM
Art. 6 EVRM is niet geschonden door het gebruik van de fysieke bewijsmiddelen omdat de veroordeling niet in hoofdzaak op het
onrechtmatige verkregen bewijs, maar op der terechtzitting vrijelijk afgelegde nadere bekennende verklaring is gebaseerd.
HR Salduz anno 2019
Recht op aanwezigheid rechtsbijstand
, Voor 22 december 2015 kan het zo zijn geweest dat verdachte geen verhoorbijstand heeft gehad, wat met zich mee brengt dat
veroordeling van verdachte niet gebaseerd is op een eerlijk proces uit art. 6 EVRM. Daarom een 2 stap toets:
1) Beoordelen of er sprake is van ‘compelling reasons’ voor de restrictie op rechtsbijstand.
a. Deze redenen moeten van tijdelijke aard zijn en kunnen zijn gelegen in ‘een dringende nood om dit in te voeren
adverse consequenses of life, libery and physical integrity’.
2) Is dit niet aangetoond dan kijken naar de ‘overal fairness’.
Week 2:
HR Braak bij binnentreden
Binnentreden woning
Indien opsporingsambtenaar bevoegd is tegen de wil in van bewoner om de woning te betreden, moet ongeacht zijn bevoegdheid
rekening houden met de volgende eisen:
Subsidiariteitsbeginsel eerst kijken naar alternatieve manieren voordat over wordt gegaan tot dwang. Vraag
bijvoorbeeld naar vrijwillige medewerking.
Proportionaliteitsbeginsel de inbreuk mag niet groter zijn dan door de omstandigheden wordt gevorderd.
HR Tussendeur
Awbi, toegang woning
Indien de bevoegdheid op grond van 9 Awbi er is, - zonder toestemming bewoner – mag zich toegang verschaffen tot enig vertrek
in de woning. Hieronder valt ook het forceren van een tussendeur. Wel geldt dat het logisch moet zijn dat de persoon/voorwerp
zich in die plek kan bevinden.
EHRM Allen
Verklaringsvrijheid – schending 6 EVRM
Informant kreeg de opracht ‘push him as much as you can’. Terwijl er eigenlijk een verhoorsituatie was. Het onrechtmatige
hieraan is dat de proceshouding van Allan duidelijk was; zwijgen. . De politie informant heeft dit proberen te doorbreken en dat
mag niet. EHRM toetst aan het nemo tenetur beginsel (en dus Jallohcriteria) om te bepalen of de verklaringsvrijheid van de
verdachte is geschonden:
1) De aard en de hoeveelheid dwang dat is gebruikt om het bewijs te vergaren
a. In Allen was er behoorlijke psychologische druk waardoor verklaringen niet in vrijheid zijn afgelegd. Het was het
resultaat van een ondervraging die neer kwam op een politieverhoor ‘functional equivalant of interrogation’.
2) Het bestaan van ‘relevant safequards’ in de procedure (waarborgen)
a. In Allen waren er geen waarborgen in acht genomen die bij een normaal politieverhoor gelden
3) Het gebruik dat van de verklaring of het gevonden materiaal is gemaakt (bewijs)
a. In Allen vormde de verklaring het beslissende bewijs in het proces.
De extra uitgangspunten staan opgenomen in Mr. Big Methode onder 5.2.2.
EHRM Jailplant
Verklaringsvrijheid
Bij toepassing van art. 126j moet getoetst worden aan het volgende (HR Jailplant I):
1. Of er voldaan is aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, omdat de toepassing van art. 126j alleen in
aanmerking komt als de bijzondere ernst van het misdrijf dat rechtvaardigt en andere wijzen van opsporing redelijkerwijs niet
voorhanden zijn
2. Of de verklaringen niet in strijd met de verklaringsvrijheid zijn verkregen (art. 29 lid 1 Sv, art. 6 EVRM)
a) de proceshouding die de verdachte met betrekking tot de strafbare feiten heeft ingenomen
b) hetgeen zich in het voorbereidend onderzoek voor en gedurende de periode waarin de informant optreedt heeft afgespeeld
c) de aard en intensiteit van de door de informant ondernomen activiteiten jegens de verdachte, de mate van druk die daarvan
jegens de verdachte kan zijn uitgegaan en de mate waarin de handelingen en gedragingen van de informant tot de
desbetreffende verklaringen van de verdachte hebben geleid .
Zowel in het geval dat niet voldaan is aan het proportionaliteits- of subsidiariteitsbeginsel of in strijd is gehandeld met de
verklaringsvrijheid, leidt dat in beginsel tot bewijsuitsluiting.
Toepassing van criteria (HR Jailplant II)
Omtrent de proceshouding van de verdachte met betrekking tot het strafbare feit waarvan hij
werd verdacht: dat de verdachte, totdat hij op zijn zwijgrecht beriep, vele verklaringen heeft
afgelegd over zijn betrokkenheid bij de moord
Omtrent hetgeen zich in het voorbereidend onderzoek voor en gedurende de periode waarin de
informant optreedt heeft afgespeeld: verdachte had al eerder tegenover medegedetineerden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tshaylynnalyssa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.