Hoorcollege 1: introductie, kwalitatief interviewen, focusgroep
Interviewen in kwalitatief onderzoek.
Diepte-interview, een georganiseerd gesprek waarbij de interviewer vragen stelt, en de geïnterviewde antwoord
geeft. Doel is gedetailleerde, diepgaande antwoorden krijgen.
Kenmerken van een kwalitatief interview
- Heel flexibel: weinig gestructureerd/gestandaardiseerd
- Vanuit het perspectief van de participant
- Uitweiden wordt aangemoedigd
- Op zoek naar gedetailleerde en uitgebreide antwoorden
- Het doel is om iets/iemand te begrijpen, niet generalisatie.
Ongestructureerd interview Semi-gestructureerd interview
Met topic list: een paar wenig afgebakende Met interview guide: lijst van vragen die je wilt
thema’s/brede vragen stellen
Meanderen van antwoorden Wel flexibele volgorde van vragen
Dialoogstijl, alsof je een gesprek voert (waarbij één
veel meer praat)
Voorbeeld: Wat zijn de motieven van daders van anti-homoseksueel geweld in Amsterdam? Doel: begrijpen.
Interviews gehouden met de daders, vervolgens getranscribeerd en gecodeerd.
Interview guide
Lijst van onderwerpen/open vragen die aan bod moeten komen in je interview. Aan de hand van de
onderzoeksvraag en theoretisch kader. Logische, maar flexibele volgorde. Vragen waarmee je de diepte in kunt
(aan feitelijkheden heb je weinig).
→ Face sheet met feitelijke informatie
Onderzoek anti-homogeweld: geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, religie, middelengebruik, kende slachtoffer,
soort geweld, geslacht slachtoffer, locatie, in een groep of alleen.
Verschillende soorten vragen
Om vooraf op te stellen:
- Introducerend Hoe is uw interesse voor… ooit begonnen?
- Indirect Wat vinden de meeste mensen hier van hoe de organisatie functioneert?
- Structurerend Ik zou nu graag door willen met het volgende onderwerp
- Direct: specifieke, gerichte vragen liever aan het einde van het interview
Tijdens het interview:
- Interpreterend Dus, als ik u goed begrijp… Klopt het als ik het zo zeg?
- Follow-up (uitweiden) Wat bedoel je daar precies mee? Of ‘Hm-hm’
- Probing (doorvragen) Eerder zei u… hoe zit dat?
- Stiltes Laat de geïnterviewde nadenken en reflecteren, je hebt geen haast.
Opnemen en transcriberen
Voordelen: concentreren op het luisteren en vragen stellen, gedetailleerde beschrijving en betere analyse,
correlatie van gebrekkig geheugen en ‘selectief luisteren’, illustratie aan de hand van quotes, denk aan
kwalitatieve criteria: dependability en secundaire analyse mogelijk.
Nadelen: Privacy van de respondent: vraag toestemming. Ethiek, wees voorzichtig met je data. Transcriberen is
saai en tijdrovend, ca. 1:4 uur.
, Een goede interviewer
- Structureert: geeft richting en sturing aan het interview
- Is duidelijk en helder: stelt simpele, begrijpelijke, korte vragen
- Is vriendelijk: laat mensen uitpraten en geeft hen tijd om na te denken
- Is sensitief: luistert naar wat er wordt gezegd en hoe het wordt gezegd
- Is open: je hoeft het niet eens te zijn om iemand te kunnen begrijpen
- Is ook kritisch: neemt niet alles klakkeloos aan
Tips: vraag naar voorbeelden, vraag door op emotie en benoem het, zet je fatsoensnormen even opzij, zwijgen is
goud waard, meta-communicatie.
Focus groups, bijvoorbeeld mensen uit risicogroepen. Informatie gehaald uit literatuur. Groepen op een
bepaalde manier homogeen, maar nog steeds expliciet níet het doel om te generaliseren. Wanneer de focus
groups en interviews dezelfde uitkomsten opleveren wat bijdraagt aan credibility van onderzoek.
Twee soorten interactie
Complementair: er ontstaat consensus, overeenstemming in zienswijze. Deelnemers bouwen voort op
voorgaande opmerkingen.
Argumentatief: deelnemers dagen elkaar uit, meningen worden herzien. Deelnemers moeten zich verantwoorden
voor mening.
Ook opnemen en transcriberen. Idealiter combinatie van aantekeningen en transcripen, mogelijk iemand die
notuleert. Transcriberen 1:8 uur. Mogelijk video-opname.
Hoeveel deelnemers? Excessief rekruteren: risico van no-show. Vaak 6-10 deelnemers, afhankelijk van het
onderwerp. Kleinere groepen voor gevoelig of controversieel onderwerp, wanneer je diep in wilt gaan op ieders
mening, als je op zoek bent naar lange, persoonlijke verhalen. Grotere groep voor: onderzoeken waarin je veel
korte bijdragen en perspectieven wilt. Rol van de moderator is observeren, maar doet wel introductie en
afsluiting. Nadelen: weinig controle over verloop van de focus group, complexe data: transcriberen en
analyseren is complex en tijdrovend. Analyse van zowel inhoud als interactie tussen deelnemers. Lastig te
organiseren, groepsdenken en sociaal-wenselijk antwoord. Kan leiden tot spanning voor en tussen participanten.
Hoorcollege 2: etnografie en participerende observatie
Tentamen: 1.) kennis- en inzichtsvragen. Begrippen, voor- en nadelen. 2.) zelf vragen voor een kwantitatieve
vragenlijst opstellen. 3.) Onderzoeksopzet opstellen, zelf een methode bedenken en bijpassende
onderzoeksvraag.
Wat is een etnografie? Een (geschreven) portret van mensen.
- Het bestuderen van gedrag, normen, waarden, overtuigingen en de cultuur van een bepaalde groep
mensen in een specifieke setting. Gedurende lange tijd deelnemen aan het dagelijks leven van deze
groep. Door middel van methoden als participerende observatie, (in)formele interviews, het verzamelen
van documenten en ‘rondhangen’. Het doel is om te begrijpen hoe mensen leven en hoe ze betekenis
geven aan hun leven/bepaald thema.
Etnografie is zowel de naam voor de methode als voor het eindproduct. Etnografie komt oorspronkelijk vanuit de
antropologie. Nu ook vanuit de criminologie, (stads)sociologie en communicatiewetenschappen. Participerende
observatie refereert voornamelijk naar de onderzoeksmethode an sich.
De onderzoeker… is gedurende langere tijd ondergedompeld in een setting. Observeert de gedragingen van
leden in die setting. Luistert naar en doet mee met conversaties en gesprekken. Neemt ook interviews af met