Duidelijke samenvatting van het boek 'Hoofdlijnen Nederlands recht' (druk van 2014). Geschreven in het kader van de toets inleiding recht op Windesheim. Bevat H1, H2, H3 (vanaf 3.3), H4, H5, H6, H7, H8, H9 (9.1-9.4).
,Hoofdstuk 1
Functies van het recht
- Geschil oplossen: Rechter lost het op, je hoeft geen eigen rechter te spelen
- Normatieve functie: Zodat er wordt geleefd door de norm van de meeste mensen (niet
moorden, niet stelen)
- Additionele functie: Gedragsregels voor wanneer partijen vergeten over een bepaald punt
afspraken te maken.
- Instrumentele functie: Praktische dingen, zoals verkeersregels zodat alles goed verloopt.
Waar vinden we recht? (rechtsbronnen)
I. Wetten
II. Verdragen
III. Jurisprudentie
IV. Gewoonte
I. De wetten in verschillende soorten recht::
Grove indeling: internationaal en nationaal. Wij gaan bezig met nationaal recht.
- Publiekrecht:
Verhouding tussen overheid en burger
Soorten;
1. Strafrecht (ook bekeuringen)
2. Bestuursrecht
3. Staatsrecht
- Privaat/civiel/burgelijkrecht:
Burgers onderling (overheid kan daarbij een burger zijn)
Soorten;
Persoonsrecht en familierecht (trouwen, scheiden, geboorte)
Ondernemingsrecht
Vermogensrecht (geldelijke handeling bij burgers onderling)
Goederenrecht
Vermogensrecht
Goederen
Zaken
Vermogen
Verbintenisrecht (onrechtmatige daad zoals tegen een auto aan of contractrecht
zoals iets kopen)
Procesrecht (hoe moet je handelen in rechtszaal)
Wie zijn wetgever
Er zijn op verschillende niveaus wetgevers:
- Centraal niveau: vooral nationale wetgevers (regering en de kamers)
- Decentraal niveau: provinciaal en gemeentelijk niveau, hun wetten heten verordeningen.
(wetten gelden wel op decentraal niveau maar verordeningen niet op nationaal niveau)
Rangorde tussen wetgevende organen
1. Hogere regels gaan boven lagere regels
2. Bijzondere regels gaan boven algemene regels
3. Jongere regels gaan boven oudere regels
, 2) Materiele zin (bijv. voor alle mensen uit gemeente X, dus het telt voor iedereen, van regering
of op decentraal niveau)
II. Verdrag
Een verdrag is een afspraak of overeenkomst door twee of meer staten. Tussen twee landen heet
het een bilateraal verdrag en tussen meerdere landen noemen we dit een multilateraal verdrag.
III. Jurisprudentie
Jurisprudentie: rechtsspraak. Het wordt gesproken door een rechter. Hun beslissingen worden
vonnissen, arresten of uitspraken genoemd.
- Vonnis: wordt gegeven dor de rechtbank
- Arrest: wordt gegeven door gerechtshof en hoge raad.
- In bestuursrecht heet alles na dagvaarding een uitspraak
Interpretatiemethoden:
1. Grammaticale interpretatiemethode: rechter kijkt naar betekenis van een woord in het
alledaagse spraakgebruik.
2. Wethistorische interpretatiemethode: kijken hoe ze er vroeger/eerder naar keken, welke
argumenten destijds belangrijk waren en wat de uitsprak was.
3. Anticiperende interpretatiemethode: als de rechter een wet gebruikt die nog niet helemaal,
maar wel bijna een wet is.
4. Rechtsvergelijkende interpretatiemethode: de rechter vergelijkt de wet met de buitenlandse
wetten. Komt niet vaak voor.
5. Systematische interpretatiemethode: wanneer rechter een deel van een wettelijke bepaling
uitlegt.
6. Teleologische interpretatiemethode: de rechter doet hier een beroep op de bedoeling die de
wetgever met de regeling heeft gehad. (als deze niet duidelijk is)
7. Overige interpretatiemethoden:
a. Precedenteninterpretatie: Bij onduidelijke verwoording verwijzen rechters bij deze
interpretatie naar eerdere uitspraken
b. Interpretatie naar redelijkheid en billijkheid: De rechters mogen beroep doen op
redelijkheid en billijkheid.
Redeneerwijzen: een bepaalde manier van denken om tot een bepaalde uitspraak te komen
◊ A-contrario-redenering: regeling is niet van toepassing doordat de regel uitsluitend geldt
voor mensen die er in zijn genoemd.
◊ Redenering naar analogie: dat kwestie lijkt op kwestie uit een wet en daarom geldt die wet in
dit geval dus wel.
IV. Gewoonte
Gewoonterecht: ongeschreven regel, rechter kan er rekening mee houden in een rechtszaak.
Twee voorwaarden:
- Vaste gedragslijn, binnen de groep handelt iedereen zo
- Rechtsplicht, mensen gedragen zich zo omdat ze vinden dat ze dat moeten doen (plicht)
Enkele onderscheidingen binnen het recht
Materieel recht en formeel recht:
- Materiaal recht. (rechten en plichten van mensen) inhoud
- Formeel recht (= procesrecht) wat nodig is om het materiële recht goed te laten verlopen
(alleen wat bij rechter gebeurd)
Strafprocesrecht (strafvordering)
3
Iris Doldersum
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Irisdoldersum. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.