10.1
Welke levensfases zijn er?
Een mensenleven kun je verdelen in een aantal perioden of
levensfasen. Die fasen zijn: baby, peuter, kleuter, (school)kind,
puber, adolescent/jongvolwassene, volwassenen en oudere. Jij zit
in de levensfase van de puberteit, de overgang van kind naar
volwassene. In elke levensfase vinden er verandering plaats, dat
heet ontwikkeling. Je hebt twee soorten ontwikkeling: lichamelijk
ontwikkeling en geestelijke ontwikkeling.
Bij lichamelijk ontwikkeling verandert je lichaam. Je wordt
bijvoorbeeld langer en zwaarder. Ook andere eigenschappen
veranderen. Je huid veroudert vanaf je dertigste. Ook zie je dat de veroudering toeneemt als
je ouder wordt: hoe ouder je wordt, hoe sneller de veroudering gaat. Doordat je lichaam
verandert, verschilt wat je kunt in de verschillende levensfasen.
Bij geestelijke ontwikkeling leer je met je hersenen. Je verstand veranderd. Ook wordt je
steeds zelfstandiger: een baby wordt helemaal verzorgd door zijn ouders, een puber doet
veel dingen en als volwassene ben je helemaal zelfstandig.
Waardoor verander je?
Het lijkt alsof alle lichamelijk veranderingen vanzelf gaan, maar dat
is niet zo. Veel veranderingen ontstaan onder invloed van
regelstoffen of hormonen.
Hormonen worden gemaakt in hormoonklieren. Een belangrijke
hormoonklier is de hypofyse, een klein orgaantje onderaan de
hersen. Deze klier maakt bijvoorbeeld het hormoon waardoor je
gaat groeien en de hormonen waardoor je in de puberteit komt.
Een hormoonklier geeft de hormonen die hij maakt af aan het
bloed. Via het bloed komen hormonen in alle organen van je
lichaam. Sommige organen, de doelwitorganen reageren op het
hormoon, ander niet.
In het celmembraan van elke lichaamscel zitten structuren met
verschillende specifieke vormen: receptoren. Elk hormoon heeft
ook een eigen, specifieke vorm. Het past alleen maar op de
receptoren van de cellen die het hormoon moet aansturen.
Als de receptoren op de celmembranen leeg zijn,
gebeurt er niets. Als een hormoon zich aan een receptor
op het celmembraan hecht, is dat voor die cel een sein
om aan het werk te gaan. Daardoor veranderd je
lichaam: je gaat bijvoorbeeld groeien.
Hoe groei je?
Je groeit niet altijd even snel. In de eerste maanden na de geboorte groei je heel snel door
de voedingsstoffen die je krijgt. Als een baby te weinig voedingsstoffen
krijgt, geeft dat een groeiachterstand. Na de zuigelingenperiode regelt
het groeihormoon de groei van je lichaam. In de puberteit maakt de
hypofyse veel groeihormoon. Daardoor krijg je een groeispurt: je groeit
een tijdje heel snel.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper femke1600. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.