Samenvatting WFM
HC1
Slide Inhoud
Nr.
1.1 Inleiding: Het huidige probleem met feiten
Misinformatie: niet science-based: mythe
Informatie: science-based: feit
We lijken soms niet meer goed te weten wat de feiten zijn.
Je hebt feiten nodig om keuzes te maken, om beleid te maken, overkoepelend: om onderscheid te
maken tussen waar en niet waar.
We kijken meestal naar wetenschap (natuur- en sociale wetenschappen) voor de feiten. Wetenschap
wordt gezien als het kroonjuweel van het menselijk denkvermogen. “crown achievement of the
human mind”
1.2 Twee filosofische posities t.o.v. wetenschap
Scientisme: wetenschap is verreweg superieur aan alle andere pogingen om kennis te borgen:
wetenschappelijk wetten bieden zekerheid. Andere kernbegrippen: feiten, Wetenschap is De
Waarheid, rationaliteit. Modernisme: (=modern denken: rationeel-eculier (=zonder religie), denk zelf
na, gebruik alleen de rede), moderniteit
Kennis en waarheid worden alleen door en in wetenschao gevonden. Slogan: de wetenschappelijke
methode is de enige methode om feiten en waarheid te verkrijgen.
Scepticisme: wetenschap geeft geen zekerheid, het is gelijk aan andere vormen van kennis,
wetenschap is een soort geloof. Kritisch denken over de wetenschap, de methodes en grenzen van
wetenschap, er moet een pluralistische opvatting over rationaliteit en kennis komen, Er is meer dan 1
waarheid, waarheid is een ervaring, onzekerheid, kennis is een onderdrukkende macht waarbij
wetenschap wordt ingezet als een ideologie.
Postmodernisme (denken (cultuur) (post=na) na het modernisme: ook seculier maar individuele en
emotionele expressie staat centraal. Kennis en waarheid zijn sociale constructies die deconstructie
nodig hebben, je moet het uitkleden. Relativisme & nihilisme. Feyerabend: “anything goes, alles kan’.
Onze geest is een gebroken spiegel: we weten niets en zullen ook niets zeker weten.
1
, 1.3 Anything goes? (Is alles mogelijk?)
Debat tusen feyerabend en lakatos. For and against method.
Scientisme vs. Scepticisme id samenleving:
Een relativistische radicale interpretatie van filosofisch scepticisme is als een uitslaande brand in de
samenleving terecht gekomen,
Achtergrond van het issue/maatschaooelijke debat over:
- Alternatieve feiten
- Feitenvrije politiek
- Nep nieuw
- Post-truth samenleving : samenleving na de waarheid en zonder waarheid
- Politieke correctheid, identiteitpolitiek, vrijheid en conformisme.
In de politiek hebben ze het ook over alternatieve feiten. Misinformatie of desinformatie.
1.4 ‘Exploring humans’ (mensen op verkenningstocht): Hoe onderzoeken we de wereld om ons heen?
Mensen zijn onderzoekende wezens: nieuwsgierigheid definieert ons menselijk bewustzijn.
Observaties geven bewijzen voor verklaringen
Naïef onderzoek: niet-geformaliseerde, niet-systematische en niet-gecontroleerde vorm van het
verzamelen en samenvatten van informatie tot naïeve theorieën. “common sense’ ‘premodern
denken’: religieus denken, geloof in een gegeven waarheid. Niet-geavanceerde sophisticated)
manieren van kennis van de werkelijkheid (fixed belief)
Methoden van kennen: vasthoudendheid (tenacity): wat als algemeen als waar wordt gezien.
Autoriteit: mensen met hoge status spreken de waarheid. Redelijke mens: rede en logische
consistentie zijn belangrijk.
Associaties: vooroordelen, overtuigingen, populair scepticisme, sommige vormen van
postmodernisme, mythes
Slogan: ik heb een theorie: het gebruik van et woord theorie als eigenlijk een hypothese of speculatie
wordt bedoeld. (IS eigenlijk GEEN theorie, maar een idee of hypothese”
De wetenschappelijke methode: zeer hoog geformaliseerde, systematische en gecontroleerde vorm
2
, van onderzoek, ervan bewust dat observaties en redeneringen foutgevoelig (error prone zijn. Door
gebruik van wetenschappelijke methode. “wetenschap verschuift de plaats van de waarheid van
individuen naar groepen, door een aantal regels in te stellen waarmee iedereen instemt” geen
persoonlijke overtuigingen maar waarheden.
