Het is een uitwerking van de examenmatrijs. Alle toetstermen komen duidelijk aan bod in het document en zo is het een samenvatting van het hele boek. Op basis van de lessen, het boek en powerpoints gemaakt.
1.1 De kandidaat beschrijft het onderscheid tussen het goederenrecht en
het verbintenissenrecht.
Goederenrecht: gaat over de rechtsverhouding van burgers ten opzichte
van goederen. Oftewel, wat zijn nou eigenlijk goederen en hoe kunnen ze
worden ingedeeld.
Verbintenissenrecht: rechtsverhouding van personen ten opzichte van
andere personen met betrekking op hun vermogen. Het gaat dus over de
verplichtingen die de ene burger heeft ten opzichte van de andere burger.
Verplichtingen worden in deze ook wel de prestaties genoemd. De een zijn
plicht is uiteraard de ander zijn recht.
1.2 De kandidaat stelt aan de hand van een voorbeeld vast of er sprake is
van een absoluut of relatief recht.
Verbintenissenrecht: worden ook wel relatieve rechten genoemd.
Juridische relaties tussen personen. De rechten en plichten gelden alleen
tussen de personen.
Goederenrecht: worden ook wel absolute rechten genoemd. Een
bepaalde zeggenschap over goederen. Geldt ten opzichte van iedereen.
Absolute rechten:
• beschrijven de relatie die een (rechts)persoon heeft ten opzichte van
een goed;
• Bepalen welke zeggenschap iemand heeft over een bepaald goed;
• Gelden ten opzichte van iedereen!
Relatieve rechten:
• Beschrijven de juridische relatie tussen (rechts)personen;
• De rechten en plichten die tussen personen ontstaan noemen we
dus relatieve rechten;
• Ander woord voor relatieve rechten – verbintenissen;
• Gelden alleen tussen partijen!
1.3 De kandidaat stelt vast of er sprake is van een goed, een zaak, een
vermogensrecht, een registergoed, een niet-registergoed, een roerende
zaak of een onroerende zaak.
Vermogen
Goederen: activa
Schulden: passiva-negatief
Goederen
Zaken: tastbaar
Vermogensrechten: niet-tastbaar. Op geld waardeerbaar zijn en
overdraagbaar op anderen zijn.
,Zaken (hoofdzaken en bestanddelen)
Roerend: niet registergoederen (behalve vliegtuigen/schepen van
meer dan 20 ton). Verplaatsbaar.
Onroerend: registergoederen. Duurzame verbinding met de grond.
Alle onroerende zaken
Alle vliegtuigen van 20 ton of meer
Alle schepen van 20 ton of meer
Alle absolute rechten op registergoederen
1.4 De kandidaat stelt voor een situatie vast of er sprake is van
houderschap, eigendom en/of bezit.
Begrippen die iets zeggen over de verhouding tussen een persoon en een
goed:
Houderschap: je hebt de macht over een zaak - En je gedraagt je niet als
eigenaar.
Eigendom: de begrippen eigendom en eigenaar geven aan dat iemand
zeggenschap heeft over een bepaald voorwerp. Definitie eigendom in de
wet in art. 5:1 lid 1 BW. Bevoegdheden voor de eigenaar:
Gebruiken (art. 5.1 lid 2 BW)
Vruchten van de zaak zijn voor de eigenaar (art. 5:1 lid 3 BW)
Vervreemden (= overdragen)
Bezwaren (= een beperkt absoluut recht vestigen)
Revindicatie (art. 5:2 BW): recht om de zaak bij eenieder op te eisen
die deze zaak zonder recht in zijn bezit houdt.
Bezit: feitelijke macht uitoefenen. Gedraagt zich (terecht of ten onrechte)
als eigenaar (ook wel genoemd: de bezitter houdt de zaak voor zichzelf).
Verschil tussen bezit en eigendom: eigendom is een recht. Bezit is geen
recht maar duidt een feitelijke situatie aan. Functies van bezit/rechten van
een bezitter:
Bewijs
Bescherming van bezit
Verjarig
Bewijs Art. 3:109 BW: iemand die de feitelijke macht uitoefent, wordt
verondersteld bezitter te zijn. Art. 3:119 BW: iemand die bezitter is, wordt
verondersteld eigenaar te zijn. Bescherming van bezit Art. 3:125 lid 3
BW: een bezitter heeft het recht om op te treden tegen schending van zijn
bezit.
Verjaring (als wijze van verkrijging). In bepaalde gevallen ontstaat uit
bezit door verjaring het eigendomsrecht.
, 1.5 De kandidaat beschrijft de vereisten voor overdracht (geldige titel,
beschikkingsbevoegdheid, leveringshandeling).
Geldige titel: de titel geeft de reden voor de overdracht. Bijvoorbeeld:
koopovereenkomst, schenkingsovereenkomst en ruilovereenkomst. De
titel is ongeldig als de koopovereenkomst nietig is (= meteen ongeldig) of
achteraf vernietigd wordt.
Beschikkingsbevoegdheid: degene die het goed mag overdragen naar
het vermogen van de ander. De eigenaar of rechthebbende bent van het
goed. De dief, lener of huurder is niet beschikkingsbevoegd.
Leveringshandeling: om het goed van de een naar de ander te laten
overgaan moet een handeling worden verricht. De leveringshandeling. Per
type goed is er een andere leveringshandeling. Bij roerende zaken niet-
registergoederen: bezitsverschaffing door bijvoorbeeld overhandiging (zie
plaatje boven), aflevering aan huis of sleuteloverhandiging. Bij
registergoederen: notariële akte van overdracht en inschrijving van deze
akte in de openbare registers van het kadaster.
1.6 De kandidaat motiveert voor een eenvoudige situatie of deze voldoet
aan de vereisten voor overdracht.
Zie art. 3:84 BW: meest voorkomende manier om eigenaar van een goed
te worden. Bijvoorbeeld: koop, schenking, ruil.
Vervreemder: degene die het goed overdraagt.
Verkrijger: degene die het goed in zijn vermogen opneemt.
Artikel 3:84 lid 1 BW stelt 3 eisen aan een overdracht. Voor overdracht
van een goed wordt vereist een levering krachtens geldige titel, verricht
door hem die bevoegd is over het goed te beschikken. Drie eisen voor een
geldige overdracht:
Geldige titel
Levering
Beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder
1.7 De kandidaat stelt voor een eenvoudige situatie vast op welke wijze de
levering van goederen (roerende en onroerende zaken en
vermogensrechten) plaatsvindt.
Leveringshandeling: om het goed van de een naar de ander te laten
overgaan moet een handeling worden verricht. De leveringshandeling. Per
type goed is er een andere leveringshandeling. Bij roerende zaken niet-
registergoederen: bezitsverschaffing door bijvoorbeeld overhandiging (zie
plaatje boven), aflevering aan huis of sleuteloverhandiging. Bij
registergoederen: notariële akte van overdracht en inschrijving van deze
akte in de openbare registers van het kadaster.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Ambervosx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.