Ook bekend als: wetenschappelijke methode, modern denken, analytisch-empirische benadering
Associaties:
Verschuiving naar kritisch-analytisch onderzoek doen vergeleken met naïef onderzoek.
Persoonlijke overtuigingen horen ondersteund te worden met extern bewijs (waarnemingen)
Methodologisch strak, modelmatig
Slogan: waarheid is een objectieve werkelijkheid ‘buiten de mens zelf’ onze ideeën veranderen de
realiteit niet. Wetenschap ontwikkelt theorieën die waar zijn.
1.5 De vijf pijlers van de wetenschappelijke methode
“Een theorie is een verzameling van onderling samenhangende constructen (concepten, definities en
proposities die een systemtisch beeld geven van de verschijnselen door relaies tussen variabelen te
specificeren, mt als doel de verschijnselen te verklaren en te voorspellen.
Verschillen tussen naief en wetenschappelijk onderzoek in: ontwikkelen en testen van theorieen, het
controleren van alternatieve verklaringen, de aard van relaties en systematische observaties.
De wetenschappelijke methode:
1. Gebruik en selectie van concepten (variabelen)
2. Koppelen van concepten (variabelen) aan proposities (hypotheses)
3. Testen van een theorie met waarneembaar bewijs
4. Definiëren van concepten (variabelen)
5. Publicatie van definities en procedures
6. Controle op alternatieve verklaringen
7. Onbevooroordeelde selectie van bewijzen
8. Reconciliëren/ hereinigen van theorie en observatie
Pijlers van de wetenschap watt & van den berg:
1. Wetenschap is empirisch werkt met observeerbare bewijzen d.m.v. zintuigen of techniek
2. Realisme: wetenschap gaat ervan uit dat er een onafhankelijke werkelijkheid bestaat
3. Objectiviteit: een wetenschappelijke theorie behoort objectief van kracht te blijven:
3
, onafhankelijk van overtuigingen en attitudes van de onderzoeker.
4. Logica: wetenschap gebruikt logica (methodes) om termen te formuleren, te argumenteren etc.
5. Kritische houding en feilbaarheid (fallible) wetenschappers hebben een kritische houding
(critical attitude) en realiseren zich dat ze feilbaar zijn (ze kunnen het fout hebben).
1.6 Overzicht van de cursus. Waarom bestuderen we dit? Waarom is dit relevant?
Filosofie: liefde voor de wijsheid.
Wetenschapsfilosofie: heeft als voornaamste taak om de onderzoeksmethoden van de wetenschappen
te analyseren.
Metatheorie: een theorie over een theorie.
Verlichting: een van de beste intellectuele projecten in de geschiedenis van de mensheid. Toen ging
het licht aan in de mensheid, we hebben de wetenschappelijke methode ontwikkeld, hiermee zijn we
stukken vooruit geschoten.
HC 2
Slide Inhoud
nr
Deel 1: Voorgerecht: (pre) Socrates
Definities om erin te komen:
Ontologie: zijnsleer (on=zijn, logos = leer), wat is de aard van het object? Wat is de zijnsrealiteit?
Epistemologie: kennisleer. (episteme = kennis, logos= leer). Wat is kennis? Wat kan ik weten? Hoe wordt
kennis vergaard?
Metafysica: uitstijgend (meta) boven de natuur (fysica, dat wat boven de natuur uitstijgt. Stamt af van
Aristoteles. Wat is het wezen van de werkelijkheid? Gaat op zoek naar de werkelijkheid, en zijn gronden.
Was heel lang leidend. Kritiek: we kunnen niet weten wat er buiten de werkelijkheid is. Op zoek naar t
wezen vd werkelijkheid en wat er achter zit.
Heraclitus:
+/- 540 voor Christus zei: niets is, alles wordt. Alles verandert voortdurend. Heraclitus was een empirist.
“je kan niet 2x door dezelfde rivier lopen, deze verandert continu”. Panta rei: alles stroomt, niets staat stil.
4